Geen gelukkige jeugd voor wielrenner Iljo Keisse
GENT “Ik ben niet de grootste
of sterkste, maar heb wel koersdoorzicht. Zoiets heb je als coureur nodig” zijn
de wijze woorden van Iljo Keisse. Een gesprek net voor zijn vertrek naar de
Ronde van Italië.
Vooraf eventjes een misverstand rechtzetten. Wielrenners zijn geen
mannelijke kloon van domme blondjes. Hij volgde humaniora en daarna regentaat.
Dat laatste weliswaar maar 3 maanden. “De liefde voor het wielrennen liet me
niet los. Ik wou m’n boterham verdienen met koersen” vertelt Iljo. Als
voorbereiding voor de Olympische spelen kreeg hij een betaald Bloso statuut.
“Wielrenner was een jongensdroom. Ik ben tussen de coureurs opgegroeid. Vader
verkocht hamburgers en worsten tijdens wielerwedstrijden. Pa werd later
uitbater van het cafetaria op de Gentse wielerbaan, daarna zelfs manager. Ik
hielp overal een beetje mee voor wat zakgeld. In het leven heb ik nooit iets
voor niets gekregen, voor alles heb ik altijd moeten werken”. Keisse is
enigszins getekend door z’n jeugd geeft hij grif toe. “Mijn jeugd was niet de
gelukkigste periode uit mijn leven. Heb geen echte thuis gehad, kom niet uit
een warm nest. M’n ouders gingen uit elkaar, net geen vechtscheiding. Dat laat
sporen na”. Iljo mag er dan wel geen trauma hebben aan overgehouden, het klikt
toch een beetje bitter. “Ik moest m’n plan trekken, dat is de herinnering die
mij het best is bijgebleven. Daardoor leerde ik al vrij jong de waarde van geld
kennen en wat een mens er allemaal voor moet doen. Sommige gastjes denken
tegenwoordig dat geld zomaar uit de lucht valt”.
‘Het Kuipke laat ik nooit
vallen’
Vrouwen op zoek naar een coureur
Is Iljo Keisse een gelukkig man? “Ik heb moeite met onverschilligheid en egoïsme. Een mens die gewond op straat ligt, oorlog, brutaliteiten, pesterijen… bijna geen mens kijkt er van op. Mijn dochtertje krijgt andere waarden mee”. Keisse is een jonge en vitale kerel. Veel aandacht bij ’t vrouwvolk zeker? “Er zijn vrouwen die graag koers zien en er zijn vrouwen die op zoek zijn naar een coureur. Ik heb mijn gerief. Als ben ik niet altijd ’t zonnetje in huis. Hoe dichter een wedstrijd in zicht kom, hoe nerveuzer ik wordt, soms op het randje van niet meer genietbaar te zijn. Seks voor de wedstrijd, daar heb ik geen tijd voor. En na de wedstrijd ben ik te moe”. Of hij soms net hetzelfde doet als wat Peter Sagan deed met het bloemenmeisje aan de finish durf ik niet te vragen.
In juli
2010 legde het Internationaal Sporttribunaal Keisse een schorsing op van 2 jaar
voor een vermeende positieve dopingplas tijdens de 4e dag in de
Gentse 6-daagse van 2008. Het hof van beroep in Brussel schortte later de
dopingschorsing op en verplichtte de UCI om het arrest na te leven, op straffe
van een dwangsom van 100.000 euro. Er begon een kat- en muisspelletje met de
UCI, die Keisse herhaaldelijk verbood aan wedstrijden deel te nemen. In het
buitenland liep zijn schorsing af in augustus 2011. Vanaf 2012 mocht hij ook
opnieuw koersen in België.
Iljo ligt er
niet meer van wakker. “Neen, van die 100.000 euro heb ik nog steeds niets
gezien. Men gaat na elke uitspraak in beroep. In mijn urine werden sporen gevonden van het stimulerende middel Cathine
en het maskeringsmiddel hydrochloorthiazide.Mijn positieve test was een gevolg van het vervuilde voedingssupplement ZMA. Ik bewees mijn gelijk bij de disciplinaire commissie van de Belgische wielerbond”.
ljo is dus écht onschuldig? “Ja, en dat werd zwart op wit bewezen, op gezag van 6 onafhankelijke experts. We hebben door een deurwaarder bij de verdeler beslag laten leggen op een aantal voedingssupplementen. Sommige bleken gecontamineerd te zijn. Het ultieme bewijs van mijn onschuld. “Doping is onaanvaardbaar, altijd en in alle omstandigheden. Hou sport proper”.
De slopende rechtsgang, de zelfmoord van wielrenner Dimitri De Fauw, de dood van zijn vrienden en collega’s Wouter Weylandt en Frank Vandenbroucke, het waren zware tijden voor Keisse. Niet in z’n benen maar in z’n hoofd. “'De kloppen die ik gekregen heb krijg je niet in één twee drie verwerkt. Door die dopingaffaire heeft mijn imago een flinke dreun gekregen. De mensen zullen erover blijven spreken. Ik moet er maar mee leren leven” Iljo is een vechter. “Er kan er maar eentje winnen. Wie dat is, dat is niet belangrijk. Als hij maar deel uitmaakt van onze ploeg”.
In café De Karper, bij pa Keisse, werd de supportersclub ondergebracht.
“Ik heb graag supporters maar die mogen m’n leven niet beheersen”. Is dat de
reden waarom de club niet echt groeit en bloeit? Of zou het aan vader Keisse
liggen die tijdens het gesprek doet alsof ik lucht ben, niet praat, niet lacht,
mij boos aankijkt.
(Dit interview verscheen in De Streekkrant - editie Gent - week 19/2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten