zondag 25 januari 2015

Interview De Streekkrant: Isabelle Beernaert

Topchoreografe ISABELLE BEERNAERT
Belgisch talent internationaal gerenommeerd
 
“Mensen hebben angst om zichzelf te zijn

GENT Isabelle Beernaert (40) is niet meer weg te denken uit de theaterwereld. Internationaal gerenommeerd maar Gent blijft steevast een topper op haar kalender van dansperformances. De nieuwste show Glass zorgde voor een bomvolle Capitole. We oefenen alvast onze grand écart en gaan op verkenning achter scène.
Als jij helemaal gek bent van dansen, hoeven we jou niet uit te leggen wie Isabelle is. Voor diegene die het niet weet: Isabelle is een topchoreografe uit Vlaanderen en gespecialiseerd in de dansstijl 'modern'. Ze brengt dans met een verhaal waar iedereen zich op een bepaald punt mee kan confronteren. Het grote publiek kent haar van de TV-programma's So You Think You Can Dance en The Ultimate Dance Battle. “Al van jongs af aan creëerde ik mijn eigen dansstukken, ik wil muziek vertalen via lichaamstaal. Choreografieën zijn als een magische wereld zonder wetten of regels. Het hart, oftewel het gevoel, staat centraal. Hoe en wanneer de liefde voor dans is ontstaan weet ik niet. Misschien wel tijdens mijn moeders zwangerschap. Vader was jazzmuzikant, muziek zit in mijn genen, het doet mijn ziel dansen”. Isabelle werd als het ware geboren met een passie voor dans die haar nooit meer losliet. Via haar creaties wil ze het alledaagse van de mens vertellen, het niet voor de hand liggende, de onderliggende emoties, het diepzinnige, de passie die ons doet leven. “Als kind was ik enorm nieuwsgierig, zo erg zelfs dat ik een last was voor anderen. Met ouder worden kon ik mezelf beter doseren. Op m’n 21e werd ik zwanger, een zalig gevoel. De moeilijke keuze moeten maken tussen moeder worden of een danscarrière in Amerika viel me zwaar. Was dans en muziek te combineren met het moederschap, dat was het grote dilemma? Ik kon het gelukkig allebei aan, niets stond me ooit in de weg”.
'Mijn wereld stortte totaal in'

Hoe groot de adoratie van het publiek ook was, hoe succesvol haar danscarrière ook mocht zijn, de levenslijn van Isabelle was niet altijd een pretje. “Dikwijls was het zelfs chaotisch. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik heel jong was, mijn broertje overleed, ik verloor een zus. In de liefde waren serieuze ontgoochelingen mij niet onbekend. Een verhouding met een psychopaat wens ik niemand toe. Onbeantwoorde liefdes, een relatie die na 10 jaar plots onverwacht eindigt, soms is het allemaal teveel. In 2009 stortte mijn wereld compleet in, het werd een breuklijn in mijn leven. Er zijn grenzen aan het verwerken van gevoelens. Maar mijn lijden werd een soort vrucht, miserie maakt sterker. Overleven was enkel mogelijk dankzij mijn artistieke bezigheden”. Beernaert gaat niet schuil achter een masker, ze is een rebel die zich kan uitleven in choreografie. Isabelle is een vat vol emoties, een brok hartstocht. Sans rancune wat het verleden betreft. “We worden geprikkeld, door de media verblind maar leven niet in een gouden kooi. Mensen hebben angst om zichzelf te zijn. Hou toch op met al die schone schijn! Mijn leven werd een lange zoektocht naar de ideale man, noem het gerust een maatje, een vriendje voor het leven. Zonder afhankelijk te zijn van elkaar. Alles delen is prima, elkaar verstikken is fout”.
In de coulissen loopt het ondertussen aardig vol met schoon volk, mannen en vrouwen zonder lijfelijke schoonheidsfoutjes. Isabelle lijkt onze gedachten te lezen.“Wat is mooi? Jezelf zijn, zich onbevangen openstellen, eerlijk zijn, oprecht, authentiek, een uitstraling hebben, dat is echte schoonheid. Een diepe blik, gevoelige ogen, een tedere aanraking, zo’n gevoel in onbeschrijfelijk. Na een voorstelling zei een oud vrouwtje me ooit: ‘Je bent als een kaars. Iedereen wil een vlammetje van jou. Deel gerust je warmte en vuur maar zorg dat niemand je uitblaast”. Met haar moeders levenswijsheid indachtig ‘Je oogst wat je zaait’ geniet ze met volle teugen van het leven en haar succes. Isabelle straalt, net als haar publiek na een voorstelling.

Back to basic

Isabelle Beernaert is bij uitstek een choreografe die werkt met boodschappen. Ze bekijkt het leven, vormt hierover haar eigen visie. Ze was dit jaar te zien tijdens de voorrondes  en de finale van het Songfestival. “Een fantastische ervaring. Ik deed zelf de dansact, een sobere creatie want de verschijning van Axel Hirsoux was al imposant genoeg. Ik had al jaren niet meer zelf op het toneel gestaan maar mijn buikgevoel zei dat ik het moest doen. Er was chemie tussen mij en Hirsoux. Ik had wel al gedanst voor een publiek van 15.000 man maar naar het Songfestival in Denemarken keken ruim 170 miljoen mensen”. Isabelle is geen stadsmens, ze woont midden de bossen, bewust dat de natuur en zuivere lucht kracht geeft.”Back to basic is essentieel. Sommige mensen hebben zo weinig en anderen hebben zoveel, dat is niet eerlijk”.
Frans Van Damme
 

Interview verschenen in De Streekkrant, editie Gent/Deinze, week 05/2015
 


maandag 19 januari 2015

Interview De Streekkrant


YVONNE DELCOUR

"Romain stierf als een gebroken man"

GENT Theaterlegende Romain Deconinck zou dit jaar precies 100 jaar zijn geworden. Goede reden om te praten met zijn vrouw, steun en toeverlaat Yvonne Delcour. Met dezelfde flair, guitigheid en schwung, zoals velen haar kenden ten tijde van de Minard, vertelt ze over haar meest dierbare herinneringen.
Elke Gentenaar die nog nooit van Yvonne Delcour heeft gehoord, is met glans gebuisd voor zijn integratieproef en maakt kans om aan de schandpaal te worden genageld. Want Yvonne speelde een belangrijke rol in het leven van Romain Deconinck. “Als tiener volgde ik dansles en na de oorlog werd, samen met mijn broer en 2 zussen, het dansgezelschap Verschueren opgericht. Niet echt een blitse artiestennaam, ’t was gewoon onze familienaam. We waren jong, we wisten van niet beter. Weet je, ik ben vroeger nog opgetreden als slangenmens. Ja, ik was toen slap. Nu is ’t enkel nog de tong die goed mee wil”. In 1949 deed Yvonne als danseres auditie in de Minard. Ze werd direct aangenomen door Romain Deconinck, die zelf tegen de zin van zijn ouders toneel was gaan spelen en geen opleiding had genoten. “Hij transformeerde mijn naam tot Delcour. Het was een zalige tijd”. Naar eigen zeggen was Yvonne in de liefde jong, dwaas en onervaren. “Na 6 maand verkering trouwde ik met m’n 1e man. Veel te jong en veel te vlug, gewoon om thuis weg te zijn. In feite geen slecht huwelijk, we leefden gewoon naast elkaar. Ik was teveel bezig met mijn passies, dansen en toneel hadden absolute voorrang.

‘Liefde verstikte me bijna’
“Eigenlijk niet te geloven maar Romain had een minderwaardigheidscomplex. Zijn vrouw Mary Brouillard wou op scène cabaret, revue, liedjes en een dansje achteraf. Romain wou meer en beter. Ze terroriseerde hem, haar wil was wet. De scheiding was onvermijdelijk”. Er bloeide iets moois tussen Yvonne en Romain. “Romain kwam me helpen bij het schminken in de loge. ‘Oas ge iemant schminkt moede malkoar in d’uge kijke newoar’ zei hij. Van het een kwam het ander. We leefden aanvankelijk enkele jaren in zonde. Als ik er nu aan denk heb ik er nog deugd van. (lacht). We trouwden, we waren voor elkaar geboren. Een schitterend huwelijk. Romain was mijn knuffelbeer! Zijn liefde was zo groot dat het mij soms bijna verstikte. Telkens als ik eventjes was weggeweest vond ik bij thuiskomst een liefdesbrief op tafel. Ik had een prachtig leven en de toekomst bepaal je zelf. Of ik eenzaam ben? Helemaal niet, wel dikwijls alleen”.

Het gezelschap van Deconinck moest in 1988 noodgedwongen, wegens werkzaamheden aan de Minard, verhuizen naar de ongezellige feestzaal van het dienstencentrum te Ledeberg. Helaas, Romain kon er zijn draai niet vinden en neemt tijdens de Gentse Feesten van 1990 afscheid van zijn pubkliek. “Het begin van een lijdensweg, het werd zijn ondergang. Romain ging de dieperik in, hij was triestig, kreeg een depressie, zijn hart was gebroken. Ik moest hem rechthouden, de sterkste zijn terwijl het voor mij ook bijzonder moeilijk was om alles te verwerken. Mijn grote amour werd door iedereen in de steek gelaten en eindige als een gebroken man”. Yvonne is niet verbitterd, werd geen zielig mens maar sommige gebeurtenissen doen pijn. “Bijna niemand van de spelers uit het Minardtijdperk liet iets van zich horen toen Romain ziek was. Neen, hij is niet geëindigd in schoonheid.  Pseudovrienden dansen nu op zijn graf en geven voordrachten over hun samenwerking met Deconinck en de carrière van hun goede vriend Romain. Lijkenpikkers zijn het”.

Wordt Romain Deconick in 2015 postuum gehuldigd naar aanleiding van zijn 100e verjaardag? “Ik weet van niets, men weet me precies niet meer wonen! Vroeger werd ik overal uitgenodigd en kreeg een plaats op de 1e rij. Als ik nu nog eens een invitatie krijg vlieg ik op de laatste rij. Maar Romain is fier op mij. Elke dag spreken we met elkaar. Hij is in huis, ik voel dat. Ik vraag hem om goede raad maar doe daarna toch mijn goesting (lacht)”.
Eindigen op de rommelmarkt
Het immense archief van Romain Deconinck werd zorgvuldig bewaard door Yvonne Delcour en ze schonk het in 2001 aan het Gentse Instituut voor Sociale Geschiedenis. Iedereen kan er alles raadplegen.“Ik ging kleiner wonen, wou plaats maken. Maar het ganse oeuvre verkopen, zomaar te grabbel gooien, dat was totaal uitgesloten. Ik zou er niet kunnen mee leven dat alles op rommelmarkten zou terechtkomen. Nu nog, als ik ergens iets van Romain aan een kraam zie liggen, dan koop ik het. De nalatenschap van Romain, de man die elk jaar tienduizenden toeschouwers naar de Minardschouwburg lokte en nog lang niet is vergeten, verdient beter dan te eindigen op rommelmarkten en bij opkopers”. Yvonne, en velen met haar, weten het zeker: zonder Romain Deconinck zal het volkstoneel nooit meer zijn wat het ooit is geweest.
Frans Van Damme

Dit interview verscheen in De Streekkrant, editie Gent/Deinze (oplage 165.000 exemplaren) - week 04/2015
 
 
 
 

zondag 11 januari 2015

Interview De Streekkrant:


Vanessa Van Durme

‘Ik werd vrouw verklaard bij Koninklijk Besluit’

GENT Vanessa Van Durme (1948) was eventjes terug in België. Deze Gentse actrice ging ooit als man door het leven en was een van de eerste transseksuelen in ons land. Ze trekt de wereld rond met theatervoorstellingen waarin een stukje van haar ziel wordt blootgelegd. Ze wil uitzonderlijk met ons praten over wat haar écht raakt.
In het buitenland is Vanessa Van Durme hot news! Ze lokt overal volle theaters met ‘Gardenia’, een fragiel variétédrama over de teloorgang van een travestietencabaret. In ‘Before The Last Curtain Falls’, gelauwerd op zowat elk filmfestival en momenteel te zien in Studio Skoop, volgt filmregisseur Thomas Wallner deze groep acteurs terwijl ze zich klaar maken om voor een laatste keer te schitteren op scène. Haar biografische toneelmonoloog  Kijk Mama Ik Dans’ waren goed voor ruim 250 voorstellingen, in 4 talen doorheen Europa en Amerika. Haar levensverhaal gooit ze te grabbel op scène, ze deelt geluk, verdriet, hoop en ontroering met het publiek. Ze vertelt open, eerlijk, heel direct een boeiende verhaal van hoe het is om als meisje op te groeien in een jongenslichaam en hoe ze uiteindelijk van geslacht veranderde. Met een krop in de keel hangt het publiek aan haar lippen. “Ik ben altijd een speciale jongen geweest, zat gevangen in een verkeerd lichaam. Mijn weg doorheen het leven was dikwijls zwaar, tragisch en niet zo eenvoudig”. Vanessa begon een eenzame en moeizame tocht doorheen de wereld van prostitutie, travestie, louche dokters, tranen en woede. “Ik studeerde aan het Gentse Conservatorium en begon op de planken van het Nederlands Toneel Gent. Op mijn 27e besloot ik een geslachtsverandering te ondergaan in Casablanca. Dat was toen de enige plek waar zulke operaties konden. Een lotgenoot zei ooit: ‘Ik ging binnen in de kliniek als Julius Caesar en kwam buiten als Cleopatra’. Dat was bij mij niet anders. Toch was het een moeilijke en pijnlijke tijd. Mijn ouders hadden begrip, als hun kind maar gelukkig werd. Ik heb elke denkbare schaduw van liefde, verlies, roem en vernedering beleefd”.

Wie geen rozen krijgt moet content zijn met geraniums
Iedereen liet Vanessa vallen. Ze had geen vrienden meer en ook geen geld. De operatie had evenveel gekost als een huis. Van Durme beschikt over de kracht om er te blijven in geloven en vertelt met een verbazende openhartigheid .“ Mijn transseksualiteit is het ergste wat mij kon overkomen. Het heeft zowat alles wat ik wou realiseren in de weg gestaan. Alhoewel, zo’n transformatie geeft kracht. Ondanks alle tegenslagen was ik nooit verbitterd, dat is tijdverlies. Humor, zin voor relativering en dialoog maakten veel goed. Pas als vrouw leerde ik m’n mannetje staan. Het wijzigen van mijn naam was een echte lijdensweg. Ik bleef op mijn identiteitskaart een man. Erg vernederend. Destijds was een naamsverandering onmogelijk. Een gladde advocaat kwam uiteindelijk met een oplossing. Stel je voor, bij Koninklijk Besluit werd ik officieel benoemd tot vrouw! Tijden veranderen maar wereldwijd worden er nog elk jaar zo’n 100 transseksuelen vermoord. Ik heb veel nare ervaringen, heb getwijfeld, gehuild, geleden, maar heb me ook kostelijk geamuseerd. Het is nooit te laat om jezelf te zijn”. Vanessa woont in de Ardéche maar wil verhuizen naar Spanje. “Met zicht op zee dromen, genieten, schrijven, plannen maken… mijn artistieke bron komt precies nooit droog te staan”. Men is me in Gent nog niet vergeten. Daar wordt ik bijzonder vrolijk van. Ik werd op het stadhuis uitgenodigd als laureaat van een buitenlandse cultuurprijs. Theater is mijn beste en trouwste minnaar. Wees gelukkig met wat je hebt, nooit ongelukkig om wat je niet hebt. Wie geen rozen kan krijgen moet content zijn met geraniums”. Pluimen en pailletten, het hoeft niet meer voor de diva. Vanessa kan zich de luxe veroorloven om rollen te weigeren. “Bij het lezen van sommige scripts sta ik al op pagina 2 in mijne bloten. Neen merci, niets voor mij”.

Elke leeftijd heeft charme

Icoon Vanessa kleurde dikwijls buiten de lijntjes met verbazingwekkende projecten. De Franse theaterwereld bekroonde haar met een prestigieuze prijs als beste actrice van het seizoen 2013-2014 voor haar rol in 'Avant que j'oublie', over een dochter en haar moeder met Alzheimer, een aangrijpende dialoog over het beetje bij beetje verdwijnen van je identiteit en leven, over de woede en onmacht die daarmee gepaard gaan. Vanessa schreef de tekst en speelt beide rollen. Oud worden, uitdijende lijven en op het einde van de rit een stempel krijgen als vergane glorie om daarna dood te gaan, ik ben er niet bang van. Elke leeftijd heeft charme. Een mens moet sportief zijn en tijdig plaats maken voor een ander”. Een ontmoeting met Vanessa is diepmenselijk en hartverwarmend, een ontroerende babbel die raakt tot op het bot.

Frans Van Damme


Interview verschenen in De Streekkrant, editie Gent/Deinze - week 03/2014