“Het
is knokken om op eigen benen te staan”
GENT Luc De Bruyker (60) is een veelzijdig talent. Naar zijn column in
De Streekkrant wordt telkens door vriend en vijand uitgekeken. Als stille
aanloop naar de Gentse Feesten, deze week alvast een overdosis Pierke Pierlala.
Luk is veel meer dan simpelweg poppenspeler.
Figurentheater is zijn lust en leven, altijd geweest. “Ik kom uit een
volksbuurt, de Brugse Poort. Mijn vader speelde poppentheater. Op mijn 8e was
ik al bezig met stangpoppetjes in mijn eigen theatertje op zolder. Als ik goeie
punten had op school kreeg ik er een poppetje bij”. In Gent had je toen heel
wat poppentheaters met Pierke in de hoofdrol. Bij het meer artistieke marionettentheater
Nele begon ik op mijn12e mee te spelen.
’t Is te zeggen, de gordijnen open en toe doen. Ook een
verantwoordelijke functie hé. Een mens moet dikwijls onderaan de carrièreladder
beginnen, niets gaat vanzelf”. Van het een kwam het ander. Vanaf
zijn 17e liep hij stage in draadpoppentheaters in Londen, München en Salzburg.
Niet
veel later ging Luk met enkele gelijkgestemde zielen van start met Theater
Taptoe. “Een van mijn eerste toeschouwers was Jan Hoet, toen leraar op
Sint-Amandus. Hij probeerde mijn hoofd op hol te brengen. Hij vond mijn decors
veel te naturalistisch en zei dat ik ze suggestiever moest schilderen. Op mijn
zestiende speelde ik al zo'n 130 voorstellingen per jaar”.
‘Een
politicus die ik niet op de korrel neem heeft een imagoprobleem’
Is Pierke Pierlala, de figuur waarmee Luk vereenzelvigd
wordt, een nevenproject? “Mijn vader was een Pierkespeler, als amateur. Dus ik
deed tot mijn 12e jaar als goede zoon hetzelfde . Op dat moment had
je in Gent wel 9 Pierkes. Het was niet meteen mijn ding, trop te teveel, ’t was
allemaal te braaf. In die eerste jaren van Taptoe was er van Pierke nog geen
sprake. Het idee groeide om in de schoot van Theater Taptoe met politieke
satire te beginnen en zo zag Pierke Pierlala het levenslicht. Het was onze
bedoeling een onderscheid te maken. Bij ons geen Pierke die voor kinderen in
een verhaal terechtkomt. Ons ventje zou voor grote mensen eerder de politieke, anarchistische toer opgaan”. Pierke
Pierlala als de Uilenspiegel, de Don Quichot van Gent? “Wie als politicus nooit
door Pierke Pierlala op de korrel wordt genomen heeft een serieus imagoprobleem”. De Bruykers geesteskind was Theater Taptoe. “Wij kozen
heel bewust om ook naar het buitenland te trekken. Vlaanderen betekende niets op
het gebied van figurentheater. We werden een vaste waarde in het circuit en
maakten heel wat woordloos theater omdat het reizen te vereenvoudigden”. Taptoe
werd 3 keer ambassadeur van Vlaanderen en was op een bepaald moment het best
gesubsidieerde gezelschap. Ongelooflijk en toch waar, na 42 jaar moest Luk zijn
levenswerk stopzetten, Taptoe deed noodgedwongen de deuren toe. De Vlaamse
overheid draaide de geldkraan dicht. De
commotie was enorm. “Het was een verkeerde beslissing
om onze subsidies af te pakken. Niemand begreep hoe zo iets kon gebeuren. Ik
ben bijzonder blij dat ik hard gevochten heb voor het erfgoed van Taptoe en dat
ik er nog een afscheidsvoorstelling mee maakte. Dankzij erfgoedsubsidie kon het
sociaal passief afgelost worden en is de vzw schuldenvrij”. De Bruyker had
plots geen inkomen meer. “Poppenspel zal
altijd in mijn leven zijn, zonder poppen geen Luk. Het geeft me een enorme
voldoening. Men kan me alles afpakken maar nooit mijn poppen. Maar het is hard
knokken om op eigen benen nieuwe producties op te zetten. Nu schrijf ik meer dan
vroeger, doe wat presentatiewerk, geef voorstellingen. Wees gerust, ik ben niet
aan het verhongeren zoals je kan zien aan mijn ronde vormen” Soms eenzaam Luk?
“Een leven is nooit eenzaam als je weet dat er iemand is waar je kan tegen
leunen”.
Wie niet kan slapen moet maar
oordopjes gebruikenLuk De Bruyker was, althans naar eigen zeggen, op school en braaf ventje. “Nooit gerevolteerd maar had toch al vlug een groot rechtvaardigheidsgevoel”. Hij is een tedere anarchist. Met kromme sprongen is men bij hem aan het verkeerde adres. “Recht in het gezicht zeggen wat je denkt, niet achter de rug. Ik ben een man van de dialoog, zeker niet haatdragend”. Toen Theater Taptoe ophield te bestaan ging Luk psychisch door de hel. “We hadden het enigszins zien aankomen maar het was een onrechtvaardige beslissing die me erg kwaad maakte. Er kwamen donkere maanden vol slapeloze nachten. Ik ging door een rouwproces, had zwarte gedachten, maakte me zorgen. Niet zozeer om mezelf maar voor mijn 7 medewerkers die op straat stonden zonder inkomen. Van weemoed ben ik toen een tijdje naar Venetië vertrokken. Mijn favoriete bestemming, de bakermat van de Italiaanse commedia dell’arte. De stad van de Canal Grande en de gondeliers heb ik in mijn hart gesloten”. Tevreden met de Gentse Feesten? “Men moet meer inzetten op het volkse, Gentse karakter. Eddy Wally afficheren is geen verdienste, geen enkele grote naam biedt een meerwaarde. Een groter cultureel imago, daarvoor zijn niet meer centen nodig. Laat alle acteurs en gezelschappen nu eens niet in congé gaan tijdens de Gentse feesten. Laat iedereen spelen in eigen stad. Wie wel met vakantie mag vertrekken zijn alle mensen die klagen dat ze niet kunnen slapen. Dat ze oordopjes gebruiken!”. Over hoe de ideale wereld er moet uitzien hoeft Luk niet na te denken. “Een verdraagzame samenleving met veel liefde voor elkaar, zonder macht, zonder haat. Weg met de verzuring. Waar welvaart beter verdeeld zou worden en waar men zorg draagt voor onze aardbol”. Om te ontspannen gaat hij elke avond op café. “Sommigen noemen het een slechte gewoonte” lacht Luk. Geen Luk Debruyker zonder een gezonde portie humor.
“Natuurlijk
ben ik ijdel, alle artiesten zijn dat. Wie zegt dat het niet waar is liegt.
Maar politici zijn het meest ijdele ras dat er rondloopt”. De Bruyker neemt geen
blad voor de mond. Dat is ook zo in zijn nieuwste productie ‘Nen Turkenkaba’.
Dankzij de verhalen die Tina De Gendt optekende in haar boek ‘Turkije aan de
Leie’ ontstond een boeiend actueel muziektheaterstuk. Een productie vol
verhalen, geschiedenis, humor en ontroering. Op een speelse manier komt het
publiek te weten waarom Turken naar Vlaanderen kwamen, wat was en is de houding
van de Belgische regering, hoe verliep de integratie, wie waren ‘de avonturiers
uit Emirdag’. Een mooi gezelschap
van Turkse en Vlaamse musici zorgen tijdens elke vertoning voor een klank- en
sfeerdecor met traditionele en hedendaags composities.
Première
in de Minardschouwburg op 28 mei (20 u.). Reservatie: 09/267.28.28 (di.-vr. 12-18u.).(Frans Van Damme)
Dit artikel verscheen in De Streekkrant editie Gent & rand - week 2/2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten