zaterdag 23 mei 2015

De Streekkrant interview: Marc Reynebeau


                       'Ik aanvaard geen gezag'
 
GENT Historicus Marc Reynebeau (59) werd door de jaren heen een mediafiguur, een bekende gezicht in Vlaanderen. BV tegen wil en dank of nestelt hij zich in zoveel bekendheid? Daar willen we het fijne van weten.
Reynebeau werd geboren in Afrika. Zijn vader was in de Belgische kolonie Congo technicus in een UCO textielfabriek. In 1968 kwam Reynebeau naar België terug om te studeren. “Voor een kind was het in Afrika toen een paradijs. We leefden geïsoleerd, zonder modern comfort, maar ik miste niets, je kan niets missen als je niet eens weet dat het bestaat. Mijn enig amusement was zwemmen en lezen. Terug in België was de aanpassing en het acclimatiseren niet zo evident”. Reynebeau liep school bij de broeders in Oostakker, wou in feite dokter worden, al was het centrum voor leerlingenbegeleiding van mening  dat rechten of economie een betere richting zou zijn voor hem. Hij ging naar de Gentse universiteit en studeerde af als licentiaat geschiedenis. “Ik ben ooit 2 jaar wetenschappelijk medewerker geweest aan de universiteit van Rotterdam. Toen het na 1 werkjaar opnieuw september werd kreeg ik het benauwd, in wezen moest ik terug juist hetzelfde werk doen als het jaar ervoor. Een vorm van claustrofobie overviel me”. Hij was een jaar stagiair-medewerker bij de culturele dienst van de stad Gent, koos uiteindelijke voor de journalistiek en liet een academische loopbaan aan zich voorbijgaan. “Ik heb nooit gedoctoreerd. Ik ben vrijwel zeker dat ik een slechte lesgever zou zijn, de ambitie om veel geld te verdienen en carrière te maken is me totaal onbekend. Liever de sprong in het onbekende dan lesgeven en doodgaan op de Unief. Ik accepteer geen leiderschap, doe geen water in de wijn, heb nooit iets gedaan tegen mijn goesting. Heilige huisjes intrappen en stout uit de hoek komen liggen me wel. Niet iedereen ziet me graag of is het met mij eens. Hoeft ook niet, dat kan ik best appreciëren. De Lotto winnen? Ik zou niet eens weten wat met het geld te doen”.

Toen hij fungeerde als enig jurylid in het TV-programma De Slimste Mens kreeg z’n BV-schap een serieuze boost, al had hij een bijna haat-liefde verhouding met  het programma. Reynebeau kreeg zelfs oneerbare voorstellen van vrouwen. “In wezen ben ik een verlegen mens. Een bekende kop heeft voor- en nadelen. Er is een tijd geweest dat ik zelfs bang was naar de Gentse Feesten te gaan. Zatlappen die denken zich alles te mogen permitteren, uitgelaten dronkenschap, daar kan ik niet mee om”. Reynebeau gooit nooit  zijn privéleven te grabbel in de media, interviews zijn zeldzaam en hij wil er zeker zijn vriendin niet bij betrekken. “Liefde komt niet zomaar, liefde moet je soigneren, elke dag opnieuw. Die boekskes zijn al te vaak geïnteresseerd in seks, ik noem ze de hel van het licht amusement”.
Hij was tijdens zijn jeugd actief als bestuurslid van een plaatselijke VU-afdeling, terwijl je hem nu allesbehalve in die hoek zou verwachten. “Een mens groeit met de tijd nietwaar. Ik doe mijn best in het leven maar het lukt niet altijd. Mensen die zeggen dat ze niet liegen zijn leugenaars. Mijn slechtste eigenschappen? Het onderhouden van sociale relaties lukt me niet goed. Mijn ecologische voetafdruk is te groot, ik rook, drink graag een wijntje en heb angst me te vervelen. Gebrek aan discipline en wanorde zijn echter de grootste boosdoeners. Ik ben slordig in rekeningen betalen, vergeet het gewoon. Facturen komen terecht waar ze niet moeten liggen, aanmaningen liggen op stapeltjes. Ik betaal een fortuin aan herinneringskosten en interesten op achterstallige, onbetaalde rekeningen. Verder belijd ik mijn zonden in alle discretie”.

Reynebeau schrijft ferme boeken, naar eigen zeggen boeken die hij graag zelf zou lezen. Literatuur van anderen, niet van iedereen, laat hij ook niet ongelezen liggen. “Ik ben een matig mens, behalve in lezen. Ik hou niet zo van madammenliteratuur maar kijk er niet op neer. Puur op basis van inhoud, stijl en woordkeuze kan ik meestal achterhalen of het boek door een man of een vrouw werd geschreven. Weet je, het is een goed bewaard geheim maar vroeger, om den brode, vertaalde ik  kasteelromannetjes. Vertel het vooral niet verder”.
Wil Marc Reynebeau tot slot nog iets vertellen wat niemand weet? “Ik heb hier al meer vertelt dan wat ik ooit aan journalisten heb vertelt, echt waar. Als het klikt zegt men soms al eens iets te veel hé” (knipoog). Bedankt Marc, nog een wijntje?

Frans Van Damme


Dit interview verscheen in De Streekkrant, editie groot Gent/Deinze - week 22

Geen opmerkingen:

Een reactie posten