zondag 15 mei 2016

Interview De Streekkrant: Oswald Van Ooteghem

Eresenator Volksunie
 
Beter 1 jaar onderhandelen dan 1 dag schieten’

GENTBRUGGE Oswald Van Ooteghem (91) heeft veel levens geleefd. Complexen over zijn verleden heeft hij nooit gehad. Geen heimwee, geen nostalgie. Hij beseft dat hij aan zijn laatste levensfase is begonnen. Hij wil ons uitzonderlijk ontvangen, rolt de rode loper uit voor een gesprek zonder taboes. Het werd een getuigenis, zonder enig goedgepraat, politieke of morele boodschap.
Van Ooteghem groeide op in een Vlaams-nationalistisch gezin. Als jonge kerel vocht hij tijdens de 2e wereldoorlog vrijwillig bij het Vlaamse Legioen aan het Oostfront. Hij moest zich hiervoor aanmelden, om medisch gekeurd te worden, in de Gentse Vooruit. Van de meer dan 1000 kandidaten werden er slechts 450 weerhouden. Oswald was toen de euforie nabij. Het begin van een jongensdroom zonder happy end. “Ik was 17 jaar, wou de wereld verbeteren, proberen het anders te doen. We zijn eigenlijk gebruikt en misbruikt, waren naïef. Ja, ik heb aan zelfmoord gedacht, bang om in Russische handen te vallen. Grote landen hebben geen vrienden, alleen belangen. Dat is altijd al zo geweest en zal altijd zo blijven. Kijk maar naar Syrië, het is in feite een herhaling van wat wij toen hebben meegemaakt. Daar heeft Bush voor een leugen heel de regio gedestabiliseerd.“ Na de oorlog neemt Oswald een valse naam aan en duikt onder in het Zwarte Woud. “Het leven is een loterij, men moet geluk hebben. Het regende toen doodstraffen, het was beter om te wachten op rustiger tijden om terug naar België te komen.” Hij is een overlever, een tikkeltje opportunistisch, sluw met een groot inschattingsvermogen wanneer het hem te heet onder de voeten wordt. “Op mijn arm was mijn bloedgroep getatoeëerd, erg handig voor wie aan het front bloed nodig had. Nadien gevaarlijk, het was een herkenningsteken als collaborateur, waarop men jacht maakte. Ik liet de tatoeage gewoon wegsnijden, vel eraf, onverdoofd. Er werd een extra stukje weggesneden, zo leek het op de restanten van een schotwonde.”

Alhoewel hij een visum op zak had voor Argentinië, kwam hij in 1949 terug naar België en gaf zich aan. “Mijn moeder had het op een akkoordje gegooid met de krijgsauditeur, hij zou een milde straf vorderen bij een vrijwillige terugkeer. Zo ging dat in die tijd. Op het proces had ik enkele getuigen à decharge.” Hij werd tot een gevangenisstraf van 3 jaar veroordeeld. Oswald moet naar de Nieuwe Wandeling, waar ook zijn vader is opgesloten na een veroordeling  tot levenslang. In 1950 kwam hij vervroegd vrij en sluit zich aan bij de Volksunie. Op een crisisvergadering van de partij kwam er totaal onverwacht een plaats open op de kieslijst. Oswald mocht, bij gebrek aan andere kandidaten, invallen en werd verkozen in 1965 tot Provincieraadslid. Van 1974 tot 1987 zetelde hij als rechtstreeks gekozen senator voor het arrondissement Gent-Eeklo in de Belgische Senaat. “Als gemeenteraadslid in Gent nam ik ontslag om verjonging mogelijk te maken. Ik kreeg zelfs de medaille ‘verdienste van de stad Gent’.” Oswald vocht samen met een misdadig regime maar dat besef kwam volgens hem pas na de oorlog. "Er was tijd nodig om dat tot mij door te laten dringen. Ik ben mild geworden met ouder worden. Vijanden heb ik niet, niemand krijgt me kwaad. Ik vermijd elke discussie, elke ruzie. Trouwens, ik had ook nooit conflicten met Joden, had zelfs een goede band met de Joodse stiefvader van mijn jeugdvriend. Nooit geen oorlog meer! Beter een jaar onderhandelen dan 1 dag schieten.” Hij hield aan de oorlog geen trauma over maar sommige taferelen ziet hij altijd teug in z’n dromen. “Als soldaat heb ik nooit getwijfeld, de band van kameraadschap onder de soldaten was zo hecht.”
Wroeging over de donkere passages uit zijn verleden? “Morele overwegingen komen achteraf, als het te laat is. Wat voor een zot ben ik geweest. Schieten op onbekende mensen, op wie je niet boos bent, maar die je toch probeert te raken. Waanzin, grote waanzin.” Op zijn 92ste wil Oswald niet meer in het stof kruipen. Wie iets doet uit volle overtuiging, moet zich niet schuldig voelen zegt hij. Kunnen we dan nu, met een gerust hart, concluderen dat men elke oorlog moet afkeuren? “Ik ben ondertussen een overtuigde pacifist geworden. Het voelt zoals een kind dat zijn vingers heeft verbrand en nooit meer met vuur wil spelen. Wie zonder zonde is, werpt de eerste steen. Ik heb veel zonden. Ik ga geen stenen gooien. Mocht ik ooit al eens iemand gekwetst hebben, dan bied ik nu hiermede mijn verontschuldigingen aan."

FRANS VAN DAMME

 
 
Dit interview verscheen in De Streekkrant, week 20/2016
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten