Siegfried Bracke niet gerust in de toekomst van Gent
Siegfried Bracke deed in 2012 een gooi naar de burgemeesterssjerp maar kon uiteindelijk de hoofdprijs niet binnenhalen. Een harde noot om te kraken. Of niet? We gingen het hem zelf vragen.
Hij staat nationaal in de
vuurlinie van zijn partij N-VA. De kogels fluiten hem dikwijls om de oren. Maar
in Gent blijft hij als oppositieleider opmerkelijk rustig. Maar wat niet is kan
nog komen. “Ik was de gedoodverfde
burgemeester. Maar we hadden alles op voorhand goed bekeken, ik kon niet
verliezen. De N-VA had slechts 1 zitje dus al de rest was winst. We werden
plots de grootste politieke formatie, groter dan Open VLD”. Bracke is duidelijk
in vorm. “Er werden met mij minder fraaie spelletjes gespeeld. Ik was, zei men,
niet van hier. Terwijl iedereen van overal hier zomaar wordt binnengelaten
zonder problemen” zucht Siegfried. “De ijver was bijzonder groot om mij aan
kant te schuiven. Weet je nog, de politie die mijn domicilie kwam vaststellen
en hiervoor m’n onderbroeken moest tellen. ’t Werd bijna een klucht. Het is
niet omdat bepaalde dingen die over mij geschreven worden waardeloos zijn dat
ze mij emotioneel niet raken. Er blijft altijd wel iets hangen”.
Het ‘strikje’ van Siegfried
Nog een goede raad voor
iemand die een politieke carrière wil uitbouwen? “Echt gebeurd. Een politica
verscheen overal kortgerokt. Iedereen loerde naar haar prachtige benen. Niemand
luisterde nog naar wat ze vertelde”. Natuurlijk ook het proberen waard met een
ferme decolleté. Siegrfried Bracke heeft nog het ene noch het andere. Hij
gebruikt andere geheime wapens. Het gekende ‘strikje’ waarmee hij als VRT
journalist furore maakte bleef ondertussen achterwege. ‘Het was een gimmick om
beeldmatig herkenbaar te zijn. Neen, ik heb geen Di Rupo syndroom. Als
politicus zal je van mij geen enkele foto vinden met m’n vlinderdasje”. Hij
koestert het attribuut nog altijd, net zoals een goochelaar op rust zorg draagt
voor z’n goocheldoos. Hij wil voor ons, weliswaar met z’n strikje op een niet
gebruikelijke plaats, hoogst uitzonderlijk nog eens poseren.
De slimste van de klas
Men zou Bracke de
absolutie zou geven zonder biechten. Als kind had Siegfried plannen in die
richting. “Het Is misschien omdat ik afkomstig ben van Oostakker, het
bedevaartoord weet je wel, maar ik wou dolgraag paus worden. Geen enkel rood is
zo mooi als het kardinaalsrood. Vaticaanstad is een favoriete bestemming. Het
theatrale van de kerk trekt me aan maar daarmee is ook alles gezegd. Mijn vrouw
is gelovig. Met Pasen ging ik eens met haar mee naar de kerk. Begint die
priester daar tijdens de preek toch wel uit z’n nek te kletsen over de
opwarming van de aarde. Godverdomme, hij moet op zo’n dag hebben spreken over
de liefde van mensen. Mijn grootvader zei: ‘manneke, het geloof is naar de
kloten’. Ikzelf ben vrijwel zeker dat God niet bestaat”. De hemel of de hel,
een tussenstop in het vagevuur? Bracke weet het niet en het interesseert hem
ook niet. “Maar ik heb respect voor wie gelooft. Zo te zien aan al die kerken
die leegstaan gaat het wel de verkeerde weg op met het geloof. Kerken zijn
nochtans mooi, mortuariums verschrikkelijk lelijk. Religies zijn rituelen. Oud
worden als atheïst lijkt me een geruststellende gedachte”. Siegfried maakt er geen geheim van lid te zijn van de loge. “De 21e eeuw is het
tijdperk van transparantie. Waarom doen vrijmetselaars over hun lidmaatschap
als logebroeder toch altijd zo geheimzinnig? Men zou alle ledenlijsten moeten
publiceren, geen geheimdoenerij. Vrijmetselaars zijn ontstaan als tegenmacht
voor de kerk. Dat ze nu veel invloed hebben in België is een fabeltje. Want ze
zijn het intern niet eens, slecht georganiseerd om te complotteren en dus maatschappelijk
onschuldig”. Uitspraken die hem niet in dank worden afgenomen. “Maakt me niets
uit. Ik ben gewoon klop te krijgen. Dat was op school al zo. Omdat ik fysiek de
kleinste was. Maar ik was wel de slimste”.
Omgaan met macht
“Op school heb ik van domme en ambetante lesgevers geleerd hoe je omgaat met mensen met macht waartegen je niets kan
doen. Dat was een nuttige les. Kwam me later goed van pas”. Bracke werd
verplicht het 7e studiejaar te volgen. “Waar je niets nieuws leerde,
behalve zeden en gebruiken op het Sint-Lievenscollege, het gebed voor en na, misvieringen,
de biecht. Wie van de buiten kwam
kon niet zomaar van het 6e studiejaar naar de humaniora. Het was allicht een
manier om de kassa langer te laten rinkelen maar niemand maakte zich daar druk
over”. Uiteindelijk vond hij zijn draai in de politiek. “Helaas is de afstand
tussen bestuur en bevolking veel te groot..Onze samenleving gaat kapot aan
botsende meningen. Laat ons daar iets aan doen”. À propos, is Siegfried nu al
of niet een echte Gentenaar? Natuurlijk. Als de Gentse Feesten niet bestonden
moesten ze worden uitgevonden”.
(FRVD/Foto's FRVD)
Dit interview werd gepubliceerd in De Streekkrant, editie Gent & rand - week 26/2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten