'Ik aanvaard geen gezag'
GENT Historicus Marc Reynebeau (59) werd door de jaren
heen een mediafiguur, een bekende gezicht in Vlaanderen. BV tegen wil en dank
of nestelt hij zich in zoveel bekendheid? Daar willen we het fijne van weten.
Reynebeau werd geboren
in Afrika. Zijn vader was in de Belgische kolonie Congo technicus in een UCO
textielfabriek. In 1968 kwam Reynebeau naar België terug om te studeren. “Voor
een kind was het in Afrika toen een paradijs. We leefden geïsoleerd, zonder
modern comfort, maar ik miste niets, je kan niets missen als je niet eens weet
dat het bestaat. Mijn enig amusement was zwemmen en lezen. Terug in België was
de aanpassing en het acclimatiseren niet zo evident”. Reynebeau liep school bij
de broeders in Oostakker, wou in feite dokter worden, al was het centrum voor
leerlingenbegeleiding van mening dat
rechten of economie een betere richting zou zijn voor hem. Hij ging naar de
Gentse universiteit en studeerde af als licentiaat geschiedenis. “Ik
ben ooit 2 jaar wetenschappelijk medewerker geweest aan de universiteit van
Rotterdam. Toen het na 1 werkjaar opnieuw september werd kreeg ik het benauwd, in
wezen moest ik terug juist hetzelfde werk doen als het jaar ervoor. Een vorm
van claustrofobie overviel me”. Hij was een jaar stagiair-medewerker bij de
culturele dienst van de stad Gent, koos uiteindelijke voor de journalistiek en
liet een academische loopbaan aan zich voorbijgaan. “Ik heb nooit gedoctoreerd.
Ik ben vrijwel zeker dat ik een slechte lesgever zou zijn, de ambitie om veel
geld te verdienen en carrière te maken is me totaal onbekend. Liever de sprong
in het onbekende dan lesgeven en doodgaan op de Unief. Ik accepteer geen
leiderschap, doe geen water in de wijn, heb nooit iets gedaan tegen mijn
goesting. Heilige huisjes intrappen en stout uit de hoek komen liggen me wel.
Niet iedereen ziet me graag of is het met mij eens. Hoeft ook niet, dat kan ik
best appreciëren. De Lotto winnen? Ik zou niet eens weten wat met het geld te
doen”.
Toen
hij fungeerde als enig jurylid in het TV-programma De Slimste Mens kreeg z’n
BV-schap een serieuze boost, al had hij een bijna haat-liefde verhouding
met het programma. Reynebeau kreeg zelfs
oneerbare voorstellen van vrouwen. “In wezen ben ik een verlegen mens. Een
bekende kop heeft voor- en nadelen. Er is een tijd geweest dat ik zelfs bang was
naar de Gentse Feesten te gaan. Zatlappen die denken zich alles te mogen
permitteren, uitgelaten dronkenschap, daar kan ik niet mee om”. Reynebeau gooit
nooit zijn privéleven te grabbel in de media,
interviews zijn zeldzaam en hij wil er zeker zijn vriendin niet bij betrekken.
“Liefde komt niet zomaar, liefde moet je soigneren, elke dag opnieuw. Die boekskes
zijn al te vaak geïnteresseerd in seks, ik noem ze de hel van het licht
amusement”.
Hij was
tijdens zijn jeugd actief als bestuurslid van een plaatselijke VU-afdeling,
terwijl je hem nu allesbehalve in die hoek zou verwachten. “Een mens groeit met
de tijd nietwaar. Ik doe mijn best in het leven maar het lukt niet altijd. Mensen
die zeggen dat ze niet liegen zijn leugenaars. Mijn slechtste eigenschappen? Het
onderhouden van sociale relaties lukt me niet goed. Mijn ecologische voetafdruk
is te groot, ik rook, drink graag een wijntje en heb angst me te vervelen. Gebrek
aan discipline en wanorde zijn echter de grootste boosdoeners. Ik ben slordig
in rekeningen betalen, vergeet het gewoon. Facturen komen terecht waar ze niet
moeten liggen, aanmaningen liggen op stapeltjes. Ik betaal een fortuin aan
herinneringskosten en interesten op achterstallige, onbetaalde rekeningen. Verder
belijd ik mijn zonden in alle discretie”.
Reynebeau schrijft ferme
boeken, naar eigen zeggen boeken die hij graag zelf zou lezen. Literatuur van
anderen, niet van iedereen, laat hij ook niet ongelezen liggen. “Ik ben een
matig mens, behalve in lezen. Ik hou niet zo van madammenliteratuur maar kijk er niet op neer. Puur
op basis van inhoud, stijl en woordkeuze kan ik meestal achterhalen of het boek
door een man of een vrouw werd geschreven. Weet je, het is een goed bewaard
geheim maar vroeger, om den brode, vertaalde ik kasteelromannetjes. Vertel het vooral niet
verder”.
Wil Marc Reynebeau tot
slot nog iets vertellen wat niemand weet? “Ik heb hier al meer vertelt dan wat
ik ooit aan journalisten heb vertelt, echt waar. Als het klikt zegt men soms al eens iets te veel hé” (knipoog). Bedankt
Marc, nog een wijntje?Frans Van Damme
Dit interview verscheen in De Streekkrant, editie groot Gent/Deinze - week 22