Advocaat Filip Van Hende
“Er is veel verborgen werkloosheid in de advocatuur”
GENT
Filip Van Hende is niet enkel een bekende naam in de advocatuur, hij is ook een
bekend gezicht bij het grote publiek. Toppleiter in de rechtszaal, een stevige
reputatie, charmant en zonder kapsones in de omgang. Hij legt voor ons een
stukje van zijn ziel bloot.
Zijn roots liggen in Destelbergen, waar hij 9 jaar
gemeenteraadslid en 6 jaar OCMW voorzitter was. “Eigenlijk ben ik een echte
stadsmens. Ik mag dan wel in Destelbergen wonen, mijn hart en mijn kantoor
situeren zich in Gent. Mijn beroepskeuze destijds? Veearts! Volgens het PMS
centrum (nu Centra
voor Leerlingenbegeleiding CLB) zou het wel lukken… mits hard werken. Vooral
dat laatste was er net teveel aan.” Er was bijgevolg een plan B nodig. Na
de Latijn-Griekse humaniora startte Filip Van Hende in 1969 de rechtenstudie
aan de Gentse Universiteit. “Nog geen minuut spijt van gehad. Het begrijpelijk en
toegankelijk maken van het recht was voor mij belangrijk. Ik sloot mij aan bij
de oprichters van de Wetswinkel. Na mijn stage werd met 4 gelijkgezinden een
eigen praktijk opgestart.” Stafrecht is zijn specialisatie. Met bijna 70 assisenzaken op de teller
kent Meester Van Hende het klappen van de zweep. Bestaat er zoiets als een
succesformule? “Veel levenservaring heeft men nodig in het strafrecht. Het
gesproken woord heeft veel belang. Zo kan een advocaat plots iets uit de mouw
schudden, de trukken van de foor hé. Sommige
mensen hebben niet altijd veel vertrouwen in stagairs en pro deo advocaten. Ten
onrechte”.
Kennis moet betaald worden, je hebt Lada’s en Jaguars. Dat is net
zo bij advocaten. Maar om het grote geld te incasseren staat een raadsman
dikwijls aan de verkeerde kant van de tafel. Waar of niet waar? “Er is veel
verborgen werkloosheid in de advocatuur. Hoge kosten, te weinig werk voor te
veel advocaten, een BTW verhoging naar 21 %, de vergoeding voor pro deo
advocaten daalt, dat maakt het er allemaal niet eenvoudiger op om je boterham
te verdienen.” Het kantoor Van Hende heeft daar niet onder te lijden al zou men
er niet iedereen verdedigen. “Op de rechtbank kan men geen toneel spelen. Een
zaak aannemen kan enkel als het klikt met de cliënt, ik moet volledig achter
hun verhaal kunnen staan en het moet allemaal op mijn manier gebeuren. Het
leven is als een slalom en mensen kunnen falen maar ik ga er mijn reputatie
niet voor ten grabbel gooien. Wij communiceren vooraf open over onze tarieven.
Klaar en duidelijk, nadien geen verrassingen voor de cliënt. Misschien zal ik
wat langer moeten werken maar hier circuleert geen enkele euro zwart geld. Geef
Caesar wat hem toekomt, alles officieel. Vergeet niet, wie beroep doet op mijn
verdediging zit dikwijls aan de onderkant van de maatschappelijke ladder. Enige
sociale bewogenheid is wel op z’n plaats.” In de rechtbank staan advocaten
dikwijls met getrokken zwaarden tegenover elkaar. Het lijkt wel of ze elkaars
bloed kunnen drinken. Niets is minder waar, schijn bedriegt. “Keihard in de
rechtszaal en daarna samen een pint gaan drinken, dat kan best. Wees nooit
rancuneus, morgen hebben we misschien elkaar nodig. We vechten voor de belangen
van onze cliënt maar mogen ons er nooit mee vereenzelvigen. Alle dagen is het
een afwegen tussen echte werkelijkheid en juridische werkelijkheid.” Het lijkt
wel of mensen onderling hun problemen niet kunnen of willen oplossen. Overleg
en gezond verstand zijn soms ver te zoeken. “Het zijn de vrederechters die in
contact komen met de kleine, dagelijkse irritaties en frustraties van mensen. Een
banaal conflict , een burenruzie kan verschrikkelijke gevolgen hebben. Rechtspraak
is een fundamenteel recht, anders leven we in een politiestaat”.
‘Wie zou u als uw
verdediger willen mocht u een moord hebben begaan?’ was ooit de vraag in een
poll aan de universiteit. Filip Van Hende stond op de tweede plaats. Helemaal niet
slecht. Vrouwe Justitia mag dan wel blind zijn, Filip Van Hende is dat zeker niet.
“Leg nooit in het leven de lat te hoog, dan ben je nooit ontgoocheld. Streven
naar rechtvaardigheid en zich inzetten voor anderen, niet alleen voor jezelf,
is het hoogste goed. Er is nogal wat miserie in de wereld maar ik ben een echt
zondagskind, voel me rijk zonder echt rijk te zijn. Hier en nu moeten we er het
beste van maken want dood is dood. Jonge mensen rondom me heen, een goed glas
wijn en naar een voetbalploegje van oude knarren gaan kijken op zondag, heel
eenvoudige dingen kunnen toch zo waardevol zijn.”
FRANS VAN DAMME
Dit interview verscheen in De Streekkrant week 17/2016