zondag 28 september 2014

Interview De Streekkrant: Dirk Verhofstadt


“Creatief talent moet gestimuleerd worden”

GENT Geen leute en plezier, maar tijd voor een ernstig gesprek met Dirk Verhofstadt: filosoof, professor, atheïst, liberaal, auteur van hoog aangeschreven boeken. Jawel, ook de broer van Guy Verhofstadt, al is dat ondergeschikt aan het eigen verhaal van Dirk.
Dirk & Guy hebben met elkaar een sterke band. “Als kind sliepen we op dezelfde kamer tot Guy het bureel van vader inpalmde als zijn territorium. Ik keek naar hem op, hij was 2 jaar ouder en zal wel als eerste een lief hebben gehad, al weet ik dat niet meer zo zeker. Hij gaf me goede raad of althans dat was toch z’n bedoeling”. Dirk was niet rechtstreeks politiek actief, was nooit zelf kandidaat bij verkiezingen. Hij was de man achter de schermen, lanceerde ideeën, stak een handje toe waar nodig”. De uiterlijke gelijkenis tussen de 2 broers is frappant. Nochtans moet Dirk de duimen leggen op sportief vlak. Hij is geen begenadigd wielrenner zoals zijn broer Guy. “Als we samen gingen fietsen gooide ik de remmen dicht bij het eerste café dat we tegenkwamen, bestelde een Trappist en 2 appelflappen. Guy hield het bij 2 glaasje water” (lacht). Vroeger speelde ik voetbal, bij een caféploeg. We zijn nooit kampioen geweest. Het zou best kunnen dat het aan mij lag”.
Dirk, geïnteresseerd in de media, mocht hoofdredacteur zijn van het schoolkrantje. Later werd hij voor dagblad Het Laatste Nieuws plaatselijke correspondent en schreef over wereldschokkende gebeurtenissen in Melle. “Onderaan de journalistieke ladder beginnen, daar is niets fout mee. Artikels als ‘vrouw valt met fiets van de trap’ mogen er best zijn, maar ik hield dat vlug voor bekeken. Ik kijk niet neer op zo’n soort journalistiek maar mij kon het niet boeien”. De lokroep van de televisie was groot. Dirk werd producer bij de BRT. “Aan die liefde kwam een einde toen ik liet uitschijnen voorstander te zijn van commerciële televisie. Het kot was te klein. De toenmalige directeur Paul Vandenbussche wou met mij niet meer samen in de lift staan. ‘Neem maar de volgde’ zei hij en deed voor mijn neus de liftdeur dicht”. Dirk hield er geen trauma aan over, hij schreef er een boek over: Het einde van het BRT monopolie. “De BRT was in slaap aan het vallen en men wou het niet inzien. Commerciële televisie heeft een positieve invloed, creatief talent moet gestimuleerd worden en kansen krijgen”. Het monopolie moest doorbroken worden. Het was geen zoete weerwraak maar Dirk had nood aan nieuwe uitdagingen. Hij stond mee aan de wieg van VT4, werd programmadirecteur tijdens de opstartperiode en daarna juridisch directeur.

Verhofstadt is een optimist, vrijheid en individualisme is z’n hoogste goed. Atheïsme als basis voor de moraal. “De negatieve houding van religies ten aanzien van andersgelovigen, ongelovigen, vrouwen, seksualiteit, wetenschap homoseksualiteit en burgerlijke wetgeving valt niet goed te praten. Mensen snakken naar vrijheid. Er valt een ongelooflijke onverdraagzaamheid te bespeuren in de religie. We moeten niet langer tolerant blijven ten overstaan van wie niet tolerant is. Dat betekent niet dat men ongelovig moet worden. Elk mens gelooft wat hij wil maar niemand mag een geloof opdringen aan een ander. Extremisme is niet evident. Scheiding van kerk en staat, gelijkheid van mannen en vrouwen, vrije meningsuiting en het recht op zelfbeschikking zijn kernpunten. Individualisme is de meest positieve kracht in de geschiedenis. ”Dirk is goed op dreef. “Vroeger bestond er dikwijls geweld binnen het gezin, vrouwen die klop kregen van hun vent. De tijd van vrouwen aan de haard en mannen aan de toog is gelukkig al lang voorbij. Maar nu trekken jongeren naar Syrië om anderen op een beestachtige manier de keel over te snijden”. Dirk krijgt, naar eigen zeggen, al een appelflauwte bij het donneren van bloed aan het Rode Kruis.
Dirk Verhofstadt heeft de liefde voor literatuur en muziek van huis uit meegekregen. Hij werd later niet alleen een veellezer maar ook een veelschrijver. Publicist van het iets zwaardere werk maar juist daarom dat zijn werk een diepe indruk nalaat. De teller staat op 14 boeken. Kiezen is moeilijk, toch een bloemlezing uit enkele opmerkelijke titels zoals: Pius XII en de vernietiging van de Joden. “Paus Pius XII reageerde niet op de Holocaust. Nooit gaf  hij richtlijnen hoe zich te gedragen ten opzichte van de uitroeiing van joden en andere gestigmatiseerde groepen. De moordzucht van het naziregime was nochtans bekend. Al zijn opmerkingen waren wollig, vaag en terughoudend”.  Brandend actueel is het onderwerp van het boek: 1914 Het vervloekte Jaar. “Het is mijn persoonlijke kijk op een sleuteljaar in de geschiedenis, een jaar vol verassingen en verwachtingen. Een verhaal over verschrikkingen en banale gebeurtenissen”. Last but not least en zopas verschenen: Cesare Beccaria, 250 jaar over misdaden en straffen. Dit boek is een eerbetoon aan Cesare Beccaria, een moedige, visionaire en humane man. Hij keerde zich tegen gruwelijke straffen, anonieme beschuldigingen, het folteren van mensen, het bestraffen van hekserij, bijgeloof, en de doodstraf”. Dirk geeft deze Italiaanse filosoof en rechtsgeleerde, die bijna niemand kent, opnieuw de plaats die hij verdient. “Ik ben verliefd op Gent, zonder twijfel de mooiste stad van ons land. Mij kan je elke zondag vinden op de boekenmarkt. Mijn goede raad? Draag zorg voor iedereen. En wees gerust, kritiek op bepaalde aspecten van de religie, daar is niets fout mee. Ja, ik zou best terug 20 jaar willen zijn want we leven nu in een fantastische tijd met ontelbare mogelijkheden. Hopelijk word ik stokoud want ik wil nog zoveel lezen”.

De Bronzen Uil 2014

Neem volgende ingrediënten: auteur, Nederlands, letters en woorden, vers van de pers, fonkelnieuw, bevrijdend, lees, ontdek en herinner. Kruid af met munitie en klaprozen. Meng dit allemaal onder elkaar en je krijgt een knallend literair festijn. Op zaterdag 11 oktober a.s. zet het Willemsfonds met de 4e editie van Het Betere Boek de Nederlandstalige literatuur in de schijnwerpers. Fictie, non-fictie en poëzie van eigen bodem komen een dag lang aan bod via interviews met en voordrachten van toonaangevende Nederlandstalige auteurs, van gevestigde waarden tot veelbelovende debutanten. “Ik ben curator en jurylid. Het niveau ligt erg hoog, dat maakt me blij. Het Willemsfonds reikt tijdens dit evenement in het Liberaal Archief ‘De Bronzen Uil 2014’ uit. Deze prijs wil de meest beloftevolle Nederlandstalige auteur belonen. “Want lezen en schrijven moet worden gestimuleerd”.
Frans Van Damme
 
Dit interview werd gepubliceerd in De Streekkrant, editie groot Gent-Deinze - week40/2014

zondag 21 september 2014

interview De Streekkrant: fotograaf Michiel Hendryckx

    'ALLE MANNEN ZIJN EGOISTEN'
 
 
GENT Michiel Hendryckx (63), Vlaams (pers)fotograaf en televisiefiguur mag dan wel op rust zijn, hij bruist van activiteit. Hij laat ons binnenkijken in zijn hart, haalt herinneringen op en vertelt over verdriet om een verloren liefde.

Michiel Hendryckx weet van geen ophouden. Een jeune premier met zoveel engagement en plannen is een curiosum. Michiel zal voorwaar meer dan 100 jaar moeten worden om alles te realiseren. “Ik ben nooit een gatlikker geweest maar altijd wel een hardwerkende, trouwe en loyale werknemer. Het bewijs? In 35 jaar slechts 10 dagen afwezigheid wegens ziekte”. Michiel was 60 jaar jong en ging desalniettemin officieel met pensioen. “Ik was gewoon de files beu. Uren onderweg, evenveel stilstaan als rijden, een ganse dag op de baan om 1 foto te maken ergens aan de andere kant van het land, trop is teveel. Het was wel een leerrijke ervaring. Vanaf 10 uur zie je een ander soort auto’s op de weg, een ander publiek. Het hoger management mag later beginnen, het gewone volk is dan al lang aan het werk, die mochten in de file staan. Weet je wie zich het meest misdraagt in het verkeer? Chauffeurs van zwarte auto’s, die rijden roekeloos en onvoorzichtig.! Hou het zelf maar in de gaten, je zal mij gelijk geven”. Michiel verplaats zich het liefst met z’n maxiscooter. Het is ooit anders geweest. “Op mijn Harley-Davidson, een superbeest, was ik echt fier. Tot ik merkte dat Harley-Davidson rijders een publiek aantrekken waarmee ik liever niet in contact kom”.

‘Verliefd zijn duurt slechts 3 maanden’

 Zware motoren, stoere mannen, aan elke vinger een lief. Michiel kan ervan meepraten. “Echt verliefd zijn duurt  3 maanden, dan komen de interessante jaren. Een ideale relatie, dat zijn 2 mensen die voor elkaar zorgen, 2 individuen die zich in bed geborgen voelen”. Nochtans zijn de wilde jaren van Hendryckx niet weg te cijferen. “Mijn vriendinnen hadden mij nooit voor zich alleen. Vrouwen moesten me altijd delen. Alle mannen zijn egoïsten, ik ben niet beter dan een ander. Een avontuurlijk leven, altijd mijn dada geweest. Chaos maakt gelukkig. Bindingsangst is geen schande. Maar met al mijn liefjes bleef ik bevriend”.

‘We zijn niet gemaakt om te sterven’

De dood ontziet niets of niemand. Door kanker verdween een geliefde uit het leven van Michiel. Hij praat er liever niet over. Weemoedig krijgt hij tranen in de ogen. “In Spanje kreeg ik een telefoontje van Christine: ‘Ik heb kanker, ik ga dood! Verdwijn uit mijn leven, je kent me niet lang genoeg om de lange weg van miserie mee te stappen." Natuurlijk ging ik niet weg uit haar leven. Vier maanden later was ze dood. Ze was amper 49 jaar. Eén jaar heeft onze relatie geduurd. Na haar dood volgde een horrorperiode voor mij, toen ben ik echt beginnen verouderen. Blijten heb ik gedaan, een ganse zee heb ik met mijn tranen gevuld. Dju toch, onbegrijpelijk. Mensen willen leven, we zijn toch niet gemaakt om te sterven! Het heeft me wel veel geleerd over vriendschap.  Op zoek naar steun terwijl Christine aan het sterven was kreeg ik bij sommige zogenaamde vrienden de botte reactie: ‘Laat ons met rust, we willen er liever niets mee te maken hebben’. Het voelde aan alsof ik kanker had”.

Michiel is, ondanks zijn status, een nederig man. “Ik heb een hekel aan mensen met pretentie die denken dat ze alles weten. Cynisch is dat”. Hij was jarenlang persfotograaf, 40 jaar journalistiek laat je niet zomaar los. Zijn foto’s worden nog altijd maar al te graag gepubliceerd door kranten en tijdschriften. “Ik ben verslaafd aan kranten, lees er elke dag 3. Ik hou van de nederigheid van een krant, dat er ’s avonds patatten worden geschild op mijn werk. Werken voor een volks medium heb ik altijd belangrijk gevonden”. Wij ook Michiel!
 
'Van de partij Groen word ik zot'
 
Michiel Hendryckx is een verteller met foto’s die ontroering teweeg brengen. “Sommigen noemen me wel eens een wereldreiziger. Het hoeft niet altijd naar verre bestemmingen te zijn. Dichtbij kan al voldoende zijn. Reizen is meer een gevoel, een ingesteldheid die niets te maken heeft met afstand of kilometers. Ondanks alles is m’n huis m’n thuis”. Gent blijft zijn habitat. “Ik ben verliefd op Gent, voel me hier overgelukkig. Een levendige en romantische stad, met een groot vrijheidsgevoel, inwoners met veel zelfspot en humor. Als student zat ik hier bij de paters Augustijnen op kot. Volgens mijn ouders een veilige plaats. Wat ze niet wisten: er was bij de paters geen toezicht. Het werden mijn meest onvergetelijke en wilde rock & roll jaren in het hartje van artistiek Gent. Poepeloere zat op handen en voeten naar mijn kot kruipen was bijna een vast ritueel. Eindelijk verlost van de West-Vlaamse hypocrisie”.
Toch is het volgens MIchiel niet allemaal rozengeur en maneschijn in Gent. “Ik verplicht mezelf om over alles een mening te hebben omdat me dat behoedt voor onverschilligheid, het vreselijkste wat er is. Van ‘Groen’ word ik zot! Overal paaltjes zetten om het verkeer te bannen is niet moeilijk, maar aan de vervuilende industriezones raakt men niet. De binnenstad autovrij maken is te drastisch gebeurd. De stad werd afgesloten en ontsmet, alsof auto’s kakkerlakken zijn. Ik heb heimwee naar de tijd toen er nog auto’s mochten rijden in de Veldstraat. Men zou terug verkeer in de stad moeten toelaten, al was het maar voor de sfeer. Zoals vroeger, met de wagen over de Sint Michielsbrug de stad inkomen was toch een spectaculaire entree. In Duitsland maken ze nu autoluw wat voorheen autovrij was”.
Hendryckx is een tevreden man “Ik heb niet veel nodig om te genieten. Ik ben de eeuwige scout, sta altijd paraat om in te springen en te helpen”.
 
De Groote Oorlog
 
“Geloof het of niet, Nooit of nooit heb ik bij de VRT aan de deur gestaan met de vraag: laat mij een programma maken. Ik werd gevraagd! Ooit zei er eens iemand van de VRT: ‘Jouw poëtische kak hebben we niet meer nodig'. Maar ik weet te relativeren, ni Dieu, ni maître”. Zijn interesse is breed. Michiel haalde het opmerkelijk doch vrij onbekende boek ‘Het Frontparadijs’ van onder het stof. Een relaas van de Duitse soldaat Heinrich Wandt in bezet Gent tijdens wereldoorlog II. De auteur hield zijn kruit droog tot na de oorlog en deed toen een explosief boekje open over decadente wanpraktijken. “Hij spijkert zijn oversten met naam en toenaam aan de schandpaal en hangt hun vuile onderbroeken buiten. Het echte verhaal over corruptie, erotiek, prostitutie en officiersbordelen in frontparadijs Gent. Hendryckx lobbyde voor deze heruitgave en schreef de inleiding. Aanbevolen lectuur!
 
Frans Van Damme
 
 
 
Dit interview verscheen in De Streekkrant, editie groot Gent/Deinze - week39/2014
 
 
 
 
 

 

zondag 7 september 2014

Interview De Streekkrant: Saint-Marteau


Showbeest Saint-Marteau

‘Uit de kleren gaan is niet gemakkelijk’

GENT De naam Saint-Marteau klinkt misschien niet zo bekend in de oren. Nochtans is hij in de showbusiness geen nieuwkomer, laat staan een eendagsvlieg. De Gentse zanger, componist, tekstschrijver, muzikant en performer brengt telkens een unieke mix van spektakel, humor en uitbundigheid. Wij gingen met rode oortjes kijken en luisteren.
In een vorig leven maakte hij deel uit van o.a. Noordkaap en de Schedelgeboorten. Al lang staat hij nu op eigen benen. Die benen laat de ietwat excentrieke Saint-Marteau überhaupt graag zien op scène. “Ik ben een entertainer, geen acteur. Saint-Marteau is een personage, om mezelf in bescherming te nemen. Eigenlijk heb ik niet de behoefde om mezelf bloot te geven, ik speel gewoon een rol. Maar wel met overgave en volle overtuiging. Excentriek maar met mate”. De flamboyante Saint-Marteau slaagt er moeiteloos in om cabaret, glitterpakjes en Frans chanson met elkaar te verzoenen. Zijn shows zijn een soms gedurfd, met de nodige ernst en een klein beetje met een hoek af. “Elke show moet visueel de totale perfectie benaderen, het plaatje moet volledig kloppen. Het oog wil ook wat. Diverse kostuumwissels, daar hou ik van. Hotpants op scène, erg leuk. Maar begrijp me niet verkeerd, ik loop daar niet overdag thuis mee rond hé. Een optreden mag dan misschien wel gedurfd zijn, het is niet de bedoeling om te choqueren”.

‘Gillende tieners, pubers, mannen en dames op leeftijd, dat flatteert mij’
Saint-Marteau doet wat men niet verwacht. Hij is zeker niet timide, wel afwisselend gevoelig en soms een tikkeltje brutaal. Hij wil zijn gevarieerd publiek vooral charmeren. Het resultaat is succes met een sneeuwbaleffect. “Uit de kleren gaan, terwijl er een paar honderd mensen staan op te kijken, is niet zo gemakkelijk. Maar het hoort nu eenmaal bij de act, het geeft de performance meer kracht. Vandaar waarschijnlijk mijn vele vrouwelijke fans. Pubers en tieners, maar net zo goed dames op rijpere leeftijd, gillen als ze mijn blote billen zien. Ik laat het me allemaal welgevallen. Het doet me plezier, het flatteert mij. Velen leren me nu pas echt kennen. Ja, zelfs bij mannen lig ik goed in de markt”. Met kritiek kan hij best leven. “Zolang het maar constructief is. Zomaar afgebroken worden is al te gemakkelijk. Optreden is als zuurstof voor mij. Voor de katholieke vrouwengilde of ergens in de glazen straat, het maakt me niets uit. Al hebben geen van beiden al enige interesse getoond. Wat niet is kan nog komen nietwaar”.

‘Dromen zijn geen bedrog’
Hij droomt van een echt grote show, een totaal spektakel, een revue op hoog niveau. Met veel danseressen, een schitterde choreografie,100 kostuums, sensationele effecten, de beste muzikanten, een eigen full cd en nog veel meer. “In gedachten heb ik een show à la David Bowie. Eigenlijk niet te betalen dus. Maar ik blijf hopen, dromen zijn niet altijd bedrog. Laat de goedhartige sponsor zich dan nu bekend maken! (lacht). Het moet tot in de puntjes perfect zijn. Als er een lederhosen nodig is ga ik die zelf passen en kopen in Duitsland. Geen brol uit een carnavalwinkel hier, dat is voor amateurs. Het mag allemaal wat kosten maar dagdagelijks leef ik heel sober”. Saint-Marteau is de vleesgeworden ideale schoonzoon: zwoele stem, leuk figuur, vriendelijk, sympathiek, sociaal, plezant, iemand die zichzelf kan relativeren maar wel met een onzeker beroep. “Mijn ouders zijn fier op mij… denk ik toch. Nooit met zoveel woorden gezegd maar ze maken als de beste reclame voor mijn shows. Ze zien dat ik gelukkig ben, dat is hun grootste genoegdoening. Een job als agent, parkeerwachter of een ander beroep waarbij ik mensen moet controleren, dat zou me pas doodongelukkig maken”.
Na het gesprek en 4 flesjes spuitwater moet Saint-Marteau dringend weg. De fiets op richting fitness. “Tja, ik kan niet als een ineengezakte pudding op scène staat hé”. Hebben we alle begrip voor.

De grote mond van Serge Gainsbourg

Saint-Marteau maakte vanaf 2011 furore met zijn theatershow ‘Saint-Marteau se fait Gainsbourg’, volledig gewijd aan het werk van Serge Gainsbourg. Hij brengt hulde, laat enkele onuitgegeven composities horen en zingt op zijn eigen manier de grote klassiekers van de legendarische Franse zanger. ”Mijn waanzinnige versie van Je t’aime… moi non plus, waarin ik zowel de man als de vrouw vertolk zal het publiek zich nog lang herinneren. Al zou ik nooit als travestiet op scène staan, dat is voor mij een stap te ver”. Hij lijkt wel in geen honderd jaar op Gainsbourg maar iedereen verliest dit totaal uit het oog. Zelfs de grootste Gainsbourgfans zijn verrast door de originele aanpak. “De show is geen ingetogen eerbetoon maar een uitbundig feest. Het werd geen heiligschennis. Gainsbourg zou het fantastisch hebben gevonden”. Dit jaar in april werd de reeks voorstellingen afgesloten. Tijd voor ander creatief werk. Achter de grote mond van Serge Gainsbourg zat een onbeholpen man. Dat kan men niet van Saint-Marteau zeggen. Hij maakte een eigen versie van het nationaal volkslied: Belgissimo, uitgebracht in de week voor de troonsbestijging van Koning Filip. “Het resultaat was niet het zoveelste gelegenheidsnummer maar een tijdloze en uitbundige ode aan België en zijn koningshuis, geschreven in pure Franse revue-traditie. Een vrolijke mars waarin de koning en zijn troonopvolger figureren en waarin nogal eens Vive le roi wordt gescandeerd”. 
Saint-Marteau heeft zijn eigen stijl gevonden, laat zich omringen door mensen met talent. Schrijft en componeert zelf met bravoure. “Men noemt me wel eens 'chanteur de rock' en 'chanteur fantaisiste'. Als liefhebber en kenner van het chanson laat ik mij bij het schrijven van nummers inspireren door de rijke geschiedenis van het genre maar vermijdt elke vorm van nostalgie in de arrangementen en de uitvoering”.

In zijn nieuwste theatershow’ Saint-Marteau à la folie’ neemt Saint-Marteau de toeschouwers mee op reis door zijn muzikale schatkamers en zijn onuitputtelijke kleerkast vol verrassingen. Rode draad is zijn voorliefde voor de Franse revue. Dit keer geen covers van een overleden chansonlegende maar ijzersterk materiaal, gaande van enkele cult-klassiekers tot gloednieuwe nummer. “Zie het gerust als een stevige one man show in combinatie met een rockconcert. Hierbij kan ik rekenen op mijn vaste begeleidingsband met Bruno Coussée, Ben Van Camp,Luk Vermeir en aan de drums Isolde Lasoen”. Zowat overal in het land te horen en te zien. De try-out gaat door op vrijdag 19 september a.s. in het muziekcafé Charlatan op de Vlasmarkt. “Ik heb er volop zin in. Het worden terug spannende tijden”. Moeders hou jullie dochters binnen want Saint-Marteau is op komst!
Frans Van Damme

 
Dit interview verscheen in De Streekkrant regio groot Gent/Deinze - week 37/2014