zondag 8 november 2015

Interview De Streekkrant: KURT DEFRANCK


Acteur/theatermaker  Kurt Defrancq
'Vrouwen kunnen het best vuile lollen vertellen’

GENT Wie een goed geheugen heeft zal Kurt Defrancq (51) nog kennen als het typetje Modest uit de TV-programma’s Rosa en Eric Bastiaens uit Thuis. Of misschien ook uit ontelbare andere televisieprogramma’s en theaterproducties. Volgens insiders is hij sympathiek, levensecht en een man met veel artistieke troeven. Omdat goedgelovigheid niet zo direct onze beste eigenschap is, gingen we zelf op onderzoek.

”Ik ben geboren op 11 september, eigenlijk de eerste ramp die op Nine Eleven gebeurde” lacht Defrancq. “Mijn opgroeifase was in Brugge maar uiteindelijk beland ik in het Gentse als aangespoelde West Vlaming.” Zijn ouders gingen elke week naar de stadsschouwburg en kleine Kurt mocht mee. “Aan de ontbijttafel was het gespreksonderwerp de voorstelling die we gezien hadden. De grandeur van theater had toen iets feestelijk, daarom ging moeder vooraf naar de coiffeur. Kapitein Zeppos op TV, dat was mijn jeugdidool, toen televisie nog magie was. Altijd de dromer van de klas geweest, uit het raam kijken naar de vogeltjes buiten kon me soms meer boeien dan wiskunde. Respect voor andere mensen en solidariteit werd me met de paplepel ingegeven.”

Misschien is het wel daarom dat Kurt Defrancq het fonds ‘De Acteurspenning’ heeft opgericht, dat hulp biedt aan acteurs en actrices met pensioen die het moeilijk hebben. "Bedoeling is om niet structurele steun te bieden, bij medische kosten komen we tussen, we willen een helpende hand te zijn bij urgente basisbehoeften. Het initiatief kwam er dankzij een legaat van de Koning Boudewijnstichting. Het is voor acteurs vaak al een probleem om tijdens hun loopbaan rond te komen, omdat ze niet altijd een project hebben. Hun pensioenopbouw is zo mogelijk nog moeilijker door de verbrokkelde carrière. Tijdelijke armoede is dan soms het resultaat. We zoeken nog steeds donateurs.” Zijn er teveel acteurs voor het huidig werkaanbod? “Het is een wetmatigheid dat jongeren sneller worden gecast dan ouderen. Een sociaal vangnet bestaat maar het volstaat dikwijls niet. Meer dan de helft van de artiesten heeft het moeilijk, het eergevoel is groot, sommigen willen geen hulp. Het blijft een kwetsbare groep. Puur economisch is het  niet evident om in ons beperkt taalgebied als acteur rond te komen.” Daarom ging Kurt op zoek naar een tweede peiler waarop zijn carrière kan rusten. Hij werd cultureel adviseur aan de Gentse Universiteit, een job die perfect te combineren is met zijn andere activiteiten. “De drang om acteur te worden, was op mijn 18e groot. Het verlangen om naar de universiteit te gaan bleef latent aanwezig. Mijn 2 jobs zijn als yin en yang, als peper en zout. Het culturele aanbod is een van de redenen waarom jongeren voor een bepaalde studieplaats kiezen. Het is mijn taak dit aanbod in Gent uit te bouwen. Ik ben een multifunctionele mens. De academische wereld is gedreven, boeiend en verrijkend, ik ben blij daar deel te mogen van uitmaken.”
Leif (LevensEinde Informatie Forum) ligt Kurt erg nauw aan het hart. Een waardig levenseinde voor iedereen, mensen moeten iets vroeger kunnen afscheid nemen van het leven wanneer het onmenselijk wordt bij gebrek aan kwaliteit. “Wanneer en vooral hoe ik sterf wil ik in eigen handen houden. Weten dat je niet onnodig, uitzichtloos moet lijden is een hele geruststelling. Als acteur liever dood op de planken dan tussen de planken.” Hij laat het ondertussen niet aan zijn hart komen, en geniet, weliswaar met mate, van het leven. “Ik ben niet materialistisch. Van vergelijken wordt men ongelukkig, wees tevreden met wat je hebt. Mochten mensen  meer met elkaar praten, dan zouden we elkaar beter kennen en beter verstaan, het zou veel plezieriger zijn om samen te leven. Veel mensen luisteren niet, nadenken is niet het herschikken van vooroordelen. Ik ben gelukkig maar onrustig en gedreven, altijd met zoveel bezig. Ik zal maar volledig tot stilstand komen wanneer ik gecremeerd ben.”

Lachen moet men doen, zich niet ergeren. Kurt was dan ook, jaren terug, de stuwende kracht achter de Gentse ‘Nacht van de Vuile Lollen’. “Ik ben graag in een volkse omgeving. Mijn krantje lezen in een echt volkscafé en luisteren, observeren, het is zo verrijkend, daar zitten de beste stand-up comedians. Je zou het zo direct niet verwachten maar vrouwen kunnen het best vuile lollen vertellen.” (lacht)
Frans Van Damme
 
 
Artikel verscheen in De Streekkrant, week 46/2015 - editie groot Gent/Deinze

Geen opmerkingen:

Een reactie posten