‘Beter
1 jaar onderhandelen dan 1 dag schieten’
GENTBRUGGE
Oswald Van Ooteghem (91) heeft veel levens geleefd. Complexen over zijn
verleden heeft hij nooit gehad. Geen heimwee, geen nostalgie. Hij beseft dat
hij aan zijn laatste levensfase is begonnen. Hij wil ons uitzonderlijk
ontvangen, rolt de rode loper uit voor een gesprek zonder taboes. Het werd een getuigenis, zonder enig goedgepraat, politieke of
morele boodschap.
Van Ooteghem groeide op
in een Vlaams-nationalistisch gezin. Als jonge kerel vocht hij tijdens de 2e
wereldoorlog vrijwillig bij het Vlaamse Legioen aan het Oostfront. Hij moest
zich hiervoor aanmelden, om medisch gekeurd te worden, in de Gentse Vooruit. Van
de meer dan 1000 kandidaten werden er slechts 450 weerhouden. Oswald was toen
de euforie nabij. Het begin van een jongensdroom zonder happy end. “Ik was 17
jaar, wou de wereld verbeteren, proberen het anders te doen. We
zijn eigenlijk gebruikt en misbruikt, waren naïef. Ja, ik heb aan zelfmoord
gedacht, bang om in Russische handen te vallen. Grote landen hebben geen
vrienden, alleen belangen. Dat is altijd al zo geweest en zal altijd zo
blijven. Kijk maar naar Syrië, het is in feite een herhaling van wat wij toen
hebben meegemaakt. Daar heeft Bush voor een leugen heel de regio
gedestabiliseerd.“ Na de oorlog neemt Oswald een valse naam aan en duikt onder
in het Zwarte Woud. “Het leven is een loterij, men moet geluk hebben. Het
regende toen doodstraffen, het was beter om te wachten op rustiger tijden om
terug naar België te komen.” Hij is een overlever, een tikkeltje opportunistisch,
sluw met een groot inschattingsvermogen wanneer het hem te heet onder de voeten
wordt. “Op mijn arm was mijn bloedgroep getatoeëerd, erg handig voor wie aan
het front bloed nodig had. Nadien gevaarlijk, het was een herkenningsteken als
collaborateur, waarop men jacht maakte. Ik liet de tatoeage gewoon wegsnijden,
vel eraf, onverdoofd. Er werd een extra stukje weggesneden, zo leek het op de
restanten van een schotwonde.”
Alhoewel hij een visum
op zak had voor Argentinië, kwam hij in 1949 terug naar België en gaf zich aan.
“Mijn
moeder had het op een akkoordje gegooid met de krijgsauditeur, hij zou een
milde straf vorderen bij een vrijwillige terugkeer. Zo ging dat in die tijd. Op
het proces had ik enkele getuigen à decharge.” Hij werd tot een gevangenisstraf van 3 jaar veroordeeld. Oswald
moet naar de Nieuwe Wandeling, waar ook zijn vader is opgesloten na een
veroordeling tot levenslang. In 1950
kwam hij vervroegd vrij en sluit zich aan bij de Volksunie. Op een
crisisvergadering van de partij kwam er totaal onverwacht een plaats open op de
kieslijst. Oswald mocht, bij gebrek aan andere kandidaten, invallen en werd
verkozen in 1965 tot Provincieraadslid. Van 1974 tot 1987 zetelde hij als
rechtstreeks gekozen senator voor het arrondissement Gent-Eeklo in de Belgische Senaat. “Als gemeenteraadslid in Gent nam ik ontslag om
verjonging mogelijk te maken. Ik kreeg zelfs de medaille ‘verdienste van de
stad Gent’.” Oswald vocht samen met een misdadig regime maar dat
besef kwam volgens hem pas na de oorlog. "Er was tijd nodig om dat tot mij
door te laten dringen. Ik ben mild geworden met ouder worden. Vijanden heb ik
niet, niemand krijgt me kwaad. Ik vermijd elke discussie, elke ruzie. Trouwens,
ik had ook nooit conflicten met Joden, had zelfs een goede band met de Joodse
stiefvader van mijn jeugdvriend. Nooit geen oorlog meer! Beter een jaar
onderhandelen dan 1 dag schieten.” Hij hield aan de oorlog geen trauma over
maar sommige taferelen ziet hij altijd teug in z’n dromen. “Als soldaat heb ik
nooit getwijfeld, de band van kameraadschap onder de soldaten was zo hecht.”
Wroeging over de donkere
passages uit zijn verleden? “Morele overwegingen komen achteraf, als het te
laat is. Wat voor een zot ben ik geweest. Schieten op onbekende mensen,
op wie je niet boos bent, maar die je toch probeert te raken. Waanzin, grote
waanzin.” Op zijn 92ste wil Oswald niet meer in het stof kruipen. Wie iets doet
uit volle overtuiging, moet zich niet schuldig voelen zegt hij. Kunnen we dan
nu, met een gerust hart, concluderen dat men elke oorlog moet afkeuren? “Ik ben
ondertussen een overtuigde pacifist geworden. Het voelt zoals een kind dat zijn
vingers heeft verbrand en nooit meer met vuur wil spelen. Wie zonder zonde is,
werpt de eerste steen. Ik heb veel zonden. Ik ga geen stenen gooien. Mocht ik
ooit al eens iemand gekwetst hebben, dan bied ik nu hiermede mijn
verontschuldigingen aan."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten