maandag 17 oktober 2016

Interview De Streekkrant: Tine Ruysschaert


Actrice/woordkunstenaares TINE RUYSSCHAERT

‘Geen partner hebben heeft zijn voordelen’

DE PINTE Met een eigen en persoonlijke stijl verbaasd Tine Ruysschaert telkens haar publiek. Met haar sober maar springlevend woordtheater is elke performance als een geslepen diamant in het aanbod van culturele activiteiten. Haar programma’s zijn monologen, dikwijls verhalen van vrouwen. Een gesprek met Tine is een verademing in deze vluchtige wereld.
“Als kind nieuwjaarsbrieven voorlezen op 1 januari, daar keek ik elk jaar naar uit. Op school gedichten voordragen maakte mij compleet gelukkig” mijmert Tine nostalgisch. “Liefdesbrieven schrijven was niet mijn grootste kracht. Maar ik kon de liefde voor mijn man met des te meer overtuiging overbrengen. Hij is veel te vroeg overleden, hij heeft nooit mijn succes echt kunnen meebeleven. Ik was altijd onderweg, het kon niet anders, we leefden van mijn optredens. Daardoor ben ik veel afwezig geweest voor de kinderen, daar heb ik nu spijt van.” Met haar sober maar springlevend woordtheater is elke performance van Tine Ruysschaert een belevenis in het aanbod van culturele activiteiten, het publiek hangt aan haar lippen. Haar theaterprogramma’s zijn monologen, dikwijls verhalen van vrouwen. “Ik heb veel geluk gehad, heb kansen gekregen die voor een vrouw niet altijd zo vanzelfsprekend waren. Als feministe ga ik niet op de barricaden staan maar duw wel graag mee aan de kar.”

Al 45 jaar is Tine Ruysschaert soliste in woordtheater. Ze was docente woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium van Gent en aan verschillende buitenlandse universiteiten, o.a. Berkeley (USA) University, College of London, Rijsel, Praag, Warschau, ... Elke voorstelling is als een warme douche van woorden, haar one woman shows zijn boeiende momenten vol tederheid, telkens sober en toch springlevend. Eenvoud siert Tine Ruysschaert, zowel persoonlijk als professioneel. “Mensen worden overdonderd met lawaai, effecten en shows. Daar doe ik niet aan mee. Want woorden van schrijvers en dichters hebben zoveel kracht dat je weinig of geen effecten nodig hebt. De kracht van het woord in zijn puurste vorm is ook mijn kracht waarmee ik het publiek kan treffen, telkens opnieuw.”
Tine mag rekenen op heel wat waardering, diverse prestigieuze prijzen kwamen dan ook haar richting uit. “Ik werd laureaat van de Visser-Neerlandiaprijs. Als wereldwijde propagandiste voor het Nederlands en de Nederlandse cultuur mocht ik van het Vlaams Overleg Gent de Gouden Draak ontvangen, een trofee uitgereikt aan een persoon die zich verdienstelijk maakte voor de promotie van de Vlaamse eigenheid.” Praten over politiek doet Tine liever niet. Alhoewel iedereen recht heeft op een mening wil ze niemand tegen het hoofd stoten en iedereen tot vriend houden. Aarzelend, net niet off the record, ventileert ze enkele bedenkingen. “Hoe men Vlamingen koeioneert in de ring rond Brussel, dat maakt me kwaad. Het koninklijk huis krijgt miljoenen om rijk te leven, terwijl ze niet eens de taal deftig spreken. Wie haar favoriete politicus wel mag zijn wil ze niet vertellen. Dat hij in Antwerpen woont en durft zeggen wat velen denken, daarmee moeten we zelf de puzzel oplossen. “Ik heb een goed en interessant leven gehad, en nog altijd. Een goede familierelatie, leuke en flink uit de kluiten gewassen kleinkinderen, ik wrijf in de handjes van dankbaarheid. Optreden blijft plezant, memoriseren lukt perfect.” Een mens is toch niet gemaakt op eenzaam en alleen te zijn? We doen een ultieme poging op Cupido een handje toe te steken. Tevergeefs. “Een man zou mijn leven niet rooskleuriger maken. Geen partner hebben heeft z’n voordelen. Ik heb geen interesse meer in mannen. Zalig, alles kunnen doen zonder verantwoording af te leggen. Oud worden is geen triestige bezigheid, mij zal je niet zien wegkwijnen achter de geraniums.” Tine is een gelovig mens. “Het evangelie is de moeite waard om ervoor te leven, om de inhoud toe te passen. Het lijdensverhaal is pure romantiek. Bijbelse vrouwen zijn formidabele figuren.”

De televisie was nooit erg geïnteresseerd in het fenomeen Ruysschaert. De intimiteit van een zaal is haar forum. “Elke dag een andere zaal, telkens een ander publiek dat moet veroverd worden, voorwaar een boeiende opdracht.” Echt doodvallen op scène, daar heeft ze geen zin in, hoe groot haar liefde voor het theater ook wel mag zijn.”Bij het afscheid drukt Tine ons nog wat op het hart. “Het is geen ijdelheid, maar wil je liever niet mijn leeftijd vermelden. Schrijf maar dat ik pensioengerechtigd ben.”
FRANS VAN DAMME


Gepubliceerd in De Streekkrant week 42/2016

maandag 10 oktober 2016

Interview De Streekkrant: Sarah Claerhout


Politica Sarah Claerhout, lijsttrekker CD&V

“De CD&V rolde in het verleden vechtend over de straat”

GENT In juli werd verrassend bekendgemaakt dat kamerlid Sarah Claerhout (39) in Gent de CD&V lijsttrekker zal zijn bij de gemeenteraadsverkiezingen. Ze haalde ooit eens uit naar de moderator tijdens een debat: “Dat is eigen aan uw beroep, u weigert te luisteren naar wat ik te zeggen heb.” Wij zijn dus op onze hoede.

Sarah maakt een gedecideerde indruk.. Dit is haar 1e grote interview geeft ze meteen aan. “Mijn vader, destijds hoofdredacteur bij Kerk en Leven heeft me in alles gestimuleerd. Hij leerde me om niet te vlug iemand te beoordelen, om niet te al te gauw vanuit de buik te spreken. Wat soms erg moeilijk kan zijn in de politiek.” Wie haar als kind vroeg wat ze later wou worden kreeg steevast als antwoord ‘een job waarmee ik de wereld kan zien’. “Ik wou de wereld zien en dat is mij gelukt. Ik heb in het buitenland gewerkt door mijn onderzoek aan de UGent en lange periodes in India. ik ben heel breed christelijk opgevoed. Christen zijn is een voortdurende zoektocht. Een tolerante, open opvoeding deed me nadenken over wat ik wou doen met mijn leven.” Kijken, oordelen, handelen, niet te vlug veroordelen, voortdurend bijleren zijn voor Sarah belangrijke waarden. “Ik zie mensen graag. We moeten leren luisteren naar elkaar, samen op zoek gaan naar oplossingen. Angst en olie op het vuur gieten, de verruwing van de maatschappij, dat maakt me ongerust. Democratie is een spel van verschillende partijen die samenwerken.”

Op 25 mei 2014 werden kiezers in het stemhokje geconfronteerd met bekende en minder bekende politici op de kieslijsten. Sarah Claerhout, sedert 2013 voorzitter van de Gentse CD&V afdeling,  behaalde 8.118 voorkeursstemmen als eerste opvolger op de Oost-Vlaamse CD&V-lijst voor de Kamer. “Het was de eerste maal dat ik mij verkiesbaar stelde en mocht de eed afleggen toen Pieter De Crem staatssecretaris werd. Ik wou mee vorm geven aan een sociale toekomst waarin kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en het welzijn van de mensen centraal staan. Werk maken van een sociale, warme samenleving en de wereld beter maken, liggen Sarah nauw aan het hart. “We moeten de uitdagingen zoals de vergrijzing, de moeilijke economisch omstandigheden en de nood aan duurzaamheid onder ogen zien en oplossingen aanreiken.” Ze blijft een nobele onbekende maar de partij ziet in haar een rijzende ster. Als 1e vrouwelijke CD&V lijsttrekker ooit moet ze de partij terug prominent in het schepencollege loodsen. “Ik ben in de politiek gegaan vanuit een lokaal engagement en een overtuiging voor het christendemocratisch project. De CD&V heeft het niet altijd gemakkelijk gehad maar heeft hier zeker een plaats. Wij willen er met een sterk team staan. Onze ambitie? Na 30 jaar oppositie willen we terug mee besturen.” Sarah, verrassend openhartig, hoopt op een ommekeer in de Gentse politieke verhaal. “De partij was bijna verdwenen, de CD&V rolde in het verleden zowat vechtend over de straat. Dat zal niet meer gebeuren. Compromissen sluiten, die rijkdom in onze democratie zijn we bijna verloren.” Hangt er een anti politieke sfeer in de lucht bij de bevolking? “Populisme en mensen opzetten tegen elkaar, jong tegen oud, rijk tegen arm, is verfoeilijk .Ongeduld en haat nemen toe. Stop de onverdraagzaamheid.” Ze komt uit voor haar mening. Het mobiliteitsplan maakt haar niet wild enthousiast. “De schepen weigert te luisteren, hij slaagt er niet in om een draagvlak te creëren, doet dogmatisch en creëert aversie. Het had anders gekund. Het plan bevat goede ideeën maar voor de uitwerking moet je tijd nemen. Eerst alle voorwaarden uitwerken en dan pas paaltjes zetten.” Dat ze de vrouw wordt genoemd die de CD&V moet redden gaat voor haar te ver. “Ik merk dat een vrouw in de politiek moet vechten om te overtuigen. Men probeert een jonge vrouw in de hoek te zetten als een poppetje. Het is treffend hoe vaak men vraagt naar mijn leeftijd. Vraagt men dit ook aan mannen van rond de 40 in de politiek? Het is niet omdat je een andere benadering hebt, waarbij je minder de stem kan verheffen (vrouwen hebben een minder zware stem), minder heftig kan doen (vrouwen worden dan gekenmerkt als hysterisch), dat je niets kan bereiken. Als vrouw is het zoeken naar de juiste toon, duidelijk en resoluut. Zonder een bitch te worden in de politiek. Ik heb onderschat hoe dit nog speelt de dag van vandaag. Men zegt dat ik moet zorgen overal in Gent zichtbaar aanwezig te zijn. Dat probeer ik nu te doen.” Werken aan een imago, het kan nooit kwaad.

Frans Van Damme


Gepubliceerd in De Streekkrant week 41/2016

maandag 3 oktober 2016

Interview De Streekkrant: Paul Van Cauwenberge


Gewezen rector – professor  Paul Van Cauwenberge

‘Ik pleegde roofbouw op mijn lichaam’

GENT Professor Paul Van Cauwenberge (67) leidde gedurende 2 ambtstermijnen de UGent als rector. Hij mag dan wel een internationale reputatie genieten als onderzoeker, het maakt hem niet wereldvreemd voor de gewone, simpele dingen van elke dag. Bij het begin van het nieuwe academiejaar een gesprek met een ex rector, het leek ons geen slecht idee.
Tijdens de jeugdjaren had Paul een buitengewone interesse voor journalistiek,  muziek en vrouwelijk schoon. “ Ik ben gelovig opgevoed en heb lang gedacht om missionaris te worden. Ik was de persoon in de klas van wie iedereen dacht: ‘Die gaat priester worden.’ Maar toen ik op mijn vijftiende de meisjes leerde kennen, ben ik van dat idee afgestapt. De buurman inspireerde mij om arts te worden. ”Hij studeerde geneeskunde, specialisatie neus, keel en oor. “Wie voor die richting koos kreeg de naam van dokter slijm en snot. Ik was nieuwsgierig, wou alles kunnen. Daarom heb ik ook 3 jaar lijkschouwingen gedaan maar kon er eigenlijk niet tegen. Vreselijk was dat, het was voor mij een brug te ver. Het is net zoals met speelfilms die slecht aflopen, ik kan er niet tegen.”

Paul was een brave rebel, altijd kritisch en mondig zonder op de barricaden te staan. “Er heerste toen een progressieve studentensfeer. Inspraak was onbestaande. De vraag naar verandering was hoorbaar maar kwam er pas echt na 1968. Later hebben we nog wel een paar keer een opstoot van studentenprotest gezien, maar studenten waren hoe langer hoe meer bezig met hun eigenlijke studie.” Wie hem goed kent is het er over eens, hij beschikt over autoriteit en natuurlijke gezag. Een kleine rondvraag bij oud studenten leert algauw dat Van Cauwenberge bijzonder populair was en graag gezien. Hij heeft in de loop der jaren niet enkel prestige opgebouwd in de universitaire wereld, hij was als expert par excellence ook nauw betrokken bij de globale hervorming van het hoger onderwijs. “Ik pleit voor samenwerking tussen alle hogescholen en universiteiten. Aan de pers liet ik mij eens ontvallen dat 1 universiteit voor gans Vlaanderen mijn grote droom was. Het werd me niet in dank afgenomen. Ondertussen blijft mijn idee ongewijzigd. Te weinig subsidie, het is een probleem. De goede resultaten zijn enkel mogelijk dankzij de inspanningen van het onderwijzend personeel.” De mentaliteit van studenten is in de loop der jaren flink gewijzigd. Of toch niet?Het is meer een slingerbeweging geworden, de mentaliteit fluctueert. Mijn betrokkenheid bij studenten is altijd vrij groot geweest, trouwens nu nog altijd. Studenten zijn de toekomst. Onderwijs is belangrijk, wij zijn er voor de studenten, niet andersom.” Bij het einde van elk academiejaar worden de buizen met karrenvrachten aangevoerd. Studenten kunnen beroep aantekenen. Een kwestie van een beetje studeren en de luiaard uithangen? “Het is geen zegen maar ook geen vloek. Het zijn niet altijd de beste studenten die in beroep gaan. Voor anderen is het pure rechtvaardigheid. Het academiejaar begint op de 1e dag en niet op 1 januari.”
Hoe komt iemand met een drukke agenda en veel ambitie tot rust. “Ik zing graag. Countryblues en negrospirituals. Liedjes van de jaren ‘60, ‘70 en ‘80. Van Johnny Cash, Leonard Cohen en Nick Cave. Heb enkele cd’s gemaakt en zong ooit op de Student kick-off voor 30.000 studenten. Zenuwachtig dat ik was. Maar vanaf het ogenblik dat ik op het podium stond viel alle stress van mij af.” Toch was het niet altijd feest. In India kreeg Paul een hersenbloeding. “Het resultaat van roofbouw plegen op mijn lichaam. Te weinig aan sport gedaan, gerookt, ongezond eten … de schade is geleden. Ik wou met de fiets naar Compostella maar het kon niet meer, het werden fietstochtjes naar de bronnen van de Schelde (lacht). Ik weet mijn mogelijkheden en beperkingen. Als voetballer sloeg ik vroeger, vooral bij de vrouwen, geen slecht figuur. Maar dat kwam waarschijnlijk meer door mijn mooie benen dan door mijn sportieve prestaties.”

Liegen, machtsmisbruik en onrecht, Paul kan er niet mee overweg. Door alle politieke partijen kreeg hij een plaats aangeboden op kieslijsten. Hij hield altijd de boot af. “Ik heb nog zoveel andere dingen te doen. Mijn levensverhaal is er één van samenwerken. Misschien speelt het mee dat ik arts ben. Die moet iedereen helpen. Het is niet altijd gemakkelijk maar je moet mensen eerst zelf tot een inzicht brengen.” Zou het daarom zijn dat men Paul Van Cauwenberge een charismatische man noemt?
FRANS VAN DAMME


Gepubliceerd in De Streekkrant week 40/2016

zondag 2 oktober 2016

Interview DE ZONDAG: Martine De Regge


Martine De Regge (Sp.a)



‘Ik geloof niet in sprookjes’



Martine De Regge (59) blijft reeds jarenlang overeind in de Gentse politieke wereld. Sinds 1981 trouw aan de partij, 6 jaar gemeenteraadslid en 21 jaar schepen, een niet onaardig palmares. Als schepen van personeelsbeleid, facility management en administratieve vereenvoudiging, sinds 2013, kiest ze duidelijk voor hard en gericht werken in de luwte. Zonder kapsones, recht door zee, open communiceren ligt in haar lijn.



“Lang geleden was het mijn ambitie om burgemeester te worden, ik was trouwens niet de enige. Dat is nu voorbij. Een leven naast de politiek is niet altijd gemakkelijk maar het blijft een boeiende job. Noem me gerust een positieve realist, iemand die met beide voetjes op de grond blijft. Als kind was mijn droom dierenarts worden. Het ging uiteindelijk een andere richting uit, al blijft het toch in de lijn van de logica. In plaats van dieren zorg ik nu voor mensen.”



Was je kindertijd een leuke tijd?



“Als enig meisje tussen 4 broers was ik een braaf kind. Al heel vroeg sociaal geëngageerd. Sinterklaas, ik had al vrij vlug door dat er iets niet in de haak was met die man. Het was precies of ik hem van ergens kende. Het zal wel een nonkel of een buurman geweest zijn zeker. Het mysterie werd nooit opgelost. Een spaarvarken heb ik nooit gehad. Moeder deed met m’n spaarcentjes nuttige dingen, kocht mooie kleren voor mij als het nodig was. Sprookjes las ik wel, zoals de verhalen van Fabiola, maar eigenlijk geloof ik niet in sprookjes. In de liefde ben ik ook altijd zeer nuchter geweest.”



Men hoort wel eens vertellen dat het vroeger beter was.



“Vroeger was het anders, niet zozeer beter. Sommige mensen klampen zich dikwijls vast aan herinneringen. Pure nostalgie: het mooie onthoudt men, wat slechter was vergeet men graag maar al te vlug. Elke periode in een mensenleven heeft een bepaalde betekenis. Ikzelf heb het geluk gehad te kunnen en mogen studeren, dat was toen in elk gezin niet evident. Door diverse jobs tijdens de vakanties, ook als vrijwilliger, weet ik wat werken betekent, de handen flink uit de mouwen steken is me niet onbekend. Ik blijf eeuwig geloven in de goedheid van mensen.”



Wat maakt je bang?



“Angst is een slechte raadgever, maak mensen niet bang. Pak de problemen aan, geef kansen zodat iedereen het beste in zichzelf kan ontdekken. Daarom ook wil ik mij verder inzetten voor sociale gelijkheid. Al is het een kwestie van tijd en budgetten,

iedereen heeft recht op een dak boven zijn hoofd. Helaas kunnen me niet alles met een eenvoudige vingerknip oplossen. Wie het moeilijk heeft moet ook meekunnen in onze stad. Het blijft belangrijk investeringen en bedrijven aan te trekken. Ik ben gelukkig en blij dat ik hieraan mag meewerken.”



Wat is voor jou 1 mooie, opmerkelijke realisatie in de stad?.



“Moeilijke vraag. We hebben zoveel mooie projecten, op korte termijn werd heel veel gerealiseerd. In 2017 verhuist de huidige bibliotheek naar de Krook. Zo komt er ruimte vrij voor het inrichten van een modern, duurzaam en toegankelijk onthaal tot de administratieve diensten van Stad Gent. Alle Gentenaars kunnen hier tegen 2020 terecht met al hun vragen in plaats van dat ze nu nog op verschillende locaties moeten zijn in de stad.”



Is geld belangrijk in je leven?



“Op de Lotto spelen, dat behoort al lang tot het verleden. Hypothese, mocht ik toch meedoen en winnen dan zou ik het geld verdelen onder de mensen die mij genegen zijn. Vriendschap en oprecht zijn ten opzichte van mij is veel belangrijker, dat toucheert mij. Natuurlijk hou ik van het goede leven. Maar zonder echt een gezondheidsfreak te zijn let ik toch een beetje op mijn voeding. OK, het is niet goed te praten, maar een sigaret roken behoort tot mijn rituelen.”



Al gedacht aan het pensioen?



“Stoppen, nooit aan gedacht! Doorgaan zolang de kiezers het willen, zolang mijn gezondheid het toelaat. Een schepen heeft geen uiterste houdbaarheidsdatum, dat moet elkeen voor zichzelf uitmaken. Sterven, daar is nog tijd genoeg voor. Volgens mij bestaat reïncarnatie niet. Dus kunnen we beter blijven waar we zeker weten dat het goed is. Gent kende een transformatie van een grijze industriestad naar een bruisende, levende stad waar het goed is om te leven, wonen en werken.”



Frans Van Damme


Gepubliceerd in DE ZONDAG dd. 02/10/2016











Interview De Zondag: Tine Heyse


Tine Heyse (Groen)

‘In de politiek moet men tegen z’n verlies kunnen’

Toen Tine in 2000 haar opwachting maakte in de Gentse gemeenteraad werd haar vlug duidelijk dat je als nieuwkomer in de politiek nog veel moet leren. Vooral zaken die voor ervaren politici vanzelfsprekend zijn, maar waar je als nieuweling helemaal geen weet van hebt. Zonder kleerscheuren kwam ze die periode door. Haar dossierkennis wordt alom geprezen. “Misschien ben ik wel geen grote debateerder en geen politiek natuurtalent maar mij onder tafel praten is niet gemakkelijk.” Tine bleef ononderbroken in de gemeenteraad en werd  op 2 januari 2013 schepen van Milieu, Energie en Noord-Zuid toegewezen.

Eigenlijk kozen haar ouders Martine als voornaam  maar zelf maakte ze er gewoon Tine van. Ze werd opgevoed in het dialect, zo ging dat nog in die tijd. Tine  hield van de natuur en vond het maar normaal dat die moest beschermd worden. ”Ik kwam al gauw in de milieubeweging terecht en heb veel betoogd. Tegen autosnelwegen, voor de vrede, tegen kernraketten… Mijn ouders waren gewone mensen, een mondaal gezin. De liefde voor het milieu en de natuur kreeg ik vooral mee van vader.” Generatie en milieu waren bepalend voor haar schoolopleiding. Het werd technisch onderwijs, meisjes waren toen voorbestemd om die richting te volgen.” Verder studeren aan de universiteit was toen niet zo vanzelfsprekend. Maar ze kon nogal goed onderhandelen, trok thuis alle registers open en uiteindelijk mocht het. In 1983, een periode van hoge werkloosheid, studeerde ze af aan de universiteit. “Een jaar nadien heb ik pas werk gevonden dus ik weet maar al te goed wat het betekent om werkloos te zijn.” Toen destijds Agalev wou verbreden en mensen op hun lijst wou zetten die pasten in het profiel, maar nog geen politieke ervaring hadden, kwam Tine in beeld.

Kwam je al eens in aanraking met onrechtvaardigheid?

“Op school waren er gewone meisjes zoals ik en meisjes van rijkere afkomst. Hier ondervond ik voor het eerst wat onrechtvaardigheid betekent. Er werd op ons neergekeken, ik was maar de dochter van een kuisvrouw. Dit is me altijd bijgebleven. Sociale onrechtvaardigheid is vreselijk. Wie arm is moet zich daarvoor niet schamen. Opkomen voor de zwakkeren in onze samenleving is een nobele gedachte. Het klinkt misschien als een cliché maar geld is niet belangrijk, zeker niet de moeite waard om er ruzie over te maken. De garantie voor een gelukkig leven? Een warme thuis! Een waarde die ik mijn kinderen altijd heb meegegeven: kijk nooit neer op mensen.”

Je bent blijkbaar een vrouw met power !

“Klein maar dapper! Als jong meisje heb ik veel van de wereld gezien door te liften. Met autostop had ik enkele slechte ervaringen, werd lastig gevallen door nare mannen maar ik was niet op mijn mondje gevallen. Het waren gelukkig uitzonderingen, er waren meer mooie verhalen.” Ik ben geen tafelspringer, geen haantje de voorste maar laat niet op m’n kop zitten. In de politiek moet men tegen z’n verlies kunnen. Soms gaat het goed, soms wat minder goed. Opgeven? Nooit! Al bestaat er ook nog een leven na de politiek. Een romantisch type, neen, ik ben nogal nuchter en melancholisch. Genieten van kleine, simpele dingen maakt me blij. Mijn moeder is  lang geleden overleden. Mijn carrière heeft ze niet kunnen meebeleven. Ik zou haar nu willen zeggen: ‘Ma, ge ziet dat ik toch goed ben terechtgekomen hé’. Oude foto’s van vroeger koester ik want het maakt een deel uit van mijn geschiedenis. En mijn abonnement van AAGent wil ik voor geen geld van de wereld missen, ik ben een die hard fan in goede en slechte tijden. ”

Wat brengt de toekomst?

“Gent moet een propere stad blijven. Afval blijft een eeuwige strijd. Helaas, niet elke Gentenaar en toerist wil onze stad proper houden. Zwerfvuil is gewoon een kwestie van luiheid, dat maakt me echt kwaad. Gelukkig daalt het sluikstorten. Toch mogen we niet klagen, de vooruitgang is duidelijk merkbaar. Ik wil er elke dag voor ijveren om van Gent een ecologische en duurzame stad te maken, met aandacht voor het zuinig omgaan met de schaarse energiebronnen en grondstoffen. Gent moet zijn eigen propere energie opwekken en iedereen heeft recht op een goed geïsoleerde woning. Aandacht voor onze impact op het Zuiden is daarbij nooit ver weg”

Goede raad is altijd welkom!

“Kijk met een open blik naar de wereld. Een verharding van onze maatschappij is helaas de harde, goed merkbare realiteit. Overtuig mensen dat het ook anders kan. Wees bekommerd om mensen die het minder goed hebben. Samen kunnen we iets realiseren, als team, niet als einzelgänger.”   

Frans Van Damme


Gepubliceerd in DE ZONDAG dd. 02/10/2016

Interview DE ZONDAG: Filip Watteeuw


Filip Watteeuw (Groen)

‘Na een rondje lopen ben ik een beter mens’

Filip Watteeuw (54) was er van overtuigd dat het kartel SP.A-Groen de enige manier was om in het stadsbestuur te geraken. Stilaan groeide het vertrouwen en uiteindelijk kon men met een sterk vernieuwend en ecologisch programma naar de kiezer trekken. Het resultaat was een grandioze verkiezingsoverwinning. Groen haalde 10 zetels, Watteeuw werd schepen van Mobiliteit en Openbare Werken.

Omdat het cumuleren van een schepen- en een parlementair ambt bij Groen niet toegestaan is, legde Watteeuw zijn ambt als Vlaams Parlementslid neer. Bij zijn afscheid kreeg hij een paraplu cadeau. “Om open te trekken wanneer het in Gent moeilijk gaat” zei Kris Peeters. “Maar ik ben niet zo’n parapluutjesman” lacht Watteeuw. “Ik ben eigenlijk een politieke diesel. Eerst traag op gang, maar dan blijf ik wel volop doorgaan. Mijn bevoegdheden zijn me op het lijf geschreven. We moeten stoppen met enkel te denken vanuit het perspectief van de auto. Destijds ging mijn thesis over duurzame mobiliteit in Gent.”

Heb je goede herinneringen aan de jeugdjaren?

“In het dorp (Moorslede) waar we woonden was niet veel te beleven. Door de oliecrisis en de grote werkloosheid zag het er toen alles behalve rooskleurig uit. Ik las graag en veel, elke dag een boek. Ook serieuze literatuur, een nieuwe wereld ging voor mij open. Boeken uit de bibliotheek, want thuis was er geen grote weelde maar eten was er altijd. We kwamen niets te kort, vroeger had men minder nodig. Mijn ouders waren kleine zelfstandigen met een meubelwinkel. Mijn vader was een echte vakman, maakte zelf meubels, de geur van houtzaagsel zal mij altijd bijblijven. Ik ging bij de Chiro en werd er zelfs leider. Werken met jongeren, leuke spelnamiddagen organiseren, verantwoordelijkheid nemen, veel zaken in vraag stellen, het was een boeiende tijd. Als jonge gast kon ik het nachtleven in Gent bijzonder waarderen.”

Als schepen introduceerde Filip  een nieuw, controversieel mobiliteitsplan en kreeg hiervoor meermaals de wind van voren, was dikwijls de kop van jut, de zondebok.

Hoe ga je met kritiek om? No hard feelings?

“Je moet alles in de juiste context plaatsen. Ik probeer mijn werk goed en doordacht te doen, sommige opmerkingen raken mij. Een handelaar die ongerust is over zijn inkomen, ik begrijp de bekommernis en wil gerust meedenken. Een grote mond opzetten, grof en brutaal zijn, vuilspuwerij, op de man spelen en niet op de bal, daar heb ik het moeilijk mee. Gelukkig is dat een kleine minderheid, er komen ook veel positieve reacties.



Wat sommigen op sociale media durvenzetten is ongelooflijk, daar probeer ik niet op in te gaan.Ik ben de verpersoonlijking geworden van mobiliteit. Constructief zijn is de boodschap. Luisteren voorkomt verzuring, maak de mensen geen blaasje wijs. Als iets niet mogelijk mocht zijn dan zeg ik het ronduit.”

Als schepen, content in Gent?

“Het gaat me absoluut niet om titels maar wel om het realiseren en het in gang zetten van projecten. Vooruit gaan, draagkracht, gedrevenheid en geduld, het is een rare combinatie maar alles heeft nu eenmaal zijn tijd nodig. Gent straalt een unieke sfeer uit, de stad is een combinatie van gevestigde waarden, van creativiteit en van nieuwe, hippe zaken en locaties. Onze horeca bloeit, waterzooi, stoverij neuzekes, mosterd van Tierenteyn, hoofdvlakke, bloedworsten van Zwaenepoel, Mokabon koffie, kaas en rijstpap van het Hinkelspel… geef mij maar de stad. In een plattelandsgemeente zou ik niet meer kunnen leven. Trouwens, stadsmensen zijn broodnodig om de natuur te behouden.”

Is een drukke agenda onder controle te houden?

“Fietsen langs de Schelde, zo’n 15 km., geeft een zalig gevoel van totale ontspanning. Maar lopen is voor mij toch de mooiste sport die er bestaat, de beste manier om te ontstressen, om het hoofd leeg te maken. Mijn vrouw maakt er mij meermaals op attent dat ik een beter mens ben na een rondje lopen. Het is een kwestie van doseren. Anders hou je het geen 20 jaar vol. Vrijdagavond en zondagnamiddag zijn voorbehouden voor familie en vrienden. De grootste troef van echte vriendschap is de stilte, daar zijn geen woorden bij nodig.”

Een ultieme wens? Een favoriete one night stand ?

“We hebben een mooi netwerk van openbaar vervoer. Maar zelf eigen openbaar stadsvervoer organiseren, zoals vroeger de MI.V.G., daar droom ik van. Soms maak ik mij ongerust over de overbevolking in de wereld. Zowat 7 miljard mensen moeten eten, drinken…. het milieu en de natuur gaan eraan kapot. Wat die one night stand betreft, daar geef ik liever geen antwoord op. Er wordt al genoeg gebabbeld over mij (lacht).”

Frans Van Damme


Gepubliceerd in DE ZONDAG dd. 02/10/2016



Interview DE ZONDAG: Tom Balthazar


Tom Balthazar (Sp.a)

‘Als ge Gent graag ziet moet ge er zorg voor dragen’

Tom Balthazar (53) was tot 2007 advocaat, maakte in oktober 2000 zijn intrede in de gemeenteraad en werd door zijn collega’s aangeduid als Sp.a fractie voorzitter. Tom mag dan misschien wel niet zo populistisch zijn als Daniël Termont, hij doet in 2018 een gooi naar de burgemeesterssjerp. Hij wordt geprezen om zijn dossierkennis. Insiders zijn het erover eens: met 1 blik weet  hij elke situatie perfect in te schatten.

Balthazar is op zijn hoede. De laatste tijd had hij, naar eigen zeggen, wat minder prettige ervaringen met de pers. “Men noemt me wel eens de minzame jurist. Ik ben al vele jaren politiek actief maar heb nog nooit ook maar iets tegen mijn zin gedaan. Mijn inzet als gemeenteraadslid en schepen volgt op een sociaal engagement dat mij altijd heeft gedreven. Voor wat hoort wat, een gezonde arbeidsmoraal die me als kind werd meegegeven. Ik had ambities om journalist te worden maar daar wilde men thuis niets van weten. Als jobstudent vulde ik de rekken in de GB aan de Dampoort, was kelner in het nachtrestaurant Corner House waar veel dames van plezier kwamen. Ze waren altijd gul met het geven van fooien.  Van de fijne vleeswaren in het restaurant kwam ik terecht bij het lekkere vlees van vleesdistributeur Primus (lacht). Wat de liefde betreft heb ik wel het nodige verkennend werk gedaan.”

De lokroep van de Gentse politiek was intens aanwezig?

In 2007 zette ik de stap naar een uitvoerend mandaat en werd schepen van milieu en sociale zaken. Nadien, toen in 2010 Karin Temmerman een overstap maakte naar de Kamer van Volksvertegenwoordigers, nam  ik een groot deel van haar bevoegdheden over en werd schepen van milieu, stadsontwikkeling en wonen. Drie beleidsdomeinen met drie keer dezelfde grote uitdaging: werken aan een duurzame, aangename en leefbare stad.”

Binnenkort mogen we je misschien aanspreken met Burgemeester Balthazar!

“Ja, wie weet. Daar zullen de kiezers over beslissen. Het zal niet eenvoudig zijn maar dat is het nooit geweest. Bij de verkiezingen in 2012 kleurden 5.466 mensen het bolletje achter mijn naam rood en werd ik schepen van stadsontwikkeling, wonen en openbaar groen. Weet je, ik wil mij nergens opdringen. De kampioen handjes schudden ben ik zeker niet, op jongere mensen maakt dat trouwens nog weinig indruk. Geef hoop, doe geen valse beloftes, straal kracht en vertrouwen uit, wees eerlijk en oprecht, dat zijn goede eigenschappen. Als ge Gent graag ziet moet ge er zorg voor dragen. Ik zal er mij totaal voor inzetten. Ik ken de stad en zijn bewoners goed, dat helpt.”

Worden ouderen te vlug afgeschreven?

Soms wel, maar het is zeker geen algemene regel. Maar het is tevens goed dat jonge mensen een kans krijgen. De rotatie nu gaat vlugger dan vroeger. De kracht die van mensen uitgaat is belangrijk. Ervaring, weten wat er leeft, nieuwe ideeën, zich totaal inzetten mogen we niet zomaar wegcijferen. Als politicus ontmoet je veel mensen, kan je veel realiseren. De job is zeer gevarieerd. De medaille heeft ook een keerzijde: gebrek aan tijd voor jezelf en de familie, de vrienden. Er blijft te weinig tijd over om te ademen, om te bezinnen, om nieuwe dingen te ontdekken.

Tijden veranderen. Heb je daar moeite mee?

Neen, eigenlijk niet.  Al geef ik grif toe, mijn website moet dringend eens serieus bijgewerkt worden. Als het maar eventjes kan spring ik elke zondag, vroeg in de morgen, in het zwembad. Daarna naar de bakker om pistolets. Op zondagavond sta ik achter de kookpotten. Italiaanse kost is mijn specialiteit. Mijn vrouw en kinderen zijn echt enthousiast over mijn culinaire escapades. Enfin, ze eten toch alles op wat op het bord komt (lacht). Italië is trouwens ook mijn favoriete reisbestemming.

Doodgaan doen we allemaal. Is euthanasie een goede of slechte evolutie?

De wereld van de gezondheid heeft me altijd erg geboeid. Als kind wou ik arts of dokter worden. De angst om als chirurg niet handig genoeg te zijn deed me uiteindelijk kiezen om rechten te studeren en specialiseerde me als jurist in medisch en gezondheidsrecht. De zelfstandigheid van patiënten  moet gerespecteerd worden. Patiënten worden hoe langer hoe meer mondiger, het is een goede evolutie.  Men moet zelf kunnen beslissen over euthanasie , palliatieve zorg of een andere behandeling. Leven is het belangrijkste geschenk waar we, in alle omstandigheden, met respect moeten mee omgaan. Of er leven is na de dood? Denk  het niet, ik ben zo goed als zeker dat het na ons gedaan is. Leef dus hier en nu!”

Frans Van Damme


Gepubliceerd in DE ZONDAG dd. 02/10/2016