maandag 31 maart 2014

Interview De Streekkrant: Acteur BOB DE MOOR


Acteur Bob De Moor

 

‘Vandaag op TV, morgen aan de dop’

 

GENT De jeune premier in de theaterwereld Bob De Moor mag deze maand 65 kaarsjes uitblazen. Hij is nog lang niet uitgerangeerd, wel integendeel. We gingen hem alvast feliciteren.

 

Bob De Moor spreekt recht uit het hart of hij zwijgt maar hij zal nooit liegen werd me door enkele van z’n vrienden verzekerd. Het blijkt volledig zo te zijn. Niets zo boeiend als een goed gesprek met een aimabele artiest. Hiervoor zijn we bij Bob aan het juiste adres. Terug in de tijd: “Tot mijn 16e woonden we in souterrains of in achterhuisjes. Dat was leuk. M’n zus ging werken en gaf netjes haar centjes af, zo ging dat in die tijd. Mijn ouders waren kleine zelfstandigen. Vader was coiffeur bij Sint Jacobs. Walter De Buck mocht daar elektriciteit aftappen, telkens de leidingen in Trefpunt weer eens gesprongen of afgesloten waren”. Bob wist al vrij jong welke richting hijzelf uit wou. “Toneel spelen was mijn wens. Ik ben vooral acteur geworden omdat ik niet wou meedoen met de massa, omdat ik geen grijze muis wou zijn, omdat ik vooraan wou staan, wou opvallen. Zonder het kot in brand te steken, want dat is niet mijn stijl”.

Bob De Moor mag zich verheugen op een rijk gevulde carrière op de theaterplanken. In zowat alle televisieseries was er voor hem altijd wel een rol weggelegd. “Ik heb niet te klagen, heb altijd gedaan wat ik graag wou doen, nooit zitten wachten op werk. Als de berg niet naar Mozes komt, gaat Mozes naar de berg. Als er niets op mij afkwam organiseerde ik zelf wel wat. Ik wil mijn eigen leven bepalen”.

 

De kracht van het ouder worden

 

Bob is een meester in het vertolken van monologen. Altijd en overal hangt het publiek aan zijn lippen. “Alleen op scène staan is niet eenzaam. Weten dat er in de zaal mensen naar je kijken, luisteren en meegaan in het verhaal geeft een zalig gevoel. Bang om de tekst te vergeten, een black out, neen daar ben ik niet bang voor. ’t Kan gebeuren maar ’t is geen reden om in paniek te slaan. Ik ben nogal een charlatan, trek wel mijn plan, begin te improviseren, alle stukjes van de puzzel vallen terug in elkaar”. De kracht van het ouder worden misschien? “De eenzaamheid van een artiest is me niet onbekend. Wie met een monoloog de hort op gaat moet dikwijls uren alleen doorbrengen. Vroeger had ik het daar soms moeilijk mee. Met ouder worden gaat een mens meer relativeren. Zich alleen voelen gebeurt meestal in de voorbereidingen van een productie. Mentaal alleen zijn is dikwijls ook een zegen. Eenzaamheid, af en toe, is een geruststelling. De ambities worden, gezien de leeftijd, wat minder maar dat is niet onaangenaam. Jonge mensen nemen nu prominente plaatsen in, zo zit het leven in elkaar. Ik ben ongevoelig voor kritiek maar het doet me wel nadenken”.

De Moor is een theaterbeest. Waar hij op de planken staat kan men rekenen op een full house. Dat is ooit wel anders geweest. “Voor een monoloog helemaal naar een achterhoek in Nederland rijden om er in een achterafzaaltje voor hooguit 15 man een monoloog te doen. Dan bekruipt je een gevoel van moedeloosheid, wil je er prompt mee ophouden en beklaag je jezelf in je dagboek. Maar uiteindelijk pep je jezelf weer op en sta je toch weer op het toneel”.

De jaren gaan voorbij. Dromen, wensen en verlangens ook? “De ideale wereld is het leven van nu, niet van vroeger. Al zijn er momenteel meer acteurs dan werk. Vandaag op TV, morgen aan de dop is nu de moraal van het verhaal. Ik wil gewoon voort doen zoals ik bezig ben, leven zonder toneel heeft geen zin. Het voelt niet aan als werk, ik ben geen luiaard, geen leegganger. Toch eventjes stilstaan in het leven geeft een fijn gevoel. Eenvoudige dingen, luisteren naar de vogeltjes, dat pakt me. Glitter en glamour zijn niet echt. Een mens heeft niet veel nodig om gelukkig te zijn”.

Een doos vol herinneringen
 
Bob De Moor weet tradities, humor en een kritische noot te waarderen. Hij heeft een boontje voor volkstoneel. “Als kind trok ik met mijn ouders naar Romain Deconinck in de Minard. Dat was mijn prille kennismaking met theater. Altijd plaatsen op de 1e rij, vanwaar je in de orkestbak kon kijken. Dicht bij het voltallig orkest: 1 man aan de drum, 1 vrouw aan het orgel. Wat een sfeer, zoveel ambiance, voortdurend lachsalvo’s, een huis vol blije mensen. Het liet een diepe, onuitwisbare indruk na”. In 1976 maakte De Moor zelfs deel uit van gezelschap Romain Deconinck. “Ik was elk weekend bezet, combineerde spelen bij Romain met stempelen want er moest brood op de plank komen. Een onthoudbare situatie, jammer”.
Politiek, niets voor mij

Een bezig baasje als theaterbeest Bob blijft niet bij de pakken zitten. Hij leidde 6 jaar Theater De Korre in Brugge. Was erg actief bij Theater Malpertuis in Tielt, werkte bij Arca, Theater Arena, de Internationale Nieuwe Scène en het Brussels Kamer Toneel. Nadien keerde hij met het Vernieuwd Gents Volkstoneel terug naar zijn 1e liefde. “Volkstheater is geen synoniem voor stukken uit de oude doos. Het is complexloos volkse humor voor een breed publiek, aansluitend bij de geest van vandaag. Dat lukt wonderwel, ’t slaat aan, ook bij de jeugd”.
n zijn dagboek schrijft hij geen grote geheimen. “Het is gewoon een referentiepunt, om dingen te onthouden. Na ons is ’t gedaan, er bestaat geen andere wereld. Ik aanvaard dat mensen doodgaan maar ik ben niet gepresseerd. Op zolder staat een grote doos vol artikels en foto’s, memorabele herinneringen aan vroeger. Bijgehouden met de bedoeling ooit eens in te plakken. Het zal er nooit van komen”. Misschien na het pensioen, als wit konijn in de politiek? “Zwijg me daar van, niets voor mij. Ik ben geen muilentrekker en veel te contraire. Men zou het me trouwens nooit vragen”.

Dagboek van een gek

Misschien herinnert men zich Bob De Moor als acteur in de soap Thuis. Dat was een fait divers op het parcours van een getalenteerd acteur. Hij is een meester in het vertellen van verhalen en heeft daarvoor weinig middelen nodig. Als regisseur wordt zijn naam met hoofdletters geschreven. In Theater Tinnen Pot brengt acteur Peter Marichael, van Het Vernieuwd Gents Volkstoneel, momenteel het stuk ‘Dagboek van een gek’ als monoloog. Bob De Moor tekende voor de regie.
Een opmerkelijk verhaal. De beroemde en van adellijke afkomst Russische schrijver Nikolaj Gogol ontrafelde zijn innerlijke strijd tussen de boze buitenwereld en zijn bijzondere binnenwereld. Hij beschrijft hij op meesterlijke wijze hoe langzaam en sluipend waanzin en werkelijkheid bij een kleine ambtenaar in Sint-Petersburg door elkaar lopen.
Voorstellingen op 11,12,18, 19 april. Reserveren: 09/225.18.60.

(FRVD)

Dit interview verscheen in De Streekkrant editie Gent & rand- week 14/2014


 


 

 

maandag 24 maart 2014

De Streekkrant: interview met regisseur Nicolaas Rahoens


De Maagd Van Gent filmregisseur Nicolaas Rahoens

                   ‘De lach van een vrouw doet me smelten’

 GENT Deze week gaat de film ‘De Maagd Van Gent’ in première. Hoe gek moet men zijn om met eigen middelen en een beperkt budget een film te maken? We vroegen het aan Nicolaas Rahoens, scriptschrijver en regisseur.

 

Nicolaas Rahoens kan alle steun goed gebruiken voor het welslagen van zijn prestigieuze project. Na ‘Tata’ (met Luk De Vos), ‘My Donna’ (met Jo Leemans en Will Ferdy) en ‘Ons Dorp’, is hij bijzonder trots op zijn nieuwste langspeelfilm De Maagd van Gent. Nicolaas noemt films maken een bezigheid met als leuze 'Oosterzele is mijn dorp en Gent mijn stad' Na 5 maanden werken aan het script en 52 draaidagen in een hels tempo mag het eindresultaat er best zijn. “Met veel dank aan enkele bekende acteurs zoals Luk De Bruycker, Jo Decaluwé, Bob De Moor en Daan Hughaert en aan 300 figurerende Gentenaars” vertelt Nicolaas. “Tuupe te goare, allemaal mensen die hun hart en ziel in de film hebben gepompt. Dankzij sponsors en de onuitputtelijke motivatie van iedereen zijn we erin geslaagd een professionele bioscoopfilm te realiseren die jong en oud zal boeien”.

Helmut Lotti zei neen

Acteurs, figuranten en crew, voor de goede zaak werkte iedereen gratis mee. “Acteur Bob De Moor, toch niet de eerste de beste, kwam zichzelf aanmelden. ‘k Was geflatteerd. Een man met een filmgage van 500 à 1000 euro per dag deed mee uit sympathie, omdat hij in de zaak geloofde. Bijzonder fijn ook om op die manier nieuwe gezichten een kans te geven zich te profileren”. Heeft iemand op een beleefde manier zijn medewerking geweigerd? “Helmut Lotti zei nee, wegens geen tijd  (knipoog). Aanvankelijk was het de bedoeling om de film gratis te vertonen, voor alle Gentenaars. Maar financieel bleek dit algauw een utopie. De film werd uiteindelijk geproduceerd met een verwaarloosbaar budget. “Geen low budget film maar een no budget film. Alles bij elkaar zo’n 70.000 euro waarvan de helft bijeengeharkt bij sponsors, aangevuld met al m’n eigen spaarcenten. Een riskante onderneming. Ja, daaraan ging een serieus klapke met m’n vrouw aan vooraf. Mijn huis moet worden afgewerkt maar daar is nu geen geld en tijd voor. Het filmbudget ging bijna helemaal op aan eten en drinken. Alle dagen met de ganse cast op restaurant, eten wat men wou, desnoods oesters als ze daar zin in hadden. Dat was toch het minste wat ik kon doen als wederdienst nietwaar. Nu maar hopen dat ik uit de kosten geraak. Ik gokte aanvankelijk op 10.000 bezoekers, maar 6.000 lijkt me een meer realistische inschatting. Eerlijk, ‘k heb geen flauw idee. Als ik er mijn broek niet aan scheur ben ik al dik tevreden. En mijn vrouw ook” (lacht).

Een film vol liefde
Rahoens, ooit nog in een vorig leven cafébaas, leerde films maken met vallen en opstaan. Hij werd een perfectionist in het vak, geen hobbyregisseur. “Een film maken is niet moeilijk, iedereen kan het. Motivatie is hierbij belangrijk”. De Maagd van Gent is geen actiefilm maar een volks drama, een tragikomedie maar niet kneuterig. Vooral een film vol liefde met zelfs een snuifje bloot. Eigenlijk niet zo verwonderlijk voor wie Nicolaas kent. Hij heeft een zwak voor films én vrouwen. “Ik moet dat niet verbergen, m’n vrouw is op de hoogte. Altijd veel goesting, al dikwijls verliefd geweest zonder verdere gevolgen. Sommige venten krijgen een kick van ferme tetten of een schone poep, awel da’s niets voor mij. Voor mij is de lach van een vrouw het mooiste wat er bestaat. Ik laat me uitdagen, 2 mensen die verliefd worden is magie, net als film. Daarom woon ik niet in Gent, de verleidingen zijn hier te groot, ‘k zou direct in m’n ongeluk lopen. Gent is het Parijs van België. Voor je het weet heb je de hand van een vrouw vast. Een romantische stad, hier hangt liefde in de lucht, hier in Gent wordt wat afgelebberd!”.
Het filmdebuut van Daniel Termont
De Maagd Van Gent is een spannende familiefilm waarin de authenticiteit van de Gentenaars centraal staat: fier, trots, vastberaden, rebels. In de film worden Gentenaars van diverse pluimage gevolgd die elk baat hebben bij het behoud van hun volkstuintjes. De hoofdrol is weggelegd voor een progressieve priester  die, dankzij de groenten uit de volkstuintjes, dagelijks verse soep kan uidelen aan daklozen. Hieraan dreigt abrupt een einde te komen wanneer de burgemeester door een Franse winkelreus onder druk wordt gezet om de ‘ziel’ van Gent te verkopen.
Gent anders bekeken
“Met veel fantasie en gelukkig gespaard van tegenslagen kunnen we nu een echt professionele film afleveren. Ik laat zeker niet altijd beelden zien van het schone Gent, niet altijd de bekendste straatjes zoals alle filmmakers doen die Gent kiezen als locatie” verklapt Nicolaas. In de film is een stukje van de échte Buffaloziel te zien: beelden van het oude Ottenstadion zijn in de film verwerkt en vormen de achtergrond van een belangrijke scènes. “Gefilmd op de dag voor de afbraak. Toen voorzitter Lowagie nadien die beelden zag kreeg hij tranen in de ogen”. De Maagd Van Gent betekent het filmdebuut van burgermeester Daniel Termont. In de film speelt Termont de rol van rechter en dat doet hij met verve. “Politiekers moeten goed kunnen acteren. Hij kon in de rechtszaal de baas spelen en dat ging hem goed af” lacht Rahoens. Toekomstplannen? “Carrièreplanning is me onbekend. Ik zal wel zien wat er op mijn pad komt. Ik doe wat ik graag doe en zo goed mogelijk. Van zodra ik er geen plezier meer aan beleef, stop ik met films maken”.
Harmonie is een sleutelwoord in het creativiteitsproces van Rahoens. De Maagd Van Gent is een leuk project dat alle kansen verdiend. Niet gemaakt met de grote C van cultuur maar met de grote C van charmant!
Wie is de Maagd Van Gent?
"Neen, de titel van de film, verwijst niet naar de naam van één of ander café. Ook niet naar échte maagden, mochten zo’n dames vooralsnog bestaan in Gent” lacht Nicolaas. “Het is als filmmaker altijd moeilijk een invalshoek te vinden. In het begin zat ik ook vast tot ik op het wapenschild van Gent botste. Ik vroeg me af wie die geheimzinnige vrouw met die leeuw wel mocht zijn en begon aan mijn research”.
De Maagd Van Gent is het symbool dat vanaf de 14de eeuw als stadswapenschild werd aangenomen. De Maagd fungeert als zinnebeeld voor de stad en de klimmende leeuw drukt de strijdvaardigheid van de Gentenaars uit. Sinds 1990 gebruikt de Stad Gent het huidige wapen. Het vervangt het vroegere, historisch niet correcte wapen uit de Hollandse periode. Het nieuwe wapen is het eindpunt van een lange historische ontwikkeling van het Gentse stadswapen.
De Maagd Van Gent vanaf 2 april in Kinepolis.
(FRVD)

Dit interview verscheen in De Streekkrant week 13/2014 - editie Gent & rand



 

maandag 17 maart 2014

Interview DE STREEKKRANT met acteur WIETSE TANGHE


De acteur uit de serie 'In Vlaamse Velden':
                                   
               'Ik kreeg nog geen oneerbare voorstellen'

GENT Wietse Tanghe timmert al jaren aan de weg als acteur. Hij maakte zijn opwachting in zowat elke Vlaamse productie en kreeg dankzij de serie Quiz me Quick de BV status. Als Guillaume Boesman in de serie In Vlaamse Velden sloot het grote publiek hem in de armen.


Wietse is geen ochtendmens, dat is hem aan te zien bij onze vroege afspraak. Slaperige oogjes, haren in de war “Tja, wat dat haar betreft, ik ben al 10 jaar niet meer naar de coiffeur geweest”. Hij blijft wantrouwig, op z’n hoede, wil niet praten over zijn privé leven. Interviews geven is duidelijk niet zijn favoriete bezigheid. “Ik werk eraan, het is nu eenmaal een deel van de job. In het verleden soms al eens te goedgelovig geweest, te oprecht misschien. Nadien leest men in de boekskes een ander verhaal. Dan voel ik me misbruikt”.

Zondagavond is weer helemaal de avond van Eén geworden dankzij de serie ‘In Vlaamse Velden’. In de prestigieuze serie speelt Wietse Tanghe, tot voor kort een vrij onbekende naam, de grappige en opportunistische plantrekker, een sjoemelaar en vrouwenzot. Hij lust wel een borrel en slaagt er in om overal door de mazen van het net te glippen. Enige herkenbaarheid met de echte Wietse? “Neen, ik herken me niet direct in het personage. Meer zelfs, ik probeer er iets van mezelf aan toe te voegen, mijn eigen fantasie wat te laten werken. Met Jan Matthys als regisseur was dat best mogelijk. Hij staat open voor enige inbreng, een zin toevoegen, enkele woorden wijzigen omdat ze niet goed in de mond liggen, kortom hij is erg soepel als de essentie van het verhaal dat toelaat. Het was zalig werken”.

Nochtans, zo eenvoudig was het allemaal niet. “Vooraf veel opzoekingwerk gedaan, memoires gelezen van soldaten, gepraat met de regisseur, documentaires bekeken. Alles bij elkaar toch wel echt de moeite. Het was de super om m’n tanden in zo’n rol te zetten. Wat doet de oorlog met mensen, met een Vlaams gezin? Dat vooral wou men In Vlaamse Velden laten zien”. Het was een zware opdracht, zelfs voor een vitale gast als Wietse. “Met oog voor details werd alles waarheidsgetrouw in beeld gebracht. Niets fake, alles real. De grote oorlog was veraf en toch altijd zo dichtbij. Tijdens de opnames was het barkoud, negen maanden in loopgraven ploeteren was zwaar”. Maat Wietse kan tegen een stootje want sporten doet hij graag. “Als kind wou ik turnleraar worden. Om de conditie op peil te houden loop ik elke dag wat rondjes. Nu nog stopen met roken. Niet eenvoudig maar ooit lukt het me wel”.

Wietse is oprecht, over politiek zijn we vlug uitgepraat. “Politiek is theater”. Hij is zichtbaar gecharmeerd als we hem er op attent maken dat Guillaume Boesman perfect Frans spreekt. “Meen je dat? Dat doet me nu echt plezier. Op die Franse uitspraak heb ik hard en lang geoefend, alles van buiten geleerd. De Franse zinnen die nodig waren vooraf op tape gezet en dag in dag uit honderden malen beluisterd”.

Iedereen heeft z’n celebritycrush, de hoofdrolspeler van een serie, de zanger van een band of de presentator van een praatprogramma. Wedden dat zo’n schoon ventje als Wietse bij velen bovenaan staat. Hij zal waarschijnlijk hormonaal wat teweeg brengen bij gillende pubers en kwijlende moeders? “Dat valt eigenlijk best mee. Had gedacht dat het erger zou zijn. Er valt mee te leven. Ik heb nog geen oneerbare voorstellen gekregen. Als men mij herkent volgt er een gemoedelijk gesprek of complementjes. Ik sta niet graag in de belangstelling, moet er elke dag aan wennen. Het draait in het leven niet om succes of schone schijn. Het maakt niet uit wie Wietse Tanghe is. Ik laat me graag meedrijven op de stroom van m’n gevoelens”.

Is Wietse Tanghe een gelukkige man? Hij twijfelt. “Dikwijls denk ik teveel na, sta teveel stil bij bepaalde dingen. Ik ben graag alleen, in de natuur kom ik tot rust. Ja, ik ben bang van de dood, niet enkel voor mezelf maar ook voor iedereen die ik genegen ben. De dood ligt altijd en overal op de loer”. Moderne communicatiemiddelen, Tanghe heeft er zijn bedenkingen bij. “Mails, gsm, sociale media, om zot van de worden. Het houd nooit op, het gaat dikwijls allemaal te snel, te oppervlakkig. Ik denk er aan om mijn Facebookpagina te verwijderen. Sociale media: precies voyeurisme, een rare verslaving. Liever directe communicatie, rechtstreeks van mens tot mens. Af en toe moet men stop zeggen en tijd maken voor vrienden.

Dat is belangrijk, écht goede vrienden zijn een rariteit. Oprecht geluk kan je enkel delen met iemand. De warmste momenten van geluk zijn die wanneer men alles loslaat. Het geluk zit niet in wat we voorgeschoteld krijgen maar in het besef dat het er kan zijn”.

Men zegt dat acteurs bijgelovig zijn. Waar of niet waar?  “Waarzegsters en horoscopen, ik geloof er graag in. Een dubbel gevoel. Je weet dat het niet waar kan zijn maar je gaat wel mee in die beleving. Wat je leest in een horoscoop past voor iedereen maar het blijft tcch plezant. Toevallige eigenaardigheden bestaan. M’n pa en ik werden allebei geboren op 22 mei. Ons huisnummer is 22. Toen ik 22 jaar werd op 22 mei werd m’n vader 56 jaar, hij is van het jaar 56. Komiek hé”.

Doorzakken en fuiven, ja daar mag men Wietse altijd voor wakker maken. “Ik ben een volbloed Gentse Feesten beest. Tot de laatste snik op maandagmorgen, inclusief de sluiting met Irisch Coffees bij St. Jacobs. Blij dat ik op de Vlasmarkt woon. Dag in, dag uit is het daar een beetje feest. Waarom hebben mensen toch zoveel kritiek? Leven en laten leven wordt met de dag zeldzamer”.

Zijn jongste broer speelt in de band ONs maar zelf heeft Wietse niet zo’n muzikaal talent. “Ik leer gitaar spelen, gewoon voor mezelf. Zingen doe ik graag, maar stiekem. Na de opnames van In Vlaamse Velden heb ik me getrakteerd en een gitaar gekocht”. Moet een succesvol acteur dan plots niet op een euro meer of minder kijken? “Geld geeft mij een dubbel gevoel. Het brengt dikwijls niets anders dan miserie maar geen geld ook. We maken ons soms zorgen om futiliteiten. Zouden we ons niet beter afvragen waarom er altijd wel ergens oorlog is! Want het lijden in oorlogstijd treft iedereen”. Wietse is net terug van een reis naar Indonesië. “Het heeft deugd gedaan. Ben nogal gevoelig voor een winterdipje, ben een kind van de zon. Zo’n reis geeft me de energieboost, nodig om full speed door te gaan”. Goed gezien want 2014 wordt ongetwijfeld een grand cru jaar voor Wietse.

(FRVD)

Dit interview verscheen in De Streekkrant editei Gent & rand - week 12/2014

 

zondag 9 maart 2014

Interview met THUIS acteur DAAN HUGAERT


“Ik had veel succes als travestiet”


GENT Daan Hugaert (65) is een volbloed theaterbeest. Maar het grote publiek kent hem vooral als de knorrige commissaris Van Deun uit Witse of als Eddy uit Thuis. We mochten ongegeneerd binnenkijken bij hem thuis en in zijn hart.

Pa Hugaert had vroeger een volkscafé op de Brugse Poort. “Elk detail staat op mijn netvlies gebrand. Er kwamen daar nogal wat figuren langs zoals Eddy van Notegem. Aan het café terugdenken is een onuitputtelijk aquarium om mijn typetje enige couleur locale te geven. Het was de bedoeling dat m’n personage in 1 aflevering zou voorkomen. ‘Twee draaidagen, niet meer’ zei de regisseur. Dat was in 2003, ik ben er nog altijd”.

Tegen mijn goesting met pensioen’

Hugaert wordt 65 jaar. Leve het pensioen! “Helemaal niet. De politiek doet er alles aan om iedereen langer aan het werk te houden. Wel, ik ben bereid dat te doen maar het mag niet. Van de VRT, waar ik in vaste loondienst ben, moet ik het afbollen, verplicht met pensioen. Gelukkig mag ik in Thuis blijven meedraaien. Een welgekomen extraatje want m’n pensioentje zal niet vet zijn. Weinig pensioenrechten opgebouwd, in m’n wilde jaren te veel klusjes gedaan”. Daan voelt zich in de fleur van z’n leven maar moet officieel met pensioen. Hij blijft toch toneel spelen. Een metier waar hij zoveel memorabele herinneringen heeft bijeengesprokkeld. “Destijds, tijdens de nieuwjaarsrecepties van het NTG, bracht elke acteur een act naar eigen keuze. Ik verklede me telkens als travestiet. Goed gemaquilleerd, mooi kleed, bijous, pluimen en valse tetten, ik was echt een schone madame! Veel succes gehad. ‘k Ben er toch maar niet verder mee doorgegaan (lacht)”.

‘Ik woon in het huis van de Gentse wippers’

Daan moet zich geen zorgen maken over een dak boven het hoofd. In een onooglijk klein straatje in hartje Gent mogen we binnenkijken in zijn prachtige patricierswoning. Het renaissancehuis ademt geschiedenis uit. “Ik heb de bewonershistoriek samengesteld. Het gebouw dateert van 1520. De weduwe die hier toen woonde hertrouwde en zo kwam het huis  in handen van de familie Van Hoobrouck. Het was lagere verfranste adel waarvan in Gent Filip Ignatius de meest bekende was. Hij was stadsontvanger, destijds een functie  die boven de schepenen stond”. Alles ging goed tot de helft van de 19e eeuw. Vanaf dan bewoonden verschillende mensen het monumentale huis dat stilaan maar zeker in verval geraakte. “Tot 1926 woonde hier een spekkenbakker. Hij maakte karamellen en was de uitvinder van de wippers, het bekende witte Gentse snoepje”. De bakker ging failliet en het gebouw deed tot 1963 dienst als meubelopslagplaats. Na 29 jaar van leegstand ontdekte Daan per toeval het gebouw dat ondertussen een ruïne was geworden. “Na enig onderhandelen gekocht aan de prijs van de grond. Daarna, met advies van monumentenzorg, met respect gerestaureerd om de schoonheid van weleer te behouden. Veel zelf gedaan, met eigen handen, ik was de metsersknaap. Het heeft 6 jaar geduurd. M’n vrouw en ik hebben ons dikwijls afgevraagd: ‘waar zijn we toch aan begonnen’. De wanhoop was soms nabij, het water stond tot aan onze lippen. We waren op een bepaald ogenblik virtueel failliet. Een overbruggingskrediet terugbetalen kon niet omdat beloofde premies niet of te laat werden uitbetaald”. Volhouden loont! Het eindresultaat werd geen museum maar een perfecte harmonie van oud en nieuw. Met een persoonlijke touch, eigen aan een huis waarin wordt geleefd. Daan Hugaert draagt Gent een warm hart toe. Al bleef hij niet gespaard van een inbraakpoging. “Het werk van rondtrekkende dievenbendes. Toch blijf ik positief denken”. Een verzuurde maatschappij? “Bijlange niet, al willen bepaalde doemdenkers en aanhangers van politieke partijen ons dat wel doen geloven. Maar niet met mij hé”.
‘We hebben elkaar leren kennen in de gevangenis’
Bij het NTGent was Daan te zien in 16 stukken in 4 seizoenen. Bijzondere herinneringen heeft hij aan zijn rol in Macbeth. “Ik moest van de regisseur toen zo hard schreeuwen dat ik nadien een half jaar naar de logopedist kon.Daan praat nog steeds met een gedempte stem. “Ik heb m’n vrouw leren kennen in de gevangenis (lacht). In een toneelproductie zaten we op scène in een gevangenis, gewoon netjes naast elkaar op een bankje. Zij had een figurantenrol als krankzinnige, we hadden Noorse sokken aan, hoefden niets te vertellen, spraken niet met elkaar. Alhoewel dat helemaal niet in het script stond ben ik heel subtiel met mijn voeten beginnen prutsen aan haar voetjes. Nadien kwam van ’t een het ander. Ik heb er een schat van een vrouw aan overgehouden. En mijn voorliefde voor geitenwollen sokken”.
Trouwen in Thailand
“Na 35 jaar in zonde te hebben geleefd met mijn vriendin Lut, besloten we te trouwen”. Zonder vrienden of familie trok het stel naar Thailand. Om, tijdens een Boeddhistische  ceremonie en volgens de lokale gebruiken, elkaar eeuwige trouw te beloven.“In feite niets speciaals, er was niets officieel aan. Al zijn we geen Boeddhisten, toch ben ik hun levenswijze genegen. Het is geen geloof maar een filosofie”. Naar Thailand om te trouwen, dat zal wel wat gekost hebben? Het antwoord is ontwapenend eerlijk: “Bijlange niet. Een bevriend boekske wou, in ruil voor een fotoreportage, een deel bijdragen in de kosten”.
Daan heeft geen artistieke achtergrond van huis uit. Hij komt uit een familie van coureurs. Er was zelfs een nonkel die ooit een rit heeft gewonnen in de Tour de France “Ikzelf begon op m’n 60e marathons te lopen. Maar het lijf begint nu te kraken. Misschien kan ik maar beter wat meer tijd vrijmaken om verder te werken aan mijn stamboom. ’t Is niet zo lastig”. Maar voor een filmrol mag men me altijd

De Adonis van Thuis?
De afgelopen 10 jaar kreeg Hugaert geen enkele filmaanbieding. “Spijtig! Misschien ben ik te braaf. Ruzie maken en op tafel kloppen is niet mijn stijl”. Een bekende kop hebben valt in Vlaanderen best mee volgens Daan. Terwijl hij dat vertelt komt een auto voorbij. Moeder en kind vergapen zich aan den Eddy en rijden zich bijna te pletter. “Herkent worden is leuk. Sommige vrouwen beginnen te hyperventileren of gaan bijna in coma  als ze op aanraakafstand komen van Eddy uit Thuis. Een vent moet geen Adonis zijn om aantrok te hebben (lacht). Iedereen krijgt een vriendelijke goedendag. Ambetante plakkers zijn vervelend, die zet ik op hun plaats”. Heeft de succesmedaille ook een keerzijde? “Iemand maakte een Eddy Van Nootegem Facebookpagina aan, deed (seks)uitspraken, schreef vuile praat en vroeg geld. Straf hé, ik had daar niets mee te maken. ’t Was rap gedaan, de VRT reageerde alert”.

(FRVD)

Dit artikel verscheen in De Streekkrant - editie Gent & rand - week 11/2014


maandag 3 maart 2014

Interview met PETRA


Zangeres Petra:

‘Zelfs zonder tanden ga ik ooit naar het Songfestival’

GENT Na 3 eerdere pogingen was Eurosong habitué Petra dit jaar terug van de partij. Geselecteerd in de schiftingen mocht ze door naar de halve finale. De 4e keer werd geen goede keer. Terug naar af, Kopenhagen ging aan haar neus voorbij. Petra in zak en as of nu meer dan ooit strijdlustig?

Met een dame vol klasse en veel charisma spreek je niet zomaar ergens af voor een rendez-vous. We hebben een tête-à-tête in het prestigieuze Sandton Hotel Reylof. Petra is nooit echt uit de belangstelling geweest, al was haar artistieke loopbaan dikwijls hobbelig, op het randje van toppy of floppy. Nu staat ze terug volop in de BV- actualiteit: ze viert dit jaar een kwarteeuw showbizzcarrière. Als kers op de taart in dit jubileumjaar zou een plaats op het grote podium in Kopenhagen best leuk zijn geweest. “De start was veelbelovend” glundert Petra. “Ik kon tijdens de schifting de vakjury omver blazen met m’n performance. In de halve finale dacht men er helaas anders over. Een typisch Songfestivallied bestaat niet. Maar niet getreurd, het leven gaat verder. Possitiviteit verbetert leven en werk. Mijn ambitie is om gelukkig te zijn”. De ontgoocheling is verwerkt, Petra kan er alweer om lachen: “Mijn Roodkapjes kostuum staat te koop, ‘k heb het nu toch niet meer nodig. Maar opgeven, dat nooit! Ik wil dolgraag ooit eens ons land vertegenwoordigen op het Songfestival. Ik ben een vechter en een koppig mens, ‘k zal blijven proberen. Desnoods binnen 40 jaar, als oud besje zonder tanden”.


Vallen en opstaan maakt een mens wijzer
Petra zong zich in de jaren ’90 alle hitparades in. Soms met flinterdunne melodietjes zoals In een klein stationnetje maar dikwijls ook met het betere werk zoals Laat je gaan en Je bent zo mooi. Het waren gloriejaren, elke week op televisie. De kameleon van de Vlaamse showbizz kwam regelmatig te voorschijn met een andere artiestennaam, spraakmakende kledij en meestal excentrieke coiffures. “Toch kijk ik niet graag achterom, dat heeft geen zin. Wat voorbij is, daar kunnen we niets meer aan veranderen. De toekomst ligt voor ons. Vallen en opstaan maakt een mens wijzer. Met de leeftijd wordt men milder. Respect geven is respect krijgen”. Momenteel staat haar agenda overvol. Het mediacircus stort zich op de Lady Gaga van Vlaanderen. “Mijn relatie met de boekskes is vrij goed. Dat komt omdat ik niet altijd de telefoon opneem (knipoog). Niet iedereen moet altijd alles over mij weten. Ik gooi m’n privéleven niet zomaar te grabbel”.

Om een huis af te betalen heb ik geen man nodig
Petra is niet te ringeloren maar nieuwsgierig als we zijn hengelen we voorzichtig naar enige smeuïge details. Door het leven gaan als single, zonder man, zonder lief, Petra is misschien wel even veeleisend in de liefde als in haar showbizzcarrière?. “Tja, ik ben alleen maar zeker niet ongelukkig, integendeel. Heb een mooi leven, ook zonder vaste relatie. Maar zeg nooit, nooit. Ik kan heus zelf mijn huis afbetalen, daarvoor heb ik geen man nodig. Misschien ben ik te veel gefocust op mezelf, op m’n eigen leven. Passie is niet langdurig. De ervaring heeft me geleerd dat, ondanks 2 mensen elkaar graag zien, men soms een relatie moet uitstappen. Omdat men niet met elkaar kan samenleven. Eenmaal verliefd geef ik mij volledig maar ga niet op zoek. Er zijn zoveel andere fijne en leuke dingen: vrienden, familie, sport, hobby’s”. Voor Petra goed niet goed genoeg. Aan welke normen moet haar prins voldoen? “Zelfstandig, wat tegenwind geven, humor, kunnen loslaten. Een wit paard is niet nodig”. Over mannen gesproken: nooit een kinderwens gehad?  “Mijn biologische klok tikt verder maar heb nooit gedacht: nu wil ik een kind. Hiervoor moet de juiste Cupido nog passeren. Al heb ik nu wel wat anders aan mijn hoofd”.
“Ik ben trots op mezelf”
Mocht Petra niet bestaan dan zou een auteur van sprookjesverhalen haar  zeker hebben bedacht. Al was prinses niet zo direct haar kinderdroom. “Als klein meisje wou ik een engel worden. Of dierenarts. Het ene bleek onmogelijk, het andere te moeilijk. Vooral heel oud worden was toen mij grootste wens. Ik besef dat ik op mijn levensweg zowat halverwege moet zijn. Maar de ambitie om oud te worden en goed bezig te blijven is er nog steeds”. Of sommige collega’s jaloers zijn? “Vermoedelijk wel, maar daar trek ik mij niets van aan. Ik ben optimist en realist, voor iedereen schijnt de zon. Sta voor alles open maar doe op het einde van de rit toch m’n goesting, sluit moeilijk compromissen en heb geen adoratie voor iemand. Alhoewel, vroeger kon Paulus de boskabouter rekenen op veel sympathie. En van Michael Jackson hing er boven mijn bed een grote poster”. Eens flink doorzakken, het is aan Petra niet besteed. “Alcohol is een aanslag op mijn hoofd en stem, kan er absoluut niet tegen. Mijn leven is in feite Spartaans: intensief sporten en vooral opletten wat en hoeveel ik eet. De kilo’s komen er als vanzelf aan. Lastig, want ik eet toch zo graag, ’t maakt niet uit wat, alles is lekker. Vooral Thais maar ’t mag gerust ook konijn met pruimen zijn”. Wat brengt de toekomst? “Deze zomer is het revuetijd in het Wit Paard van Blankenberge. De boekingen voor optredens kwamen nog nooit zo vlot binnen. Verder zien we wel. In het najaar verschijnt een biografisch boek, mijn eigen verhaal. Een boek vol pittige details. Men zal grote oogjes opzetten maar niemand hoeft bang te zijn, het wordt geen afrekening. Ik ben trots op mezelf”. Van kleine meid tot de vrouw die ze nu is lijkt misschien een niet onaardige titel. Want Petra is creatief en weet precies waarom ze wat doet. Maar doorzettingsvermogen, talent, enthousiasme en vakkennis zijn niet altijd voldoende.
Niet leven op kosten van een ander
Financieel overleven in de showbizz is in Vlaanderen meestal onmogelijk. Maar Petra wil zekerheid. De handen uit de mouwen steken, daar is ze niet te mooi voor. “Mensen denken dat het vanzelf gaat. Niets is minder waar. Men doet nogal neerbuigend over het feit dat ik werk als styliste bij H&M. Moet ik dan misschien het artiestenstatuut aanvragen en gaan doppen als het op de bühne wat minder goed gaat? Sorry, dat is niet mijn stijl. Op de kosten van een ander leven wil ik niet. Ik vecht voor mijn eigen leven, zorg voor mijn eigen economie. Die job geeft me zekerheid, zorgt voor een fond en maakt een extraatje mogelijk. Geloof me vrij, het combineren van 2 jobs is elke dag een pelgrimstocht. ’t Is soms lastig maar in elk geval veel beter dan ganse dagen te lopen sakkeren zoals sommigen vaak doen. Iedereen heeft 2 handen aan z’n lijf, wel doe er iets mee”.
(FRVD)
Dit artikel verscheen in DE Streekkrant editie Gent & rand - week 10/2014