donderdag 25 december 2014

Interview De Streekkrant: JO DE MEYERE



‘Echte liefde komt maar één keer langs’

GENT Jo De Meyere is cultureel erfgoed, een monument uit de toneelwereld, een levende legende.  Hij heeft als acteur een lange weg afgelegd. Een aimabel man met een grote liefde voor theater, iemand die zich magistraal kan inleven in zijn vak. Tijdens ons gesprek buig ik nederig het hoofd voor zoveel talent.
Jo heeft een flink aantal A4-tjes meegebracht, genoeg om een ganse Streekkrant vol te schrijven Zijn volledige carrière, netjes met de hand geschreven. Want sociale media, internet, mails en andere high tech zijn aan hem niet besteed. Een telefoon volstaat. De Meyere is ontwapenend eerlijk, vertelt gepassioneerd, luistert aandachtig, wil liefs chronologisch te werk gaan. 

Herinneringen aan de kindertijd? “Het was een fantastische periode in een warm gezin. Mijn kinderdroom? Toneelspeler worden! Geboren in 1939 heb ik evenzeer de bevrijding bewust meegemaakt. Vader De Meyere was Vlaamsgezind. Niets meer, niets minder. Nooit iets fout gedaan, niet meegezeuld met de Duitsers. Hij was lid van het VNV. Dat werd hem na de oorlog niet in dank afgenomen, hij werd gearresteerd maar in 1946 vrijgesproken. We verhuisden van Eeklo naar Gent ”. Jo behaalde het diploma van maatschappelijk werker, ging aan de Unief werken. “Ik ging er kapot, dat was mijn wereld niet. Ik wou de wereld veranderen, was ijdel, geloofde in mezelf en koos voor een onzeker bestaan als acteur”.
Doodgezwegen worden doet pijn

Kreeg hij wel de erkenning die hij verdiende van zijn broodheer en werkgever? Naast 11 jaar verbondenheid aan het Nederlands Toneel Gent en 10 jaar cabaret in Tinnen Pot, waren zijn rollen voor televisie zeker opmerkelijk. “Een halve eeuw bleef ik bewust trouw verbonden aan de BRT, BRTN en VRT. Heb nooit voor VTM gewerkt. Toen ik de carrièreprijs mocht in ontvangst nemen zweeg de VRT als een graf. Er kon zelfs geen bedankje af. Dat was toch niet teveel gevraagd! Ik begrijp het niet, dat was erg kwetsend. Weet u wat het meeste pijn doet in een recensie? Doodgezwegen worden”. Op professioneel vlak ging het De Meyere voor de wind. Toch bleef hij niet gespaard van tegenslagen. In 2003 stierf zijn echtgenote Arlette. Ze was licht astmatisch en raakte totaal onverwacht in een coma waaruit ze niet meer ontwaakte. "Dat was een shock voor mij. Tijd slijt de pijn, alle wonden helen, maar dat zijn fabeltjes. Ik voel me dikwijls eenzaam en alleen, mis haar elke dag. We konden samen onze emoties ventileren. Thuiskomen en merken dat er niets of niemand is, behalve ikzelf en de stilte, dat vreet aan mij. De echte liefde komt maar één keer langs, al de rest zijn afkooksels. Toneel is mijn redding, optreden mijn overlevingsmechanisme. Gelukkig zijn er ook nog de kinderen en kleinkinderen”.

‘Ik denk dagelijks aan de dood’
Glitter, glamour, de rode loper en decadente feestjes, het hoef niet. “Het klinkt gek maar ik ben 50 jaar acteur en toch is die wereld mij een beetje vreemd. Ik ben nooit een jeune premier of een schone gast geweest. Niet op scène, niet in het echte leven. Jo De Meyere, de eeuwige underdog. Dat komt misschien door mijn donker kantje. Ik denk dagelijks aan de dood. Ik ben geen groot optimist, eerder een realist. Succes is vergankelijk. Ik ben bewust van de relativiteit van het bekend zijn”. Wat brengt de toekomst? “Zolang mijn motor het toelaat, is alles mogelijk. Jonge bejaarden mogen nog plannen maken. Het memoriseren valt soms zwaar. Ik zie wel wat de toekomst brengt. Mijn agenda staat vol tot april 2016. Eigenlijk zijn er teveel acteurs in Vlaanderen. Verdoken armoede bij acteurs valt niet weg te cijferen, zowat 70 % staat aan de dop. Ikzelf ben nooit werkloos geweest. De mensen lachen als ik mijn contract onderteken en afsluit met ‘Jo De Meyere, bij leven en welzijn’. Het kan immers rap gedaan zijn”.

Een leven lang in twijfel

Stipt op tijd, zoals altijd en overal, verschijnt Jo op de afspraak. In brasserie ’t Voske, naast de NTG toneeltempel. “Wie wil lachen moet vandaag niet meer in de grote schouwburgen zijn. Ik heb bij zowat alle Gentse amateurgezelschappen gespeeld. Daar ben ik fier op. Ze kunnen rekenen op mijn onvoorwaardelijke sympathie. Ook op cabaret kijk ik niet neer”. In 1977, op de dag dat hij zijn stempelkaart zou ingeven, werd hem de rol van kapelaan in ‘Dagboek van een Herdershond’ aangeboden. “Zuiver een toevalstreffer. De acteur die men aanvankelijk had gevraagd kwam niet opdagen. Toen dacht er plots iemand aan mij. Het werd een hoogtepunt uit mijn carrière. Een personage mij op het lijf geschreven”. Is Jo zo’n katholiek en vroom mens? “Ik kom uit een katholiek nest. Als kind bij het zangkoor, misdienaar geweest, 6 jaar lang elke dag trouw naar de mis, katholiek onderwijs… dat alles laat sporen na. Een mens zou van minder complexen krijgen. Een leven lang was ik zoekende, met een eeuwige dualiteit, in voortdurende twijfel. Weet je, ik loop regelmatig de St. Baafskathedraal binnen. Zomaar, zonder reden. Gewoon om goedendag te zeggen. Op weg hierheen heb ik een kaars aangestoken en meteen gevraagd om een goed gesprek met jou te hebben”.

Jo De Meyere gaf 6 jaar gestalte aan commissaris Nauwelaerts in de serie Flikken. Een mooie herinnering? “Ja, absoluut. Toch was ik blij dat het gedaan was. Voor mij moesten ze niet langer doorgaan. Ik voelde aan dat mijn rol op het randje van de automatische piloot zat, de creativiteit was weg. Dat is het moment om te stoppen. Dat is ook zo met theaterrollen. Ik vond dat het verhaal rond was”.

Of het aan de kaars lag die Jo voor een nobele heilige heeft aangestoken is onduidelijk maar we hadden een leuke, gezellige babbel. Ik weet het zeker: was Jo geen acteur geworden dan zou hij een geliefd pastoor zijn geweest.
 
Een nieuwe glansrol
Juich en jubel want in de herfst van zijn leven laat Jo De Meyere  Vlaanderen nog maar eens ontroerd naar de keel grijpen met de toneelproductie ‘Petrus en den Doodendraad’. Tijdens de 1e wereldoorlog werden mensen hermetisch van elkaar afgesloten en gescheiden door een met 2.000 volt geladen elektrische draad. Tegen de achtergrond van dit historische gegeven situeert zich ‘Petrus en den Doodendraad’. Jo De Meyere en Sofie Palmers brengen een tragische love-story sereen tot leven. Een verwarde oude man vertelt zielige verhalen over een onmogelijke liefde, weemoed, verdriet, Duitsers en gruwel. Een levenslang verlangen naar de grote liefde krijgt uit de mond van Jo zoveel meer betekenis. Net als wijn wordt De Meyere beter met de jaren. Een beklijvende voorstelling die iedereen moet gezien hebben. In Gent op 21 en 22 januari in theater Arca.
 
FRANS VAN DAMME
Foto Jean Buyle
 

Dit interview verscheen in De Streekkrant 01/2015, editie Gent/Deinze
 
 
 

zondag 21 december 2014

Interview De Streekkrant Marleen Temmerman


 

‘Ik blijf doorgaan als een Duracel konijn’

GENT Gynaecologe Marleen Temmerman is de hoogstgeplaatste Belg binnen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Genève. Deze leading lady reist de wereld rond maar wou toch graag tijd vrijmaken voor een openhartig gesprek.
Marleen, afkomstig van de boerenbuiten, was geen gemakkelijk kind. Noem haar gerust rebels, ambetant naar eigen zeggen. “Ik stelde veel en moeilijke vragen op school. Ik was niet tevreden met een antwoord ‘waarom-daarom’, kreeg het daarvan behoorlijk op mijn heupen”. Haar kinderdroom was om naar Afrika te vertrekken om de arme kindjes te helpen. “Zoals andere goedgelovige katholieke zielen heb ik bergen zilverpapier gespaard en ingeleverd voor de dutskes in Congo. Waarom eigenlijk?. Ik heb het nooit geweten. Gewoon onzin. Ik ben beroepshalve al heel veel in Congo geweest maar heb er nog nooit zilverpapier gezien”. Marleen wou gynaecologe worden. “Dat was geen beroep voor een vrouw zei de prof aan de Unief, het was niet te combineren met het gezin. Ik zette door en trok naar de Gentse universiteit. Men dacht, goeie keuze, ze zal daar wel een dokter aan de haak slaan. (lacht)”. Het liep anders. Ze trouwde veel te jong naar eigen zeggen. “Ik was nog niet uitgefladderd, had meer ambitie dan m’n partner, wou de wereld zien”. Hun relatie ging de mist in. Haar 2e huwelijk werd een voltreffer. “We zijn beiden altijd progressief, links geweest. We hebben 8 jaar samen geleefd en zijn daarna getrouwd, ’t was van moeten. Neen ’t Is niet wat je denkt. Ik kreeg een aanbod om in Kenia een onderzoeksproject te gaan leiden. Om inreisproblemen te verhelpen volgden we het advies om te trouwen zodat het voor mijn man gemakkelijker zou zijn ook in Kenia te wonen. Fout gedacht. Dat een man afhankelijk is van zijn vrouw, dat kon niet volgens de Keniase migratie, dus moesten we naar andere oplossingen zoeken. We zijn ondertussen 27 jaar getrouwd. We waren ongewild kinderloos, zelfs IVF en hormoonbehandelingen hadden geen succes. We besloten een 5e en allerlaatste keer IVF te proberen. De behandeling had succes.” Na 5 jaar Afrika besloot het stel terug te keren naar België. Marleen werd professor, gynaecologie en later diensthoofd.

‘Ik ben een afvallige van Rome’
Vader Temmerman was overtuigd Vlaming, lid van de Volksunie,sociaal geëngageerd en katholiek. “Die katholieke microbe had mij ook te pakken gekregen. Elke morgen om 7 uur ging ik trouw naar de mis. Omstreeks mijn 8e jaar had ik er genoeg van. Favoriete uitspraken van de kerk als ‘Luister naar mijn woorden maar kijk niet naar mijn daden’, zorgden dat ik van het geloof werd genezen”. Het waren natuurlijk ook de woelige jaren ’68, Marleen revolteerde. “Verontwaardiging over ongelijkheid en armoede is de rode draad doorheen mijn leven. De katholieke kerk deed vroeger niets en doet nog altijd weinig aan armoedebestrijding, men moeit zich met de levenswandel van mensen. Het zijn een stel oude, celibataire mannen. Ik heb geen spijt een afvallige van Rome te zijn, ik heb geen instituut nodig om in mensen te geloven. Door het geloof ontstonden oorlogen, conflicten en nog veel meer minder fraais. Niet echt iets om fier op te zijn”.
Marleen Temmerman heeft het statuut van diplomaat bij de Verenigde Naties, verblijft veel in Genève. Vandaag Gent, morgen Mexico, volgende week Londen, daarna Kenia. Haar carrière heeft de allures van een vlug stromende rivier. “Mijn zoon en mijn man vergelijken me soms met het Duracel konijn dat maar blijft doorgaan”. Haar nuchtere kracht maakt de kern uit van haar leven. In 2009 maakte ze noodgedwongen de switch van dokter naar patiënt. “Er werden knobbeltjes op de stembanden ontdekt. Het bleek een kwaadaardig kankergezwel. Gelukkig is dat allemaal achter de rug want ik wil nog zoveel doen”.

‘Ebola is nog niet onder controle’

In 1994 heeft Prof. dr. Marleen Temmerman het International Centre for Reproductive Health (ICRH) opgericht aan de UGent. Via het ‘Fonds Marleen Temmerman’ wil de Universiteit Gent eer betuigen aan deze academica en wil ze de verdere ontwikkeling van het ICRH ondersteunen. Er worden vanuit het fonds projecten geselecteerd waaraan men een financiële bijdrage wil leveren. “In 2014 ging onze steun o.a. naar een project om de gezondheid van moeders en hun baby’s te verbeteren. Ook geven we mogelijkheden voor stages aan Afrikaanse onderzoekers. Tevens kan het onderzoek naar seksueel geweld in Mombasa rekenen op onze ondersteuning. Verkrachtingen en algemeen geweld tegen vrouwen, straatkinderen, homo’s… zijn frequente verschijnselen wereldwijd, dus ook in Kenia. Sinds de oprichting van het ICRH centrum in Mombassa werden ruim 4000 slachtoffers geholpen”. Marleen Temmerman doet een oproep om het fonds te steunen: schenkers zijn denkers! Zijzelf draagt royaal haar steentje bij. De opbrengst van haar boeken en lezingen staat ze af. Toen ze opstapte in de Senaat schonk ze haar ontslagpremie, zo’n 132.000 euro, aan het fonds. Na aftrek van de belastingen ging minder dan de helft naar her project, de rest naar de Belgische staat. Moeten we ongerust zijn over Ebola? “Men heeft te laat gereageerd op deze tragedie die nog niet onder controle is en dagelijks slachtoffers vergt. Hier in België moeten we ons geen zorgen maken omdat onze gezondheidssystemen dit aankunnen en het virus zich nooit ver zal verspreiden. Bij het WHO maak ik deel uit van het team dat ondersteuning geeft aan mensen op het terrein. Als men in Liberia mijn competentie nodig heeft, dan zal ik niet aarzelen om te vertrekken en er mensen te verzorgen”.
Fonds Marleen Temmerman:  rekeningnummer: BE26 3900 9658 0329 t.n.v.Universiteitsfonds UGent met vermelding FWUGent/GE/124.
Mannenhaat en feminisme
Marleen Temmerman leeft voor wat ze doet. Vrouwenrechten blijft voor haar een hot item. Ze schreef er, samen met journaliste Tine Maenhout, een boek over: MILADY. “Wereldwijd zijn vrouwen het slachtoffer van allerlei vormen van discriminatie en ongelijkheid, zowel in hun beroepsleven als op familiaal, sociaal of politiek vlak. Feminisme heeft niets met mannenhaat te maken. Vrouwenrechten zijn complexer dan ze op het eerste gezicht lijken. Pas als die complexiteit ten volle wordt onderkend kunnen er echt stappen vooruit gezet worden. Elke vrouw heeft het recht te beslissen wanneer en met wie ze kinderen wil. Het lijkt evident maar dat is helaas niet overal zo in de wereld”. Optimist? “Als men niet al zijn doelstellingen helemaal bereikt moet men daarom nog geen ongelukkig mens zijn. Oud worden is erg maar niet oud worden is al veel erger”. MILADY verscheen bij Lannoo.
Frans Van Damme

Dit interview werd gepubliceerd in De Streekkrant, editie groot Gent & rand/Deinze - week 52/2014
 
 
 
 

maandag 15 december 2014

Interview De Streekkrant


Stijn Brouns
             'Ik heb gevochten met burgemeester Termont'

GENT Hij is in de toneelwereld geen onbekende. Dichter, verteller, presentator, regisseur, acteur, theatermaker, scenarist, gepassioneerd bezieler van een toneel- en filmopleiding… kortom, een artistieke duizendpoot. Wil de echte Stijn Brouns dan nu opstaan!
Stijn heeft niets te verbergen, zijn leven is een open boek. Hij heeft al enkele watertjes doorzwommen. “Ik ben altijd nogal een rare geweest, anders dan anderen. Ik werd aangetrokken tot dingen die niet normaal zijn voor een kind. Rommelmarkten interesseerden mij meer dan een Nintendo. Mijn kinderdroom? Begrafenisondernemer worden! Het leek aanvankelijk die richting uit te gaan. Op jonge leeftijd werd hij burgerlijk pastor in het crematorium. “Dat was niet vol te houden, ik nam het verdriet van alle mensen mee naar huis. De praktijken van sommige begrafenisondernemers bezorgden me een degout. Daar zitten echt smeerlappen tussen. Het zijn gelukkig uitzonderingen”. Een job van studiemeester/opvoeder lag hem beter maar was niet te combineren met de artistieke ambities”. Armoede, vooral van kinderen, ligt hem nauw aan het hart. “Mensen die enkel aan zichzelf denken zijn absoluut niet mijn vrienden. Ik maak ook geen verschil tussen mensen en dieren want elk levend wezen verdiend respect”.

In 2008 gaat Stijn Brouns in Gent van start met een toneelschool, volledig in de geest van de overleden actrice Jenny Tanghe. De school bestond 5 jaar onder de naam 'Toneelschool Stijn Brouns'. Tijden veranderen, het medialandschap eveneens. Op zoek gaan naar hedendaagse perspectieven, zich voortdurend aanpassen, zichzelf in vraag stellen, andere richtingen inslaan, durven vooruitkijken zijn de nieuwe uitdagingen. Vanaf schooljaar 2013-2014 functioneert alles onder de naam Theater- en Filmschool Stijn Brouns. Hij geeft de wijsheid van een legendarische actrice door aan pubers, jongvolwassenen en volwassenen die zichzelf willen ontdekken en ontplooien. “Ik heb veel te danken aan wijlen icoon Jenny Tanghe. Dankzij haar naambekendheid kregen mijn initiatieven meer aandacht. Ze heeft mijn carrière een duw in de goede richting gegeven. Een wisselwerking waar we beiden vrolijk van werden. De lessen in de school worden gegeven in haar visie van: niet spelen, maar zijn”.

‘Wij zijn geen showbizzschool’
De harde realiteit: toneel aanleren, acteur worden is geen bezigheidtherapie. Glitter glamour, charme zijn niet altijd evident. “Laat het vooral duidelijk zijn, wij willen geen showbizzschool zijn. Leren acteren, dat kan niemand. De opleiding vereist geen voorkennis, maar men dient wel te slagen voor de toelatingsexamens. Wij willen mensen met talent een kans geven, goed voorbereide acteurs afleveren. Technieken aanleren en bijschaven, daar dient onze opleiding voor. Wie niet kan aanvaarden dat toneel een langdurig groeiproces is of denkt dat acteren zomaar te leren is, gaat misschien best op zoek naar een ander tijdverdrijf”.

‘Rimpels kunnen erg mooi zijn’
“In de film 'Ghent in Motion', die op 28 januari in première gaat tijdens het Lichtfestival, ga ik als duivel een gevecht aan met burgemeester Termont. Voor het eerst in z’n leven heeft hij echt moeten acteren, Daniël moest serieus uit z’n pijp komen” (lacht). Stijn heeft een groot rechtvaardigheidsgevoel. “Ik zal nooit iemand beoordelen of uitsluiten op basis van geslacht, huidskleur, afkomst, geloof, seksuele voorkeur of leeftijd. Ieder mens heeft recht op zijn eigen identiteit en seksuele beleving, geloven in wie of wat moet elk voor zichzelf uitmaken. Ik hou van oudere mensen, die zijn puur. Ze leggen hun leven bloot via hun gezicht en hun stem. Rimpels kunnen erg mooi zijn”. Deze laatste opmerking flatteert ondergetekende. Mijn dag kan niet meer stuk.

'Mensen zijn niet te vertrouwen'

Tijdens een gesprek met Stijn Brouns lijkt het wel of Jenny Tanghe nooit veraf is. De tafel gaat nog wel niet zweven, er komen net geen boodschappen uit  het hiernamaals. Stijn weet het zeker, haar aanwezigheid is voelbaar. Ze luistert en kijkt over z’n schouder mee. De adoratie is groot. Enkele jaren voor Jenny's overlijden werd Stijn aangesteld als haar manager. Daar werd nogal over geroddeld: een oude vrouw met een groen blaadje, het geld van een gevierde actrice. “Geld was er niet, nooit geweest. Er waren enkel schuldeisers. Ze had een ferm gat in haar handen. Toen Jenny 82 jaar werd kwam ze naar Gent wonen, haar geliefde stad. De getalenteerde actrice wachtte een triestig einde. “Ze had aderverkalking. Kort voor het overlijden werden haar 2 benen geamputeerd. Jenny’s laatste wens, uitgestrooid worden op zee, werd niet ingewilligd. De familie van haar echtgenoot koos voor een stille uitvaart in intieme kring. Er kwamen slechts 21 mensen opdagen voor de begrafenis. Ze verdiende meer en beter. Ik bleef tot de laatste dag aan haar sterfbed zitten. We schreven cursussen. Onze vriendschap is voor eeuwig, niet kapot te krijgen. Noem het gerust een haat- liefdesverhouding.  Jenny had een slecht karakter maar een hart van goud. Ik mis haar geroep en getier nog elke dag. Ze was toch zo m’n maatje”. Stijn veegt een traan weg. “Dikwijls had ze de indruk dat mensen zich anders voordoen dan dat ze in werkelijkheid zijn. ‘Mensen zijn een soort, een soort om niet te vertrouwen’ zei ze. Zo denk ik er ook over”. Taalvaardigheid en het correct gebruik ervan, is hét stokpaardje van Brouns. “Wij willen cursisten verdedigen tegen de taalteloorgang, mensen behoeden tegen de tendensen van een taalbreuk. Met het dagdagelijks correct gebruik van het Nederland  neemt men het precies niet meer zo nauw. Dialect mag op scène maar dan enkel bij het volktoneel”.
Salonsocialisme
Stijn Brouns wil zich distantiëren van elke vorm van platte commercie. Elke maand is het vechten om de eindjes aan elkaar te knopen. Subsidies krijgt hij niet. “Als ik morgen de juiste partijkaart koop zijn al m’n problemen opgelost. Maar ik wil me niet politiek prostitueren. Schepen Storms heeft blijkbaar iets tegen mij. Het Gentse beleid faalt. Het salonsocialisme teistert ons al 25 jaar. Dat moet maar eens veranderen. Weet je wat mijn ambitie is? Burgemeester worden! Echt waar, ik meen het. Ik heb genoeg van het ecologisch fascisme in Gent. Ik ga ooit in de politiek”. Niet content in Gent? “Ik hou veel van Gent, de stad ligt me nauw aan het hart. Juist daarom wil ik mee besturen, bakens uitzetten”. Whisfull thinking van een tedere wereldverbeteraar?  “Absoluut niet. De wereld verbeteren begint dichtbij huis. Politiek lijkt al te vaak op goedkoop toneel”.
Frans Van Damme
 


Dit interview verscheen in De Streekkrant, editie groot Gent/Deinze, week 51/2014