60 jaar Vlaamse televisie: coryfee Roel Van Bambost
‘Ik hoop nog op een eigen filmprogramma’
Televisie,
de laatste 60 jaar geëvolueerd van een curiosum naar een niet meer weg te
denken massamedium. Roel Van Bambost, de man met de weelderige zilverkleurige
haardos, heeft dankzij een rijke carrière als filmrecensent zowel voor radio
als televisie geschiedenis geschreven. Hij presenteerde het filmprogramma
Première en recenseerde films in het journaal. Ondertussen is Van Bambost al
enkele jaren van het scherm verdwenen maar hij heeft nog niet aan bekendheid
ingeboet. “In 1965 kwam ik voor de 1e maal op televisie. Alle grote en knappe
mannen en vrouwen van het witte doek, allemaal heb ik ze gesproken”. Collega en
leermeester Jo Röpcke was een monument, Première een druk bekeken en gewaardeerd
programma. Van 1991 tot 2010 presenteerde Van Bambost het filmmagazine. Maar plots was het afgelopen, geen plaats
meer voor één van de oudste programma’s, zo goed als geen interesse meer in
filmnieuws. Het afschaffen van Première was een absoluut dieptepunt. Er kwam
niets zinsvol in de plaats. Bij manier van spreken had men meer aandacht voor
het volksdansfestival van Schoten dan voor goeie internationale films. Als VRT
bediende ben ik veel te braaf geweest, had meer op tafel moeten kloppen. Ik heb
nieuwe voorstellen ingediend maar het
werd niets, ’t was blijkbaar allemaal niet meer nodig. Na 44 jaar trouwe dienst nam
ik afscheid van de VRT. Het leverde mij een schoon pensioentje op”.
Moe gestreden, een beetje ontgoocheld misschien? “Ja! Ik ben destijds
gevraagd door VTM maar weigerde. Tijden veranderen. Als journalist voor de Amerikaanse
public relations machine gespannen worden maakte me bijna paranoïde. Heen en
weer vliegen naar Los Angeles voor een voorgekauwd stompzinnig gesprek van
amper enkele minuten met een filmvedette, ik heb er wel nooit luidkeels tegen
geprotesteerd maar had er geen zin meer in. Een interview van 4 minuten, zoals
tegenwoordig vaak het geval is, wordt belachelijk. Een
filmcriticus lijkt hoe langer hoe meer een schakel te worden in de
marketingketting van filmbedrijven”.
Hij kwam voor de 1e
maal op televisie in 1966. De minzame, bedachtzame Roel praat al een leven lang
op een zinnige, onderhoudende en goeie manier over film. Er staat geen
vervaldatum op Van Bambost.
“Het grote publiek is mij bijlange niet vergeten, de mensen
herkennen mij nog steeds op straat. Ja, dat streelt mijn ijdelheid. En denk nu
maar niet dat al mijn fans gepensioneerden zijn hé. Ik werd zelfs ooit eens
gestalkt door een jonge gast, een Waal. ’t Was een handtekeningjager, je liep hem op elk filmfestival tegen het
lijf. Eric Van Looy nam die kerel ooit eens, uit compassie, mee naar z’n
hotelkamer. Dat zou ik nooit doen, geraak er dan maar van af. Als ik er goed
over nadenk weet ik het zeker, ik ben een antiglobalist. Net zoals ik lang
geleden genegenheid had voor provo’s en leefde als een hippie. Dat waren nog
eens tijden, het was de meest creatieve periode in mijn leven”.Als er iemand in aanmerking komt voor een Life Time Award, dan is het wel Roel Van Bambost. “Of ik zou kunnen leven zonder bekendheid? Ik weet het niet. Ik ben filmliefhebber in hart en nieren, kan films en publiek sowieso niet missen, zal er altijd mee bezig blijven. Ik heb de ambitie om ooit nog een filmprogramma te presenteren. En een one night stand met zo’n Chinese of Japanse madame staat ook nog steeds op m’n verlanglijstje” (lacht). Hoop doet leven is alvast een oud Chinees spreekwoord.
‘Ik
hou niet van discussiëren’
Roel Van Bambost werd geboren in de buurt van de
Dampoort. Blijkbaar een vruchtbare bodem voor veel Gents talent. “Ter wereld
gekomen na een periode van grote miserie. Mijn vader was rijkswachter te paard.
Gangreen opgelopen tijdens de oorlog, een arm geamputeerd en om aan de Duitsers
te ontsnappen gevlucht naar Noord Frankrijk. Mijn moeder was een jaar zonder
nieuws van hem en plots stond hij terug voor de deur. Van dat onverwachte happy
weerzien was ik 9 maanden later het resultaat”. De tienerjaren van Roel waren
zijn gloriejaren. “In de cinema Odeon op de Antwerpsesteenweg kocht men voor 5
frank een ticket dat recht gaf op het uitkijken van alle vertoningen. Voor mijn
ouders een veilige en goedkope kinderopvang. Later opende aan de Dampoort de
Normandie, de 1e bioscoop die cinemascoop programmeerde. Ik heb wat afgevreeën
in die cinema’s maar heb er ook de filmmicrobe opgedaan”. Wat is volgens de
filmliefhebber met een eigen, milde mening, de slechtste film aller tijden?
“Dat zijn alle films die men direct vergeet, dus ‘k zou het niet weten”.
De
wereld rondreizen is niet altijd plezantGeef toe, filmrecensenten hebben toch een luxeleventje, leve de filmfestivals. “Vergeet het. Thuis komen en bekaf zijn, geen glamour, wel hard labeur en weinig slapen. De wereld rondreizen lijkt misschien plezant maar dat is niet altijd zo. Geef mij maar Gent, rebels en spontaan. De combinatie van de drukke stadssfeer en de gezellige overzichtelijke kleinschaligheid vind ik tof”. Heeft Van Bambost een negatief kantje? “Alhoewel het me reeds werd gevraagd, ben Ik totaal ongeschikt voor de politiek want ik kan niet tegen discussiëren. Ik twijfel enorm alvorens beslissingen te nemen Ben tevens slordig in het organiseren van mijn eigen leven, dat mag je gerust mijn grootste gebrek noemen. Maar anders valt er best met mij te leven”.
Miek en Roel
Muziek is nog zo’n passie van Roel. Hij heeft met zijn
vrouw Miek sinds 1965 vlot een muziekloopbaan uitgebouwd. “Tijdens mijn
studententijd speelde ik in het muziekbandje The Ropecarriers, een slechte
vertaling van de stroppendragers. Later werd dat The Ropes. Als zanger van dit skiffle
& rock’n’roll groepje liep ik tijdens een optreden Miek tegen het lijf. De
vonk sloeg over. Mijn lief kon goed zingen dus was het tijd voor Miek &
Roel, een sociaal kritisch duo in een non-conformistische hippietijdperk. We
zijn altijd geëngageerd geweest, zongen protestliedjes uit pure overtuiging”. Een
andere hartstocht is zelf koken en lekker eten, met een voorliefde voor Oosters
en Japans. Ik ben gek op rauwe vis maar ook Belgische asperges gaan er vlot in”.
Nog een levensfilosofie? “Probeer altijd het positieve in iets te zien. Dat heeft
me al veel geholpen”.
Frans Van Damme
Dit interview verscheen in De Streekkrant, editie Gent - week 17/2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten