donderdag 25 april 2013

De Streekkrant: PORTRET van HERMAN BRUSSELMANS


Brusselmans ziet liever honden dan kinderen
‘Vrouwen hebben om mij gevochten’

 GENT ‘Mogelijke memoires’, het laatst verschenen boek  van Herman Brusselmans, was de ideale aanleiding om binnen te kijken in de loft én in de ziel van deze veelschrijver. Niets zo krachtig als het geschreven woord, niets zo heilig als het gegeven woord, niets zo mooi als het gesproken woord. Brusselmans ten voeten uit.
Herman Brusselmans (55), zowel verguisd als verheerlijkt, publiceerde meer dan 60 boeken. Hij schrijft bijna sneller dan zijn schaduw. Herman schrijft zoals wij allemaal praten, no nonsens en verstaanbaar. Je zou het bijna ‘de pen van het volk’ kunnen noemen, wat sommigen in het metier misschien wat hautain doet snuiven.
Talent met een hoofdletter geschreven, dat is zijn geheim. “Volgens mij bestaat inspiratie niet. Het is enkel een kwestie van talent en fantasie. Je kunt het of je kunt het niet. Je hoort mensen dikwijls zeggen ‘daar zou ik een boek kunnen over schrijven’. Mocht het zo poepsimpel zijn, waarom doe ze het dan niet?”. Nochtans was er destijds in de familie Brusselmans geen aandacht en tijd voor boeken. “Het waren veehandelaars thuis. Pa en ma hadden wel wat anders aan hun hoofd. Het enige boek in huis was de telefoongids. Pas toen ik aan mijn studies Germaanse filologie begon ontdekte ik de literatuur”.Het liet hem, gelukkig voor de mensheid, nooit meer los. Tijdens zijn legerdienst schreef hij het 1e boek. Na het 5e boek werd hij voltijds schrijver. “Doe vooral in het leven geen werk tegen je goesting. Dat is niet vol te houden. Zoek naar een andere job. Maak van het leven wat er van te maken is, er komen zoveel dingen op je weg”.

Liever een hond dan een kind

Herman zit nooit verlegen om enkele sterke, doch welgemeende uitspraken. Humoristische oneliners, al of niet correcte grappen en heilige huisjes van bekende Vlamingen intrappen worden hem niet altijd in dank afgenomen. Hij is altijd klaar en duidelijk, maar vooral eerlijk. ”Ik hou niet van kinderen. Als ze van pa en ma niet direct een smartphone krijgen maken ze boel. Kinderen zijn de nieuwe heiligen. Met m’n 1e vrouw is ’t er nooit van gekomen. Nadien met Tania ook al niet. Heb er absoluut geen spijt van. Van mijn hond heb ik ook veel plezier en vriendschap”.
Pseudo Brusselmans kenners en tooghangers gaven me een goed raad: ‘vraag niets over zijn drankprobleem of hij zet je meteen aan de deur’. Allemaal cafépraat! Herman begint er spontaan zelf over. “Mijn periode als notoir dronkaard ligt al 20 jaar achter mij. Ben er niet fier op maar heb er ook geen spijt van. Ik heb 5 jaar lang zo goed als onafgebroken gezopen. M’n 1e huwelijk ging er aan kapot. Ik was nooit thuis, altijd onderweg van café naar café. Eten was niet nodig, geraakte daardoor ondervoed. Gelukkig was Ik geen ambetante dronkaard”.
Omdat er in z’n lijf toen meer alcohol dan bloed stroomde hield hij er uiteindelijk een hernia aan over. Nadien waren oncontroleerbare angstaanvallen zowat 10 jaar lang het resultaat van een leven vol seks, drank en rock & roll. Geen prettige tijd. Dankzij pillen is het nu onder controle. Drank hoeft niet meer. “Maar m’n 2 pakjes sigaretten per dag mogen ze me niet afnemen. Roken is de zwaarste verslaving”.

‘Ik ben geen dekstier’

Misschien liever aan elke vinger een lief? “Sinds Tania in mijn leven verscheen niet meer. De vonk sloeg direct over. Tania is mijn grote liefde zonder wie het onmogelijk is om te leven. Eigenlijk ben ik nooit een dekstier geweest. Alhoewel de allures van een Adonis mij onbekend zijn hebben 27 vrouwen gevochten om mij. Ooit ben ik gevlucht voor een horde amoureuze wijven. Om te ontsnappen aan hun geestdrift sprong ik in een taxi. Met een Olympische snelheid bleef een trut de taxi stratenver achterna lopen. Ze verscheen gelukkig niet aan de finish. Liefde moet van 2 kanten komen hé”. Tot slot signeert Herman gewillig mijn meegebrachte boeken. Goed als appeltje voor de dorst. Gesigneerde meesterwerken stijgen immers in waarde.
 



‘Weg met de Gentse Feesten’
Brusselmans had talent als voetballer en kon in 1975 een profcontract te pakken krijgen. Hij weigerde en koos met volle overtuiging voor een onzeker bestaan als schrijver. Zijn biologisch klok tikt niet zoals bij een gewone sterveling. Hij slaapt overdag, leeft en werkt ‘s nachts. “Gent is een geweldige stad” overpeinst Herman. “Hier wil ik nooit meer weg. Ik voel me aangetrokken tot de stad. Net zoals ik destijds een adoratie had voor mademoiselle Smolders, een oude jonge dochter. Ik zal haar nooit vergeten. Tijdens m’n 1e job, als bibliothecaris bij de RVA, was die oude vrijster mijn directe chef. Dat waren nog eens tijden”. Het lijkt wel of Brusselmans het onvermogen heeft om serieus te blijven. Als we het over de Gentse Feesten hebben wordt Brusselmans plots ernstig. “Zwijg me daar van. Dat opgeklopt feestgedoe moet men in de huidige vorm maar eens afschaffen of dringend hertekenen. Het kan toch niet dat in een grote stad alles wat echt noodzakelijk is 10 dagen stilvalt omdat men zo nodig  moet feesten”. Hij meent het nog ook!
Herman werd wereldberoemd in Vlaanderen en kreeg de BV status. Vrouwen die me anders zonder bekendheid nooit zouden aankijken liggen nu aan mijn voeten. Al is dat met ouder worden al veel minder geworden” lacht hij.
Herman zal niet verhongeren. Na ons gesprek zijn de mensen van Woenstijnvis aan de beurt. Er zijn plannen voor een TV-project. Een nieuw boek ligt al bij de uitgever. Ook in de boekenverkoop heeft de crisis toegeslagen. “Maar mij hoor je niet klagen. Ik voel me een vrij mens en verdien een goed belegde boterham. Schrijven is een hard maar plezierig werk”. Menig bekende Vlaming kon niet lachen met een vermelding in het oeuvre van Herman. Ann Demeulemeester stapte destijds naar de rechter. De auteur werd ondertussen voorzichtiger. “In mijn hoofd heb ik toch nog altijd een zwarte lijst met namen. ’t Zal ooit nog wel eens van pas komen”.
 
Vooraleer u de kleenex'en bovenhaalt, Herman is nog levend en wel onder ons maar heeft voor alle zekerheid zijn tussentijdse memoires geschreven. “Als jonge snaak wou ik niet ouder worden dan 42 jaar”. Nu denk hij daar anders over. “Al ben ik van oordeel dat de wereld een triestige plaats is. Ziekte, dood en onrecht maken mij opstandig en woedend”.
Boeken geschreven in een eenvoudige taal, doorweven met niet alledaagse humor, daar heeft Brusselmans blijkbaar een patent op. Noem het maar gerust ‘gezellig ouwehoeren’. Zijn laatste verhaal ‘Mogelijke memoires’ begint in de jaren ’60. Halverwege kantelt het boek naar de tegenwoordige tijd. Met als resultaat 368 pagina’s interactie tussen verleden, heden en toekomst. “Ik moet niets meer bewijzen maar schrijven helpt tegen het vergeten” aldus Brusselmans. What you read is what you get. Een boek dat niet alleen de fans kan boeien.
 
Dit artikel verscheen in De Streekkrant editie Gent en rand -  week 16/2013
 
 
 
 
 
 


 
 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten