maandag 25 april 2016

Interview De Streekkrant: Filip Van Hende


Advocaat Filip Van Hende

“Er is veel verborgen werkloosheid in de advocatuur”

GENT Filip Van Hende is niet enkel een bekende naam in de advocatuur, hij is ook een bekend gezicht bij het grote publiek. Toppleiter in de rechtszaal, een stevige reputatie, charmant en zonder kapsones in de omgang. Hij legt voor ons een stukje van zijn ziel bloot.
Zijn roots liggen in Destelbergen, waar hij 9 jaar gemeenteraadslid en 6 jaar OCMW voorzitter was. “Eigenlijk ben ik een echte stadsmens. Ik mag dan wel in Destelbergen wonen, mijn hart en mijn kantoor situeren zich in Gent. Mijn beroepskeuze destijds? Veearts! Volgens het PMS centrum (nu Centra voor Leerlingenbegeleiding CLB) zou het wel lukken… mits hard werken. Vooral dat laatste was er net teveel aan.” Er was bijgevolg een plan B nodig. Na de Latijn-Griekse humaniora startte Filip Van Hende in 1969 de rechtenstudie aan de Gentse Universiteit. “Nog geen minuut spijt van gehad. Het begrijpelijk en toegankelijk maken van het recht was voor mij belangrijk. Ik sloot mij aan bij de oprichters van de Wetswinkel. Na mijn stage werd met 4 gelijkgezinden een eigen praktijk opgestart.” Stafrecht is zijn specialisatie. Met bijna 70 assisenzaken op de teller kent Meester Van Hende het klappen van de zweep. Bestaat er zoiets als een succesformule? “Veel levenservaring heeft men nodig in het strafrecht. Het gesproken woord heeft veel belang. Zo kan een advocaat plots iets uit de mouw schudden, de trukken van de foor hé. Sommige mensen hebben niet altijd veel vertrouwen in stagairs en pro deo advocaten. Ten onrechte”.

Kennis moet betaald worden, je hebt Lada’s en Jaguars. Dat is net zo bij advocaten. Maar om het grote geld te incasseren staat een raadsman dikwijls aan de verkeerde kant van de tafel. Waar of niet waar? “Er is veel verborgen werkloosheid in de advocatuur. Hoge kosten, te weinig werk voor te veel advocaten, een BTW verhoging naar 21 %, de vergoeding voor pro deo advocaten daalt, dat maakt het er allemaal niet eenvoudiger op om je boterham te verdienen.” Het kantoor Van Hende heeft daar niet onder te lijden al zou men er niet iedereen verdedigen. “Op de rechtbank kan men geen toneel spelen. Een zaak aannemen kan enkel als het klikt met de cliënt, ik moet volledig achter hun verhaal kunnen staan en het moet allemaal op mijn manier gebeuren. Het leven is als een slalom en mensen kunnen falen maar ik ga er mijn reputatie niet voor ten grabbel gooien. Wij communiceren vooraf open over onze tarieven. Klaar en duidelijk, nadien geen verrassingen voor de cliënt. Misschien zal ik wat langer moeten werken maar hier circuleert geen enkele euro zwart geld. Geef Caesar wat hem toekomt, alles officieel. Vergeet niet, wie beroep doet op mijn verdediging zit dikwijls aan de onderkant van de maatschappelijke ladder. Enige sociale bewogenheid is wel op z’n plaats.” In de rechtbank staan advocaten dikwijls met getrokken zwaarden tegenover elkaar. Het lijkt wel of ze elkaars bloed kunnen drinken. Niets is minder waar, schijn bedriegt. “Keihard in de rechtszaal en daarna samen een pint gaan drinken, dat kan best. Wees nooit rancuneus, morgen hebben we misschien elkaar nodig. We vechten voor de belangen van onze cliënt maar mogen ons er nooit mee vereenzelvigen. Alle dagen is het een afwegen tussen echte werkelijkheid en juridische werkelijkheid.” Het lijkt wel of mensen onderling hun problemen niet kunnen of willen oplossen. Overleg en gezond verstand zijn soms ver te zoeken. “Het zijn de vrederechters die in contact komen met de kleine, dagelijkse irritaties en frustraties van mensen. Een banaal conflict , een burenruzie kan verschrikkelijke gevolgen hebben. Rechtspraak is een fundamenteel recht, anders leven we in een politiestaat”.
Wie zou u als uw verdediger willen mocht u een moord hebben begaan?’ was ooit de vraag in een poll aan de universiteit. Filip Van Hende stond op de tweede plaats. Helemaal niet slecht. Vrouwe Justitia mag dan wel blind zijn, Filip Van Hende is dat zeker niet. “Leg nooit in het leven de lat te hoog, dan ben je nooit ontgoocheld. Streven naar rechtvaardigheid en zich inzetten voor anderen, niet alleen voor jezelf, is het hoogste goed. Er is nogal wat miserie in de wereld maar ik ben een echt zondagskind, voel me rijk zonder echt rijk te zijn. Hier en nu moeten we er het beste van maken want dood is dood. Jonge mensen rondom me heen, een goed glas wijn en naar een voetbalploegje van oude knarren gaan kijken op zondag, heel eenvoudige dingen kunnen toch zo waardevol zijn.”

FRANS VAN DAMME
 


Dit interview verscheen in De Streekkrant week 17/2016
 

zondag 17 april 2016

Interview De Streekkrant: JELLE DE BEULE


‘Pampers verversen, daar heb je wat aan’

GENT Iedereen kan zich probleemloos Jelle De Beule (35) herinneren in TV-programma’s als Neveneffecten, Het Geslacht De Pauw, Willy’s en Marjetten en Basta. In De Ideale Wereld blijft hij niet onopgemerkt. Emotioneel gesloten laat Jelle niet vlug het achterste van z’n tong zien. Wij doen een poging.
Jelle had een kinderdroom: striptekenaar worden. Hij studeerde in Gent aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten oftewel Kask. Als studierichting koos hij voor animatie. “Neen, een fuifnummer kan je mij bezwaarlijk noemen. Nooit heb ik, als goede student, mijn vertier gezocht in discotheken of in de Overpoortstraat.” Sinds 2005 is hij werkzaam bij productiehuis Woestijnvis. Geen tijd voor hobby’s als gevolg van een drukke agenda. De vrije tijd gaat integraal naar vrouw en kinderen. “Rijk worden is niet aan de orde, ik wil vrijheid in mijn job. Professioneel mijn goesting mogen doen is meer waard dan geld. We gooien thuis niet de euro’s door deuren en vensters maar we zijn niet gierig. Merkkledij en leven in luxe is voor ons geen meerwaarde voor een gelukkig leven. Decadent veel geld uitgeven aan een reisje, dat mag/kan af en toe. Ieder diertje z’n pleziertje nietwaar.” Humor is erg persoonlijk, ieder z’n smaak. Maar grappig zijn lijkt wel een echte mannenzaak. Zou daar een verklaring voor zijn? “Mannen willen scoren. Als een vrouw een mop vertelt kijken mannen daar van op. Mag je lachen met alles? Ja, maar niet met erg persoonlijke zaken die mensen kwetsen.”

Op televisie weinig vernieuwing, steeds terug dezelfde gezichten in al evenveel slechte programma’s. De ziekte van deze tijd? “Vlamingen zijn conservatief in kijkgedrag. Ja, ik erger mij aan brol op televisie. De concurrentie is groot. Waarschijnlijk een kwestie van minder tijd, minder geld, minder risico’s nemen” denkt Jelle luidop. “Maar bij Woestijnvis krijgen nieuwe gezichten een kans, talent wordt gestimuleerd. Instant succes, daar geloof ik niet in.” Diversiteit en plat racisme zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Het zijn begrippen die soms moeilijk te definiëren zijn. “Ik gruwel van wat mensen op sociale media durven uitkramen. Halve waarheden, leugens, beledigingen en andere onzin die men in het echte leven waarschijnlijk nooit zou durven verkondigen. Onder het mom van ‘een eigen mening mogen hebben’ wordt het ganse debat hierover dikwijls verziekt. Weet je waar mijn haar ook van recht komt? Mensen die op restaurant aan het spelen zijn met hun mobieltje, berichtjes versturen, mails lezen. Dat is boertig. Aandacht geven, kijken en praten met elkaar is toch zoveel mooier.”
Sluw, schrander en uitermate competitief moet hij zowat de ideale schoonzoon zijn. In het huishouden zijn de taken netjes verdeeld. “Dikwijls zijn er ongelijkheden in gezinnen. Niet bij ons, wij proberen fifty fifty te zijn. Mijn vrouw Sylvia schrijft kinderboeken en met 3 kindjes in huis zijn er dikwijls handen tekort. Dan spring ik graag bij. Pampers verversen, daar heb je wat aan, dat doe ik graag, echt waar.” Het gaat met de wereld beter dan vroeger volgens Jelle, als we de aanslagen buiten beschouwing laten. Op de schaal van geluk geeft hij zichzelf alle punten. De kinderen eten geven en koken is voor hem een moment van ontspanning. Misschien is meedoen aan ‘Komen eten’ de ultieme uitdaging? “Nooit! Laat ook nooit een cameraploeg in je huis toe, die gasten breken alles af (lacht). Gans Vlaanderen in je vuilbak en koelkast laten kijken, iedereen als een voyeur laten kennis maken met de onderbroekenlade, sommigen hebben dat nodig voor hun BV-promotie maar ik niet.” De mediawereld is soms als een slangenkuil maar Jelle weet er perfect zijn weg in te vinden. Als een kameleon maakt hij gedreven en met power keuzes. In de toekomst wil hij meer gaan acteren. Zijn haarkleur is momenteel oranje. Niet omdat hij het mooi vindt maar uit noodzaak voor een rol in Callboys, een nieuwe 6-delige komische serie over gigolo’s  geproduceerd door Woestijnvis voor VIER. “Gedurende 4 afleveringen speelt ik de rol van Sigi. Alles draait om 3 jongemannen die vrouwen gezelschap en een tikje meer bieden.” Of hij, als Sigi, een homoseksuele IT-er voor zijn rekening neemt wordt niet meteen duidelijk. Meer mag hij er echt niet over vertellen, we mogen zelfs geen foto’s maken met z’n rossig haar. “Wie er het fijne wil van weten, de serie komt in september op het scherm. Eindelijk nog eens een reden om voor thuis te blijven.”

FRANS VAN DAMME
 
 
Dit interview verscheen in De Streekkrant, week16/2016

maandag 11 april 2016

Interview De Streekkrant: CEO Floraliën Gent


Dirk De Cock, Algemeen directeur Floraliën Gent

‘Wij kiezen voluit voor vernieuwing’

GENT Binnenkort is Gent terug helemaal in de ban van bloemen, planten en kunst want het is terug tijd voor de vijfjaarlijkse Floraliën. Dirk De Cock (55) werd door de Koninklijke Maatschappij Landbouw en Plantkunde vorig jaar benoemd tot algemeen directeur. Hoogste tijd om kennis te maken met de man die alles in goede banen zal leiden
Dirk werd geboren in Zaïre. “Mijn ouders hadden er een plantage. Door de problematiek leek het in 1960 veiliger het land te verlaten. Vader kwam met het laatste vliegtuig, in het gezelschap van de para’s, terug naar België. Wij hadden niets meer, moesten terug vanaf nul beginnen.” Mijn ouders begonnen een kruidenierswinkeltje, het door hard werken verdiende geld investeerden ze nadien in een landbouwbedrijf, het kweken van sla en tomaten was hun core business. Daarna werd overgeschakeld op de sierteelt van orchideeën en Anthuriums.” Dirk is dus van kinds af vertrouwd met de sector. Zijn interesse voor alles wat met groen en bloemen te maken heeft was altijd groot. Toch gingen zijn studies een andere richting uit. Dirk De Cock is van opleiding handelsingenieur. “Al vrij vroeg leerde ik thuis de handen uit de mouwen steken. Maar techniek en mechaniek fascineerde mij enorm, vandaar mijn latere studiekeuze. Mijn fotografisch geheugen kwam hierbij goed van pas.” Hij was 12 jaar actief als interim-/crisismanager bij internationale en globale topbedrijven. Hij straalt rust uit en houdt van nieuwe uitdagingen. “Ik ben stressbestendig, kan onrechtvaardigheid niet verteren en ben van oordeel dat men elke pluim moet verdienen. Hobby’s? Lopen, dat maakt mijn hoofd leeg.” Nu trekt hij volop de kaart van de Floraliën new look. Het nieuwe concept was goed gedefinieerd, het was zijn opdracht alles in gang te zetten.“Het is de eerste keer dat de Floraliën zich zo uitgebreid in de stad zullen manifesteren”, zegt CEO De Cock. “We maken de link met kunst en kiezen voluit voor vernieuwing. Maar het blijft een fleurig, kleurig en geurig feest voor de zintuigen. Het Citadelpark, het Sint-Pietersplein, de Leopoldskazerne en de Bijlokesite worden 10 dagen het decor voor een bruisend festival met ruimte voor florale kunst, inspiratietuinen, natuurprojecten en tentoonstellingen. Een bezoek moet meer zijn dan enkel maar wandelen en kijken.” Dirk gebruikt graag het beeld van een klavertje vier als symbool. “Omwille van de topfloristen die meewerken, de plaats en het unieke historische decor, het innovatieve van de sector en de kennis en de universitaire kunde en de zeer dynamische en interactieve beleving waarvoor deze Floraliën staan. Onze doelstelling: jonger, interactief, dynamischer, inspirerend, breder en verankerd met de stad.”

Men houdt liever cijfers binnenshuis maar het organiseren van een dergelijk groots evenement en de complexiteit van de vernieuwing kost handenvol geld. De Floraliën Gent zijn internationaal een vertrouwde merknaam geworden. Investeren in de toekomst moet de toekomst veilig stellen. De merchandising (parfum, zadelhoesjes, magneten, heruitgave van oude affiches…) moet hierbij een welgekomen bron van inkomsten zijn. 
Hoeveel mensen er in 2010 langs de kassa passeerden wil Dirk ons niet verklappen. “Het waren er veel, heel veel” geeft hij geheimzinnig toe. De verwachtingen voor dit jaar liggen hoog. “Bloemen en planten gaan in dialoog met prestigieuze stadslocaties. Wij mikken op een kwart miljoen bezoekers. Kinderen zijn bijzonder welkom. We hebben hiervoor Lieve Hendriks van Studio 100 aangetrokken.” De ultieme geheime tip van de algemene directeur? “Alles loont de moeite maar de Leopoldskazerne kan ik toch bijzonder warm aanbevelen.” Gezien de terreurdreiging kan men niet zomaar voorbijgaan aan het aspect veiligheid. “Grondig overleg met politie en veiligheidsdiensten en voortdurend  evalueren zijn prioriteiten. Niemand hoeft zich zorgen te maken, we hebben alles onder controle.” De organisatie is er helemaal klaar voor. Gedurende 10 dagen staan zowat 1000 (duizend!) medewerkers klaar om de bezoekers onvergetelijke momenten te laten beleven. “Weet je, op school was mijn slechtste vak geschiedenis, ik hou daar niet van. Ik schrijf liever zelf geschiedenis. Dat ga ik nu doen met de Floraliën.”

De Gentse Floraliën zijn voor het publiek toegankelijk van 22 april tot 1 mei van 8 uur ’s morgens tot 22 uur ’s avonds. Dagtickets zijn er vanaf 32 euro, voor kinderen, jongeren, studenten, scholen en groepen gelden kortingen.

 Frans Van Damme
 

Dit artikel verscheen in De Streekkrant week 15/2016
 

dinsdag 5 april 2016

interview De Streekkrant: BRUCE MOERMAN


Politiecommissaris Bruce Moerman

‘Ik werd verkozen tot mooiste kind van België’

GENT Politiecommissaris Bruce Moerman (55), de meest bekende motorrijder bij de politie, destijds adviseur bij de TV-serie Flikken, mag zich een bekende Gentenaar noemen. In onvervalst Gents, met de charme van een deugniet, ondergaat Bruce lijdzaam dat wij, en niet hij, een boekje bovenhalen.
We spreken af op het Sint-Baafsplein, dat is ‘zijn’ plein, ideale locatie om naar mensen te kijken. Eenmaal flik, altijd flik, Bruce hoort en ziet alles, vooral vrouwelijk schoon kan altijd met een glimlach op zijn belangstelling rekenen. Om te praten over de kinderjaren moet Bruce diep graven in het geheugen. “Altijd haantje de voorste geweest, een goestendoener, geen rebel. Eigenlijk een grote muile en een klein hartje.” Bescheiden als hij is loopt hij niet graag te koop met een prijs die hij heeft gewonnen in 1963. “In dat jaar werd ik verkozen tot schoonste kind van België, een wedstrijd toen in de Innovation.” Alhoewel grootvader rijkswachter was en pa bij de politie ging de jonge Bruce toch een andere richting uit,. “Met mijn diploma van schoonste kind van België kon ik niet veel aanvangen (lacht). Eens afgestudeerd  wist ik van geen hout pijlen maken en ging 5 jaar bij het leger. Geen verloren tijd, ik heb er geen spijt van, het waren boeiende jaren vol afwisseling.” Tijdens veranderen, Bruce kiest uiteindelijk voor een loopbaan bij de politie. Hij heeft alles door de jaren heen zien evolueren. “De eenmaking van de politie was een goeie zaak. Maar niet alle veranderingen zijn verbeteringen. De administratieve rompslomp, de papierberg, het is niet meer te overzien. Ook de collegialiteit veranderd, futiliteiten worden opgeblazen.”

Bruce voelt zich goed in z’n vel bij de politie. Geen positieve of negatieve opmerkingen? Durf te spreken, maak het wereldkundig, je baas leest niet mee! “Ik heb de korpschef wel op de hoogte gesteld van ons gesprek. Hij vond het een goed idee. Zo zie je maar dat er ten goede een hele mentaliteitsverandering is gebeurt bij de politie. De tijd van de echte macho’s is voorbij. De politie staat dichter dan ooit bij de bevolking en wil toegankelijk zijn. Een educatieve opmerking maken is soms beter dan een bekeuring uitschrijven. Er is een goede diversiteit op de werkvloer. Pesten wordt serieus genomen. Er is geen personeelstekort maar misschien moet men nog wat herschikken, niet iedereen zit altijd op de juiste plek. Het is de politie die de bevolking moet beschermen, niet het leger. Die heeft andere taken”
Hij heeft geen problemen met ouder worden. “Iedere leeftijd heeft zijn charmes. Ik ben zo trouw als een hond met een kwispelende staart, heb geen vijanden. Al mijn ex-lieven klappen nog tegen mij.” Toch blijft hij liever single. Al sluit hij een vaste relatie niet uit. “Ik zie wel wat er komt. Hersens zijn belangrijk, evenals humor. Liefst met schone benen en ze mag enige rondingen hebben. Kortom, een madame met uistraling, geen grijze muis (lacht). Zeker geen beauty want die heb je toch nooit alleen. Eventjes duidelijk zijn vooraleer de vrouwen weeral bij bosjes aan m’n voeten liggen: ik ben echt niet op zoek hé. Sommige mensen worden nooit volwassen, ik hoor daar waarschijnlijk ook bij.”

De scheldnaam flikken werd een eretitel, de gelijknamige tv-serie schreef geschiedenis. Flikken was city-marketing voor het begrip bestond. “Gedurende tien jaar las ik de scenario’s na en begeleidde acteurs. Arrestaties, ondervragingen en wapenvertoon moesten geloofwaardig op het scherm verschijnen. Ik gaf duidelijke richtlijnen zodat de politiewerking realistisch werd weergegeven.”
Mag een politiecommissaris een mening hebben over het mobiliteitsplan? “Gent is een middeleeuwse stad, met anno 2016 heel veel auto’s. Er moet iets gebeuren, zoveel is zeker. De stad wordt onleefbaar. Het voetgangersgebied nog uitbreiden maakt het onbeheersbaar. Zone 30, daar is bij de bevolking niet echt een algemeen draagvlak voor. Als ik met mijn motor 30 rij, val ik om. Dat heeft niets meer te zien met verkeersveiligheid. Beter zone 50 en direct verbaliseren vanaf 51 km/uur.”

De verkiezingen 2018 komen in zicht, dan worden politieke kaarten herschikt. Bruce in de politiek misschien? “Geen ambities. Ik kan geen compromissen sluiten en dat moet wel kunnen. Enkel mijn beste vriend, hoofdcommissaris Steven De Smet, zou me kunnen overtuigen samen op een lijst te staan (geheimzinnige blik). Politiekers met een uitstraling, die bestaan nu niet meer.”

FRANS VAN DAMME
 
Het artikel verscheen in De Streekkrant, week 14/2016