Brusselmans ziet liever honden dan kinderen
‘Vrouwen hebben om mij gevochten’
Herman
Brusselmans (55), zowel verguisd als verheerlijkt, publiceerde meer dan 60
boeken. Hij schrijft bijna sneller dan zijn schaduw. Herman schrijft zoals wij allemaal
praten, no nonsens en verstaanbaar. Je zou het bijna ‘de pen van het volk’
kunnen noemen, wat sommigen in het metier misschien wat hautain doet snuiven.
Talent
met een hoofdletter geschreven, dat is zijn geheim. “Volgens mij bestaat
inspiratie niet. Het is enkel een kwestie van talent en fantasie. Je kunt het
of je kunt het niet. Je hoort mensen dikwijls zeggen ‘daar zou ik een boek
kunnen over schrijven’. Mocht het zo poepsimpel zijn, waarom doe ze het dan
niet?”. Nochtans was er destijds in de familie Brusselmans geen aandacht en
tijd voor boeken. “Het waren veehandelaars thuis. Pa en ma hadden wel wat
anders aan hun hoofd. Het enige boek in huis was de telefoongids. Pas toen ik aan mijn studies Germaanse
filologie begon ontdekte ik de literatuur”.Het liet hem, gelukkig voor de
mensheid, nooit meer los. Tijdens zijn legerdienst schreef hij het 1e
boek. Na het 5e boek werd hij voltijds schrijver. “Doe vooral in het
leven geen werk tegen je goesting. Dat is niet vol te houden. Zoek naar een
andere job. Maak van het leven wat er van te maken is, er komen zoveel dingen
op je weg”. Liever een hond dan een kind
Herman
zit nooit verlegen om enkele sterke, doch welgemeende uitspraken. Humoristische
oneliners, al of niet correcte grappen en heilige huisjes van bekende Vlamingen
intrappen worden hem niet altijd in dank afgenomen. Hij is altijd klaar en
duidelijk, maar vooral eerlijk. ”Ik hou niet van kinderen. Als ze van pa en ma
niet direct een smartphone krijgen maken ze boel.
Kinderen zijn de nieuwe heiligen. Met m’n 1e vrouw is ’t er nooit
van gekomen. Nadien met Tania ook al niet. Heb er absoluut geen spijt van. Van
mijn hond heb ik ook veel plezier en vriendschap”.
Pseudo
Brusselmans kenners en tooghangers gaven me een goed raad: ‘vraag niets over
zijn drankprobleem of hij zet je meteen aan de deur’. Allemaal cafépraat!
Herman begint er spontaan zelf over. “Mijn periode als notoir dronkaard ligt al
20 jaar achter mij. Ben er niet fier op maar heb er ook geen spijt van. Ik heb
5 jaar lang zo goed als onafgebroken gezopen. M’n 1e huwelijk ging
er aan kapot. Ik was nooit thuis, altijd onderweg van café naar café. Eten was
niet nodig, geraakte daardoor ondervoed. Gelukkig was Ik geen ambetante dronkaard”. Omdat er in z’n lijf toen meer alcohol dan bloed stroomde hield hij er uiteindelijk een hernia aan over. Nadien waren oncontroleerbare angstaanvallen zowat 10 jaar lang het resultaat van een leven vol seks, drank en rock & roll. Geen prettige tijd. Dankzij pillen is het nu onder controle. Drank hoeft niet meer. “Maar m’n 2 pakjes sigaretten per dag mogen ze me niet afnemen. Roken is de zwaarste verslaving”.
‘Ik ben geen dekstier’
Misschien
liever aan elke vinger een lief? “Sinds Tania in mijn leven verscheen niet meer.
De vonk sloeg direct over. Tania is mijn grote liefde zonder wie het onmogelijk
is om te leven. Eigenlijk ben ik nooit een dekstier geweest. Alhoewel de
allures van een Adonis mij onbekend zijn hebben 27 vrouwen gevochten om mij. Ooit
ben ik gevlucht voor een horde amoureuze wijven. Om te ontsnappen aan hun
geestdrift sprong ik in een taxi. Met een Olympische snelheid bleef een trut de
taxi stratenver achterna lopen. Ze verscheen gelukkig niet aan de finish.
Liefde moet van 2 kanten komen hé”. Tot slot signeert Herman gewillig mijn
meegebrachte boeken. Goed als appeltje voor de dorst. Gesigneerde meesterwerken
stijgen immers in waarde.
‘Weg met de Gentse Feesten’
Brusselmans had talent als voetballer en kon in 1975 een
profcontract te pakken krijgen. Hij weigerde en koos met volle overtuiging voor
een onzeker bestaan als schrijver. Zijn biologisch klok tikt niet zoals bij een
gewone sterveling. Hij slaapt overdag, leeft en werkt ‘s nachts. “Gent is een
geweldige stad” overpeinst Herman. “Hier wil ik nooit meer weg. Ik voel me
aangetrokken tot de stad. Net zoals ik destijds een adoratie had voor mademoiselle
Smolders, een oude jonge dochter. Ik zal haar nooit vergeten. Tijdens m’n 1e
job, als bibliothecaris bij de RVA, was die oude vrijster mijn directe chef.
Dat waren nog eens tijden”. Het lijkt wel of Brusselmans het onvermogen heeft om serieus
te blijven. Als we het over de Gentse Feesten hebben wordt Brusselmans plots
ernstig. “Zwijg me daar van. Dat opgeklopt feestgedoe moet men in de huidige
vorm maar eens afschaffen of dringend hertekenen. Het kan toch niet dat in een
grote stad alles wat echt noodzakelijk is 10 dagen stilvalt omdat men zo
nodig moet feesten”. Hij meent het nog
ook!
Herman
werd wereldberoemd in Vlaanderen en kreeg de BV status. “Vrouwen die me anders zonder bekendheid
nooit zouden aankijken liggen nu aan mijn voeten. Al is dat met ouder worden al
veel minder geworden” lacht hij.
Herman
zal niet verhongeren. Na ons gesprek zijn de mensen van Woenstijnvis aan de
beurt. Er zijn plannen voor een TV-project. Een nieuw boek ligt al bij de
uitgever. Ook in de boekenverkoop heeft de crisis toegeslagen. “Maar mij hoor
je niet klagen. Ik voel me een vrij mens en verdien een goed belegde boterham.
Schrijven is een hard maar plezierig werk”. Menig bekende Vlaming kon niet
lachen met een vermelding in het oeuvre van Herman. Ann Demeulemeester stapte
destijds naar de rechter. De auteur werd ondertussen voorzichtiger. “In mijn
hoofd heb ik toch nog altijd een zwarte lijst met namen. ’t Zal ooit nog wel
eens van pas komen”.
Vooraleer u
de kleenex'en bovenhaalt, Herman is nog levend en wel onder ons maar heeft voor
alle zekerheid zijn tussentijdse memoires geschreven. “Als jonge snaak wou ik
niet ouder worden dan 42 jaar”. Nu denk hij daar anders over. “Al ben ik van oordeel
dat de wereld een triestige plaats is. Ziekte, dood en onrecht maken mij
opstandig en woedend”.
Boeken geschreven in een
eenvoudige taal, doorweven met niet alledaagse humor, daar heeft Brusselmans
blijkbaar een patent op. Noem het maar gerust ‘gezellig ouwehoeren’. Zijn
laatste verhaal ‘Mogelijke memoires’ begint in de jaren ’60. Halverwege kantelt het boek
naar de tegenwoordige tijd. Met als
resultaat 368 pagina’s interactie tussen verleden, heden en toekomst. “Ik moet niets meer bewijzen maar schrijven
helpt tegen het vergeten” aldus Brusselmans. What you read is what you get. Een boek
dat niet alleen de fans kan boeien.
Dit artikel verscheen in De Streekkrant editie Gent en rand - week 16/2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten