maandag 24 februari 2014

Interview met 'In Vlaamse Velden' componist JEF NEVE


‘Ik heb veel noten op mijn zang’

 

SINT MARTENS LATEM  De muziek van jazzpianist en componist Jef Neve ondersteunen de beelden van de 10-delige fictiereeks ‘In Vlaamse Velden’. Zelden klonk muziek zo helder en tegelijk verontrustend. Een gesprek met Neve voelt als een warm bad.

De muziek bij de televisiereeks beslaat een rijk palet van spannende filmmuziek tot heel ingetogen fragmenten. “Componeren vraagt structuur en planning. Ik wou muziek schrijven voor instrumenten waar mensen in die tijd vertrouwd mee waren" verduidelijkt Jef Neve. "Zoals fanfare instrumenten. Of een piano, rijke families hadden dat thuis”. Voor de oorlogsscènes deed hij beroep op een groot symfonisch orkest. “Ik heb een requiem van Mozart noot per noot bestudeerd om nadien voor het slotoffensief van de serie een eigen requiem te componeren”. Alhoewel hij kan terugblikken op een heel oeuvre, dat zowel jazz als klassiek bestrijkt, was ‘In Vlaamse Velden’ een huzarenstukje van vakmanschap. “Ik ben enorm geïnteresseerd in geschiedenis en heb me vooraf goed gedocumenteerd over de grote oorlog. Ik heb altijd de neiging om teveel noten te schrijven. Voor In Vlaamse Velden beperkte ik me tot de essentie. Niet eenvoudig voor iemand die veel noten op z’n zang heeft (lacht). Dit is het strafste wat ik ooit heb gedaan. Muziek maken is ook een vorm van topsport”
'Ik geef mezelf niet graag bloot’

Het is niet evident om als jazzmuzikant BV te worden. Het is Jef moeiteloos gelukt. “Jetset feestjes zijn nochtans niet aan mij besteed. Ik ga liever een avondje met vrienden op café. Ik ben een sociaal iemand wat niet wil zeggen dat ik met iedereen zomaar pinten ga pakken Ja, een hevige levensstijl ligt me wel, eens flink doorzakken mag best. Ik ben nu eenmaal niet het prototype van een mens met een gezonde levensstijl. Alhoewel, ik tennis, joggen en speel badminton, zo’n 4 tot 5 maal per week”. Een gezonde geest in een gezond lichaam. “Helaas, het lukt me niet om te stoppen met roken, ga elke dag te laat slapen en hou van Bourgondische geneugtes”. Ideaal moment om te polsen naar het liederlijke leven van Neve. “Ik geef mezelf niet graag bloot. Aan journalisten bedoel ik (lacht). Hou nogal van privacy. Een mens moet niet alles voor iedereen te grabbel gooien”. Enig aandringen helpt. “Op m’n 13e jaar was mijn liefde groot voor Wendy, kalverliefde. Mijn voorkeur ging uiteindelijk uit naar mannen. De ideale man bestaat niet!  Men zegt soms dat schoonheid van binnen belangrijker is dan schoonheid van buiten. Doe voor mij toch maar de 2. In een relatie moeten mensen elkaar leren kennen en appreciëren, dat is de uitdaging. Elk koppel moet z’n eigen verhaal schrijven”. Vroeger werd Jef nogal snel verliefd maar reeds 5 jaar deelt hij oprecht lief en leed met Stefaan. “Mocht m’n vriend ooit eens vreemd gaan dan zal dat wel niet de meest romantische avond van onze relatie zijn. Maar mensen mogen fouten maken, we zijn geen robots. Leugens of bedrog, beloftes niet nakomen of mij iets wijs maken, daar word ik pas echt kwaad van. Zo’n mensen laat ik vallen als een baksteen”. Neve begeleidde einde jaren ’90 de boysband Get Ready. Daarvoor moet een serieuze muzikant wel erg hopeloos zijn. Neve grijnst: “Mijn boysbandverleden, dat was pure fun, hoef ik me niet voor te schamen. Eén optreden leverde dubbel zoveel op dan wat ik maandelijks kon bijeenharken door muziekles te geven. Trouwens, ik ben een optimist, geen doemdenker, haat hokjesdenken, cynisme en sarcasme want daarvan wordt de wereld niet beter. Geluk zit niet altijd in wat we voorgeschoteld krijgen maar in het besef dat het er kan zijn. Mijn muziek straalt hoop uit. Hoop is het beste middel tegen cynisme”. Wat rondbellen in de muziekwereld leert ons dat iedereen dezelfde mening heeft: Jef Neve is synoniem voor wereldklasse.
De liefde bracht me naar Gent’
Als kind had Jef een zorgeloze jeugd, gefascineerd door muziek. “Toen ik 4 jaar was vroeg ik aan moeder of ze me wou leren piano spelen. Hup, de kleine Jef op haar schoot en m’n eerste pianolessen begonnen. Ik wou en mocht naar de muziekschool. Als klein manneke droomde ik de tweelingbroer van Mozart te zijn. Leuk toch. De piano is ondertussen het verlengstuk van mijn leven geworden”. Als Kempenzoon studeerde hij in Leuven, verkaste nadien naar Brussel, heeft nu z’n werkplek in Sint Martens Latem en woont in Gent. “Met volle goeste. De liefde bracht mij naar Gent, hier woont veel schoon volk. Een stad met karakter en een toffe mentaliteit. Gentenaars zijn een stukje eigenzinnig en sociaal geëngageerd  Als ik weken, soms maanden, de wereld heb rondgereisd, voelt het hier echt aan als thuiskomen”. Jef kan wegdromen als hij denkt aan de schoonheid van vroeger. Nostalgie schrijft hij met hoofdletters. “Ik ben bang van een mensenmassa. Hoe mijn ideale wereld er uitziet? Een planeet waar niemand honger heeft, waar men apprecieert  dat iedereen gelijk is. Een wereld zonder onheil. Heel wat van mijn nummers zijn geïnspireerd door rampzalige gebeurtenissen. Het klinkt misschien raar maar een ramp zoals het busongeval in Sierre, het Pukkelpopdrama, de Arabische Lente, de kernramp in Japan, een ramp brengt dikwijls mensen dichter bij elkaar”. Neve is geen handige Harry, als nieuwe man een ramp. “Ik breng huishoudelijke taken en klusjes nooit tot een goed einde. Gelukkig is mijn werkvrouw nooit veraf”. Muziek is als een taal, je moet het leren spreken. Dat weet Jef maar al te goed. “Het enige waar ik spijt van heb ? Ik kan niet zingen! Wat heb ik toch bewondering voor Elton John, hij kan het allemaal. Toch ben ik een gelukkige vent van Gent”. Tot slot nog een straffe quote Jef? “Graag! Seks wordt beter met de jaren, dat weet ik zeker”.
Jaguar ambassadeur
Jazz is één van de vele liefdes van Jef Neve. Hij is jazzpianist en componist maar ook ambassadeur van het prestigieuze automerk Jaguar. Een samenwerking die hijzelf spontaan en kleinschalig noemt. Hij kreeg een berline gedurende een half jaar in bruikleen. De auto beviel zo goed dat hij nadien besloot deze over te kopen. “Ik bol meer dan 50.000 km. per jaar dus een comfortabele wagen met enige sportiviteit is geen overbodige luxe. De passie voor auto’s, die eigenlijk beperkt is gebleven tot een hobby, begon als kind met een collectie autootjes van matchbox en wat posters aan de muur. In mijn studententijd kocht ik met evenveel plezier occasies. Als ambassadeur mag ik met een Jaguar oldtimer deelnemen aan rally’s. Mijn absolute droom is een Aston Martin, zo’n James Bond model. Bij voorkeur in een kostuum van Scabal, een sponsor”. Jef heeft blijkbaar een neus voor zaken doen.
(FRVD)
Dit artikel verscheen in De Streekkrant, editie Gent & rand - week 09/2014




maandag 17 februari 2014

Sterrenchef DANNY HORSEELE van restaurant Ghelamco Arena: "Amateurkoks koken dikwijls beter dan sommige koks in een restaurant" !


Danny Horseele:
                         ‘Het is een mirakel dat ik nog leef’

GENT Een restaurant met een Michelin ster in een voetbalstadion, het is een unieke combinatie van AA-Gent en Danny Horseele. Beiden kunnen rekenen op een schare trouwe supporters. We mochten niet proeven maar uitzonderlijk wel meekijken in de potten van de sterrenchef.

In een trendy open ruimte met zicht op de grasmat worden fijnproevers, voor wie het Bourgondische leven gerust een euro meer mag kosten, op hun wenken bediend om te genieten er van een culinair orgasme. Horseele is en blijft, ondanks de vele tegenslagen, een vaste waarde in gastronomisch Vlaanderen.

Danny roerde 30 jaar lang in de potten van restaurant ’t Molentje in Zeebrugge waarna hij restaurant Danny Horseele opende in Dudzele. Ondanks zijn superieure ambities in de keuken moest hij de culinaire tempels sluiten. “In beide restaurants stroomden lekkerbekken van heinde en verre toe. Ze kregen waar voor hun geld, betaalden met de glimlach een flinke rekening en gingen tevreden naar huis. Helaas, mijn zakelijk talent was niet zo bijzonder groot. Ik zag me genoodzaakt de boeken neer te leggen. Dat komt hard aan. Het was vooral erg voor mijn familie en medewerkers die zich jarenlang uit de naad werkten en het beste van zichzelf hadden gegeven. Ik was ontgoocheld maar lag er niet wakker van. Het leven gaat verder. Elke tegenslag maakt een mens sterker”. Een kunstenaar verliest wel eens het businessplan uit het oog. Alles wat blinkt is geen goud. Geluk en succes zijn soms erg breekbaar.

6 operaties in 3 jaar

Alsof dat nog niet voldoende was begon hij te sukkelen met de gezondheid. “Zakelijke miserie samen met gezondheidsproblemen, dat is wel heel dikke pech hebben. Een toprestaurant runnen ís roofbouw plegen op je lichaam. Ik had een chronische ontsteking aan de darm, was Crohn patiënt, kreeg een maag- en darmperforatie en werd geopereerd voor een niertumor. Zes operaties in negen jaar wens ik niemand toe. Hierboven ziet men me blijkbaar graag. Alles is nu gestabiliseerd  en onder controle. Ik heb nooit gedacht aan doodgaan maar het is een mirakel dat ik nog leef”.

Er kwam een kantelmoment. Drie maand na de opening van het restaurant in de Ghelamco Arena kon Horseele terug een Michelinster binnenhalen. “Mijn geheim? Gedrevenheid, positief denken, met veel plezier en graag werken! Met ouder worden ben ik vlugger fysiek moe maar niet mentaal. Ik kan nu meer dan vroeger. Er is werk genoeg, men moet het gewoon willen zien. Dat mensen iets doen tegen hun zin, niet aan de slag of lui zijn, het is onvoorstelbaar”. Fierheid en erkenning brengen soulaas in het leven van een topkok.

Men verklaarde me zot

Danny Horseele durft culinaire grenzen te verleggen. “In mijn wilde jaren verklaarde men mij zot. Aardbeien met vis, fois gras met chocolade waren toen extreme combinaties. Ik denk nu: Eddy, je was eigenlijk een voorloper maar de tijd was er niet rijp voor. Wat toen niet kon kan nu wel”.  De gerechten in het restaurant van de Ghelamco Arena zijn speels, licht, modern, met aandacht voor garnituren. De herkenbaarheid van wat op het bord komt primeert. Men staat open voor Oosterse en Mediterrane invloeden. “In de keuken begint alles met de kwaliteit en versheid van producten. Ik heb nu 1 Michelinster maar de naam Horseele staat voor 2 sterren! We werken eraan”. Loont het allemaal de moeite? “Ik heb het ooit eens uitgerekend. Alle kosten verrekend werkte ik me toen kapot voor 6 euro per uur. Koken, ’t is waarschijnlijk een roeping.

Bij Horseele, altijd een flamboyante en impressionante verschijning geweest. is de signatuur van de meester duidelijk merkbaar. Hij gaat voor goud, zijn naam wordt in de culinaire wereld met hoofdletters geschreven. De strijdvaardig chef staat nu meer dan ooit op scherp. Kon hetzelfde maar gezegd worden van AA-Gent.

Ik ben supporter van Club Brugge
Danny Horseele is een kind van de zee. “Waarschijnlijk gemaakt in de duinen en geboren op het strand. (lacht). Als jonge gast kon ik aan boord van de Holland America lijn. Het mocht niet van thuis. Mijn hart bloed als ik er aan denk”. Hij pendelt dagelijks tussen Knokke en Gent. “Ik mag dan wel aangespoeld zijn in Gent, elke dag moet ik toch de zee zien. Kijken naar water is rustgevend. Maar als stad heb ik Gent lief. Elke week zijn hier nieuwe, fijne, leuke dingen te ontdekken. Wat een verschil met Brugge. Vooral de laatste jaren heeft Gent de grandeur van een echt grote stad. Geloof me vrij, al wat ik zeg komt recht uit het hart. Mijn vrouw is nog begeesterd van Gent. Ik denk dat ze verliefder is op Gent dan op mij”. (lacht). Er komt een bekentenis die menig AAGent supportershart zal pijn doen: “Ik ben een fervent supporter van Club Brugge, heb er sinds mensenheugenis een abonnement. Maar Gantoise kan wel ten volle op mijn sympathie rekenen”.
Kookboeken van televisiekoks verkopen als zoete broodjes. Zijn kookprogramma’s een zegen of een vloek? Horseele wil niet meedoen aan deze hype. “Een vergiftigd geschenk. Televisie maakt of kraakt iemand”. Kan geen enkele TV-kok dan op enig begrip van de sterrenchef rekenen? “Jeroen Meus is een uitzondering. Hij heeft een low profile, staat met beide voetjes op de grond. Praat voor iedereen verstaanbaar, kookt lekkere en eenvoudige gerechten die zelfs mij kunnen bekoren. Hij is de enige die zich op termijn zal handhaven. Ik mag dan wel ijdel zijn, overexposure is nergens goed voor. Ik zal mijn naam nooit lenen aan potten en pannen, keukens en boter. Dat heeft op termijn enkel een negatief effect”.
Met kookworkshops en pop-up restaurant van sterrenchefs heeft Horseele het nogal moeilijk: “Amateurkoks koken dikwijls beter dan sommige koks in een restaurant”!

Een woord is een woord
Danny Horseele kreeg diverse voorstellen om terug aan de slag te gaan na z’n miserie. “Men vroeg me om elke dag voor 12 passagiers te koken aan boord van een Belgisch privé yacht in de Caraïben. Maar ik had mijn woord gegeven aan AAGent voorzitter De Witte. Een woord is voor mij heilig. Een goede beslissing, ik voel me hier goed in m’n vel”.
Danny Horseele heeft de leiding van het Ghelamco Arena restaurant. Het financiële management is in handen van Michel Louwagie. De tijden dat voetbal enkel en alleen een volkse aangelegenheid was zijn duidelijk al lang voorbij. Zakelijke dimensies van sport spelen een belangrijke rol in het ganse gebeuren.
De uitbating van restaurant Horseele betekent voor AA Gent een jaarlijks kostenplaatje van 1 miljoen euro. Na 3 jaar wil men er break-even draaien.
Bovendien komt er een viersterrenhotel in de directe omgeving van het stadion.
(FRVD)
Dit interview verscheen in De Streekkrant - editie Gent & Rand - week  08/2013





 

woensdag 5 februari 2014

Interview acteur JURGEN DELNAET


‘Van mijn blote kont ligt niemand wakker’

 

De naam Jurgen Delnaet (42) klinkt niet zo bekend in de oren. Nochtans is hij als acteur en theatermaker niet de eerste de beste. Johnny, de vurige truckchauffeur in de film Aanrijding in Moscou doet waarschijnlijk wél een belletje rinkelen. Zowat 6 jaar na de film tijd voor een pittige babbel.

 

Twijfelen aan de kwaliteit en het succes van Vlaamse films doen we al lang niet meer. Jurgen heeft daar ongetwijfeld een niet onaardige bijdrage toe geleverd.

Hij plaatste zich definitief als filmacteur op de kaart met zijn vertolking in de veelgelauwerde langspeelfilm Aanrijding in Moscou. “Mijn 1e echt grote filmrol. De producent wou acteurs die het Gents machtig waren. Ik werd gecast en goed bevonden. Weet je, als kind was de Minardschouwburg één van mijn favoriete plekjes. Met m’n grootouders, later met pa en ma naar Romain Deconinck gaan kijken, dat was een onvergetelijke belevenis. De foyer waar een bordje hing waarop stond dat iets warm drinken tijdens de pauze niet mogelijk was, zoiets vergeet men toch nooit. Ik ging volledig op in het stuk, begreep niet alles maar kon er wel ferm mee lachen. Het voelde aan alsof de zaal helemaal leeg was en men alleen voor mij toneel speelde”. Taal is voor Jurgen belangrijk. “Ik ben erg taalgevoelig maar kijk niet neer op dialect. Taal is alles, daaruit ontstaan banden, misverstanden, discussies en nog veel meer. Gepast spreken, hoe verwoord men exact wat wordt bedoeld of hoe zwijgt men op de juiste manier. Je wordt wat je zegt. Woorden kunnen iemand doen moorden”.

 

Hij kreeg les van Dora van der groen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Delnaet als theatermaker een getalenteerde perfectionist is. “Mensen raken, dat is de grootste genoegdoening. Volle bak of 10 mensen in de zaal, het maakt niets uit. Als ik op een podium sta moet het goed zijn, daarvoor heeft het publiek betaald. Na de voorstelling van een toeschouwer een merci krijgen, dat doet me oprecht deugd”. Het moeilijkste moment in z’n leven? Jurgen denkt lang na maar kan niets bedenken. Maakt hij zich ergens zorgen over? “Ja, over het milieu, de wereld waarin mijn kinderen zullen leven. Dat heeft misschien te maken met mijn donker kantje: een duiveltje in mij zegt dat alles slecht is. De ongevoeligheid, onverschilligheid van mensen raakt me. Iedereen gooit alles op het internet zonder rekening te houden met anderen. Mensen nemen toch zoveel plaats in, er wordt te veel en te vlug gereageerd”. Delnaet is naar eigen zeggen emotioneel, kan best relativeren, romantisch, kritisch, nooit vlug tevreden en altijd op zoek. “En altijd gestresseerd voor een première, dan moet men mij gerust laten. Alhoewel het fijn aanvoelt op straat herkend te worden. Enige gezonde jaloezie is nodig maar met wrok en frustraties komt men geen stap verder. Het loont nooit de moeite boel te maken”.

 

Alert blijven, fysiek meekunnen, gespaard blijven van dementie zijn geen fait divers die Delnaet zomaar onder de mat wil vegen. “Op m’n 23ste had ik al een midlifecrisis: moto’s en liefjes!  Nu zit ik aan de helft van m’n leven, dat laat me niet onberoerd. Vanaf de geboorte is geweten dat men later zal dood gaan. Het leven is niet voor eeuwig, je kan er dus maar beter mee lachen. Tragische humor is de beste”.

Hij spreekt met zachte stem, geeft de gemoedelijke indruk van een wijze man. “Als ik geen contract of afspraken heb moet ik toch altijd ergens mee bezig zijn. Lezen, schrijven, teksten bewerken, films kijken, eigenlijk kan ik me niet gewoon eens totaal ontspannen”. Mocht het prototype van de ideale schoonzoon bestaan dan komt hij dicht in de buurt. “Al kunnen automobilisten die mij, als fervent fietser, van de weg rijden, niet op enige sympathie rekenen”.

 
Na de middelbare school aan het Don Boscocollege van Zwijnaarde trok Jurgen Delnaet naar de toneelafdeling van het Antwerpse conservatorium. Hij bleef in Antwerpen plakken. Niet zozeer aan de stad maar aan een lief, later z’n vrouw. “Antwerpen is zeker niet het middelpunt van de wereld. Maar het ligt wel centraal en is bijgevolg handig voor mijn jobs. Ik hou nog ontzettend veel van mijn geboortestad. Door de afstand is de liefde voor Gent alleen maar groter geworden, een grote stad met de geborgenheid van een dorp”.

‘Domino’ was voor Jurgen zijn 1e musicalervaring. Het smaakt naar meer. “Ik kom uit het gesubsidieerd theater met kleine groepjes en producties met bescheiden middelen. En dan plots zo’n groots project. Ik heb me flink geamuseerd. Ik hoop de anderen ook, er kwamen toch geen klachten” (lacht).

Krijgt een acteur blozende oortjes van een seksscène? “Seks suggereren is belangrijk dan het werkelijk open en bloot laten zien. Als het een noodzakelijk deel uitmaakt van een goed verhaal heb ik geen bezwaar. Bij dergelijke opnames maak ik me niet druk of men nu wel of niet mijn blote poep zou zien. Daar zal wel niemand van waker liggen zeker”.

Raakt Denaet soms in paniek als hij denkt aan het onzekere bestaan van een acteur? “Ik wordt correct betaald al staan er voor mij geen 3 masseuses klaar na een opname, zoals in Amerika de gewoonte is (lacht). Ik zit nooit zonder werk. Hopelijk hoef ik nooit om den brode reclame maken voor yoghurt of hamburgers. We zijn tweeverdieners en hebben niet veel nodig, leven sober, genieten van wat er is. Eigenlijk geven we liever dan krijgen. Als er eens wat geld op overschot is gaan we het niet oppotten maar geven het liever uit aan leuke dingen. Maar niet aan prullaria met Valentijn, daar doen we niet aan mee”.

 

Het zijn drukke tijden voor de Vlaamse film. Het wordt alvast uitkijken naar 26 februari want dan komt de langspeelfilm HALFWEG in de zalen. De prent werd in slechts 23 dagen en met een beperkt budget gedraaid op 1 locatie. Jurgen Delnaet, ooit nog Johnny camione l'amoroso, speelt een mysterieuze rol als spook. De film vertelt het verhaal van Stef. Hij zit  in een scheiding en betrekt een villa die hij onder de prijs kon kopen. Daar wil hij in alle rust de dingen op een rij zetten. Al op de 1e avond staat de vreemde Theo in zijn living die beweert de rechtmatige bewoner te zijn. Stef wil niet wijken en de pesterijen tussen de 2 mannen lopen uit de hand. Stef ontdekt dat Theo de vorige eigenaar is en al 2 jaar dood is!. De film zoekt het komische in tragische situaties. Voor de liefhebbers: de Horta villa waar de opnames plaatsvonden staat te koop. Prijs: 1,7 miljoen euro.

(FRVD)

Dit interview verscheen in De Streekkrant - editie Gent & rand - week 06/2014