woensdag 26 juni 2013

De Streekkrant: interview met Siegfried Bracke


Siegfried Bracke niet gerust in de toekomst van Gent

 “Termont verkoopt lucht en zever in pakskes”

Siegfried Bracke deed in 2012 een gooi naar de burgemeesterssjerp maar kon uiteindelijk de hoofdprijs niet binnenhalen. Een harde noot om te kraken. Of niet? We gingen het hem zelf vragen.

Hij staat nationaal in de vuurlinie van zijn partij N-VA. De kogels fluiten hem dikwijls om de oren. Maar in Gent blijft hij als oppositieleider opmerkelijk rustig. Maar wat niet is kan nog komen. “Ik was de gedoodverfde  burgemeester. Maar we hadden alles op voorhand goed bekeken, ik kon niet verliezen. De N-VA had slechts 1 zitje dus al de rest was winst. We werden plots de grootste politieke formatie, groter dan Open VLD”. Bracke is duidelijk in vorm. “Er werden met mij minder fraaie spelletjes gespeeld. Ik was, zei men, niet van hier. Terwijl iedereen van overal hier zomaar wordt binnengelaten zonder problemen” zucht Siegfried. “De ijver was bijzonder groot om mij aan kant te schuiven. Weet je nog, de politie die mijn domicilie kwam vaststellen en hiervoor m’n onderbroeken moest tellen. ’t Werd bijna een klucht. Het is niet omdat bepaalde dingen die over mij geschreven worden waardeloos zijn dat ze mij emotioneel niet raken. Er blijft altijd wel iets hangen”.

 Virtueel failliet

 Het lijkt er niet op dat Bracke en Termont ooit goede vrienden zullen worden. “We gaan gewoon beschaafd met elkaar om. In zijn biografie schrijft de burgemeester dat hij alles kan verkopen. Heel juist, volledig mee akkoord. Vooral lucht en zever in pakskes verkoopt hij aan de mensen. Sorry, dat is niet mijn stijl, daar doe ik niet aan mee”. Wat gaat er dan fout in de politiek? “Het grootste probleem is cynisme waardoor politiek een slechte reputatie krijgt. Wie zijn principes verloochend gaat naar de hel. Ik zeg altijd mijn mening maar zal nooit iemand persoonlijk beledigen”. In Gent hebben we toch niet te klagen? “Allemaal schone schijn. We zullen binnenkort nogal verschieten. Gent heeft een ernstig financieel probleem dat men onder de mat wil vegen, het wordt altijd maar ontkent. De stad heeft teveel personeel. De pensioenlast wordt immens groot en hangt ons als het zwaard van Damocles boven het hoofd. Financiën moet een absolute prioriteit worden. Gent is virtueel failliet. De stadsvlucht gaat door. Er zijn teveel mensen in de stad zonder geld, die niets bijdragen. De integratie is grandioos mislukt. En men doet gezwind verder alsof de neus bloed, kijkt de andere richting uit. Het is net zoals met een alcoholist in de familie. Daar spreekt men ook met niemand over. Als men in de toekomst Groen zijn zin verder laat doordrukken geraken problemen nooit opgelost. De liberalen zijn helemaal niet nodig. Die zijn al blij dat ze mogen meespelen. Hoe of met wat maakt hun niets uit. Meedoen aan een meerderheid die niet nodig is getuigt van weinig zelfrespect. Neen, het ziet er niet rooskleurig uit voor Gent, ik hou m’n hart vast voor de toekomst”.

Het ‘strikje’ van Siegfried

Nog een goede raad voor iemand die een politieke carrière wil uitbouwen? “Echt gebeurd. Een politica verscheen overal kortgerokt. Iedereen loerde naar haar prachtige benen. Niemand luisterde nog naar wat ze vertelde”. Natuurlijk ook het proberen waard met een ferme decolleté. Siegrfried Bracke heeft nog het ene noch het andere. Hij gebruikt andere geheime wapens. Het gekende ‘strikje’ waarmee hij als VRT journalist furore maakte bleef ondertussen achterwege. ‘Het was een gimmick om beeldmatig herkenbaar te zijn. Neen, ik heb geen Di Rupo syndroom. Als politicus zal je van mij geen enkele foto vinden met m’n vlinderdasje”. Hij koestert het attribuut nog altijd, net zoals een goochelaar op rust zorg draagt voor z’n goocheldoos. Hij wil voor ons, weliswaar met z’n strikje op een niet gebruikelijke plaats, hoogst uitzonderlijk nog eens poseren.
 
De slimste van de klas
Men zou Bracke de absolutie zou geven zonder biechten. Als kind had Siegfried plannen in die richting. “Het Is misschien omdat ik afkomstig ben van Oostakker, het bedevaartoord weet je wel, maar ik wou dolgraag paus worden. Geen enkel rood is zo mooi als het kardinaalsrood. Vaticaanstad is een favoriete bestemming. Het theatrale van de kerk trekt me aan maar daarmee is ook alles gezegd. Mijn vrouw is gelovig. Met Pasen ging ik eens met haar mee naar de kerk. Begint die priester daar tijdens de preek toch wel uit z’n nek te kletsen over de opwarming van de aarde. Godverdomme, hij moet op zo’n dag hebben spreken over de liefde van mensen. Mijn grootvader zei: ‘manneke, het geloof is naar de kloten’. Ikzelf ben vrijwel zeker dat God niet bestaat”. De hemel of de hel, een tussenstop in het vagevuur? Bracke weet het niet en het interesseert hem ook niet. “Maar ik heb respect voor wie gelooft. Zo te zien aan al die kerken die leegstaan gaat het wel de verkeerde weg op met het geloof. Kerken zijn nochtans mooi, mortuariums verschrikkelijk lelijk. Religies zijn rituelen. Oud worden als atheïst lijkt me een geruststellende gedachte”. Siegfried maakt er geen geheim van lid te zijn van de loge. “De 21e eeuw is het tijdperk van transparantie. Waarom doen vrijmetselaars over hun lidmaatschap als logebroeder toch altijd zo geheimzinnig? Men zou alle ledenlijsten moeten publiceren, geen geheimdoenerij. Vrijmetselaars zijn ontstaan als tegenmacht voor de kerk. Dat ze nu veel invloed hebben in België is een fabeltje. Want ze zijn het intern niet eens, slecht georganiseerd om te complotteren en dus maatschappelijk onschuldig”. Uitspraken die hem niet in dank worden afgenomen. “Maakt me niets uit. Ik ben gewoon klop te krijgen. Dat was op school al zo. Omdat ik fysiek de kleinste was. Maar ik was wel de slimste”.
 
Omgaan met macht
“Op school heb ik van domme en ambetante lesgevers geleerd hoe je omgaat met mensen met macht waartegen je niets kan doen. Dat was een nuttige les. Kwam me later goed van pas”. Bracke werd verplicht het 7e studiejaar te volgen. “Waar je niets nieuws leerde, behalve zeden en gebruiken op het Sint-Lievenscollege, het gebed voor en na, misvieringen, de biecht. Wie van de buiten kwam kon niet zomaar van het 6e studiejaar naar de humaniora. Het was allicht een manier om de kassa langer te laten rinkelen maar niemand maakte zich daar druk over”. Uiteindelijk vond hij zijn draai in de politiek. “Helaas is de afstand tussen bestuur en bevolking veel te groot..Onze samenleving gaat kapot aan botsende meningen. Laat ons daar iets aan doen”. À propos, is Siegfried nu al of niet een echte Gentenaar? Natuurlijk. Als de Gentse Feesten niet bestonden moesten ze worden uitgevonden”.
 
(FRVD/Foto's FRVD)
 

Dit interview werd gepubliceerd in De Streekkrant, editie Gent & rand - week 26/2013
 
 
 
 
 

 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten