vrijdag 7 november 2014

Interview De Streekkrant: PATRICK SERCU


 
       'Ik zou gerust zonder de koers kunnen leven'

GENT Het belooft alweer een spannende zesdaagse te worden in Gent. Wie zal er dit jaar met de bloemen mogen zwaaien? We gingen het vragen aan wielerlegende Patrick Sercu, zonder twijfel onze beste baanwielrenner ooit.

"Mijn vader was een succesvol wielrenner. Toen kon men met koersen niet genoeg geld verdienen om van te leven. Daarom had hij een fietsenwinkel. Vanaf mijn 16e repareerde ik er velo’s. Als peuter mocht ik al met hem mee naar de Gentse 6-daagse. Hij werd hier 2 keer 3e. Ik zat op de stang bij een ererondje of stond met moeder bij zijn kabientje. Ik heb altijd veel ambitie gehad en droomde om een succesvolle coureur te zijn op de piste en op de weg, net zoals mijn grote idool Rik Van Steenbergen”. Liever een fiets dan een lief? “Ik ben vroeg getrouwd, op m’n 20ste. Mijn vrouw was veel alleen, ik dikwijls uit huis, reisde de wereld rond. Er moest geld binnenkomen hé”. Sercu fietste een indrukwekkend palmares bij elkaar: Olympisch kampioen, drievoudig wereldkampioen. Als sprinter was hij gevreesd. Wie mag zich de zesdaagsenkoning noemen? Het zal niemand verwonderen dat Patrick Sercu met de eer gaat lopen. ‘Ik heb 223 zesdaagse gereden er 88 gewonnen”. Met veel accurate kennis vertelt Patrick gepassioneerd over het wielergebeuren. Exact 50 jaar geleden zorgde hij voor Belgische hoogdagen op de Olympische Spelen in Tokio. “Misschien was 16 oktober 1964 wel de dag van mijn grootste triomf. Ik reed toen de belangrijkste kilometers, zonder vliegende start, van mijn leven en hield er goud aan over”.

‘Ik heb een LAT-relatie’
Sercu was professioneel coureur van 1965 tot 1983. “Op m’n 40e was de ‘rek’ eruit, ’t was genoeg geweest. Op zo’n leeftijd tel je internationaal niet meer mee. Oude mensen en topsport, het is geen goede combinatie”. Wanneer breekt het tijdstip aan om te stoppen? “Dat moet ieder voor zichzelf bepalen. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Zo gaat dat in het dagelijks leven nietwaar”. De geboorte, het leven, de dood, zou Patrick daar wel eens aan denken? “Mijn grootvader werd 99, mijn vader 60. Doodgaan is erg maar onvoorspelbaar. Grote industriëlen, politici, rijke mensen, arme sloebers, gewoon jan en alleman geeft ooit de pijp aan Maarten. Mijn vrouw overleed 10 jaar geleden. Het leven kan hard zijn maar gaat verder voor wie overblijft. Ja, ik kan mijn plan trekken als ik alles laat doen door een ander (lacht). Ik leerde een nieuwe madame kennen. Een gezamenlijk huishouden en samenwonen, dat zag ik niet meer zitten op mijn leeftijd. We hebben een LAT-relatie”. Is Patrick gelukkig? “Ik ben geen materialist. Tijden veranderen, het is anders geworden. Of het nu beter is dan vroeger? Ik betwijfel het. Miserie, oorlog, ruzie, daar kan ik niet tegen. Sport is mijn hobby maar ik zou zonder koers kunnen leven. Momenteel rammelt mijn carrosserie niet en de motor pruttelt niet tegen. Zolang mijn gezondheid me niet in de steek laat ben ik een gelukkige man”. Een  zesdaagse pronostiek misschien? Wie is de grote favoriet? “Daar doe ik geen uitspraken over. Dat zal de nabije toekomst uitwijzen. De Gentse piste is erg stijl, op sommige momenten worden topsnelheden gehaald van 70 km./uur. Eén valpartij kan een verschil maken in de einduitslag en het wedstrijdverloop. Zoals in 2006 toen de Spaanse renner Isaac Galvez om het leven kwam. Hij klapte tegen de ijzeren reling die baan en tribune scheidt. Een dieptepunt. Een werkongeval kan helaas overal gebeuren”. Ondanks zijn status van wielergod blijft Patrick een aimabel man. Vol nostalgie. “Ja, ik hou alles bij wat werd gepubliceerd over mijn persoontje en mijn carrière. Dozen vol foto’s, artikels en prullaria, waarvan een deel zelfs gedigitaliseerd. Wil je mij een exemplaar van De Streekkrant bezorgen?”. Met alle plezier Patrick!

De Gentse 6-daagse moeten we koesteren

Patrick is bescheiden. “Men noemt me organisator, directeur, matchmaker van de Gentse 6-daagse,. Ik ben maar gewoon wedstrijdleider. Mijn zoon Christophe (nvdr. Sercu Global Consulting) organiseert alles. Ik sta enkel in voor het sportieve gedeelte zoals programma’s maken, renners contacteren en aanwerven. Daar heb ik mijn handen aan vol”. Er zijn anno 2014 enkel nog 6-daagsen in Berlijn, Rotterdam, Amsterdam, Bremen, Kopenhagen en Gent. “De Gentse Zesdaagse is erfgoed, dat we moeten koesteren. Een evenement groter dan het dagelijkse leven zei Hugo Camps in een interview”. Het Gentse Kuipke heeft een grote traditie, is in de wielerwereld synoniem voor strijd en gezelligheid, een hoogtepunt om naar uit te kijken. Wat zo’n organisatie kost, dat moet ge mij niet vragen, ik weet het niet. Een goede coureur moet enkel koersen, zich niet het hoofd breken over geld hé”. De Gentse zesdaagse is meer dan alleen een piste en renners. Het werd een totaalgebeuren met publiek, organisatoren, verzorgers, journalisten, entertainment en sponsors waarbij socialisering en netwerken belangrijk zijn. “Ach, tijden veranderen. In hoge nood een plasje in Het Citadelpark kon vroeger, nu levert dat een GAS-boete op. Sponsoring werd moeilijker door de crisis. Er is minder drankverbruik door de BOB campagnes. Zowat 600 man personeel zorgen dat alles vlekkeloos verloopt.”. Het sportieve koningskoppel Cavendish-Keisse zijn dit jaar de grote publiekslokkers. Gimondi, vriend van Sercu, en Schepen van sport Resul Tapmaz geven het starschot.  Over publieke belangstelling heeft men niet te klagen. “Vorig jaar kwamen 40.000 bezoekers van allerlei pluimage opdagen. We hopen dit jaar nog beter te doen” glundert Sercu. We kunnen het toch niet laten om te vragen: mag seks voor de wedstrijd? “Pffffff, ik ga dat niet controleren. Geen tijd, geen interesse, geen bevoegdheid”.

Brand in ‘t Kuipke
Het Kuipke ging op 12 november 1962 in vlammen op. “Ik had die avond een koppelkoers gewonnen” herinnert Sercu zich. “Enkele uren uur later is het Kuipke afgebrand. Oorzaak? Niemand weet het! Alles was van hout, het ging vlug. De rechte lijnen waren toen iets korter, de bochten iets langer. Echt een kuip, vandaar de naam”. Met de 6-daagse van 1965 werd de nieuwe Gentse wielerbaan heropend. De korte, steile baan levert telkens een spannend koersverloop op. Korte rondjes, veel snelheid, het publiek dicht bij de actie. Hier is altijd sfeer, hier wordt altijd gekoerst, ook op momenten dat je het niet verwacht. Men vertelt dat er toen op 1 avond liefst 9000 toeschouwers waren. Mensen stonden zelfs op de trappen. Merckx en Sercu werden de grote winnaars! Gent is het centrum van het wielrennen. De sport is hier geboren, iedereen met naam en faam staat op de Gentse erelijst.
Frans Van Damme
 


Dit interview verscheen in De Streekkrant regio groot Gent-Deinze / editie week 46/2014
 
 
 
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten